10915 resultaten - Pagina 148 van 728
... 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 ...
[7] Nu is het echter goed dat je zoveel weet en inziet, maar daarbij ook praktisch begint te beseffen dat jouw eigen wil buiten je lichaam weinig of niets kan. Je kunt alles doorzien en inzien wat de engel inziet en doorziet; maar als je je Mijn wil en Mijn wijsheid niet eigen hebt gemaakt, baat alle kennis en inzicht je heus niets. Het bezorgt je, als je vol dadendrang bent, alleen maar pijn. En dat is ook goed; want slechts door de deemoed wordt een mens pas mens en een echt kind van God!Hoofdstuk 121: Waarom de Heer deze onthullingen doet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Een echte, volmaakt wijze meester doet echter niets zonder reden en dus doe ook Ik niets zonder reden. Ik onderwijs jullie niet alleen terwille van jullie zelf, maar opdat jullie daardoor later in Mijn naam ook leraren, leiders en wegwijzers van jullie andere blinde broeders en zusters zullen worden en daarom moeten jullie zoveel dieper ingewijd worden in de geheimen van Mijn rijk en Mijn wezen, en moeten jullie ook de mens in zijn gehele wezen leren kennen vanaf zijn verre oorsprong tot aan de hoogst mogelijke vervolmaking en het volledig aan God gelijk worden!
Hoofdstuk 121: Waarom de Heer deze onthullingen doet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Hoe kon U als Jehova die oneindig is, Uw oneindigheid verlaten en U opsluiten in deze zeer eindige vorm? Intussen bleef echter de oude, oneindige ruimte toch dezelfde die deze van eeuwigheid was! Maar U, als Jehova, bent toch Zélf de oneindige ruimte! Hoe kan die dan in zijn onveranderde, eindeloze werkelijkheid bestaan terwijl U zich als de Oneindige, Zelf in deze beperkte mensenvorm bevindt?
Hoofdstuk 122: De Heer legt het innerlijk van Judas bloot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Als het almachtige woord van de Heer je echter niet kan veranderen, wat kunnen wij mensen daar dan nog aan toevoegen?! Ga liever naar je oude plaats terug en stoor ons verder niet met je onbeduidende gepraat! - Ik heb gezegd!"
Hoofdstuk 123: De terechtwijzing van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Toen daardoor de rust weer hersteld was, zei IK tegen allen: "Wie heeft, zal steeds nog meer gegeven worden; wie echter niet heeft, zal ook ontnomen worden wat hij eventueel had!
Hoofdstuk 123: De terechtwijzing van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Hoewel jullie allemaal pas een gering aantal dagen bij Mij zijn, hebben jullie nu al moeilijke zaken begrepen; die leerling is echter nu al bijna een half jaar bij Mij en was oog en oorgetuige van alle mogelijke wonderen en lessen, en toch begrijpt hij de waarheid niet! De oorzaak daarvan ligt in zijn grote geldzucht, en dat komt omdat hij zeer lui en traag is.
Hoofdstuk 123: De terechtwijzing van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Door die hebzucht verduistert hij zijn ziel echter dermate, dat zij helemaal niets meer van iets zuiver geestelijks begrijpen kan; en ook al wordt zij door het hoogste en zuiverste geestelijke licht bestraald, dan verandert zij dat meteen in haar zelfzuchtige, grofstoffelijke geaardheid en daarom ziet zij ook dat weer als iets stoffelijks.
Hoofdstuk 123: De terechtwijzing van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Hoe het geestelijke zich in materie verandert, hebben jullie gezien bij het ontstaan van deze ezelin die nu hier voor jullie graast en Ik behoef jullie daarover verder niet nog meer uit te leggen. Want wie van jullie dat begrepen heeft, heeft het meteen zonder moeite begrepen; wie het echter niet meteen zonder moeite heeft begrepen, zal dat ook nog lang niet volledig begrijpen en op deze wereld al helemaal niet!
Hoofdstuk 123: De terechtwijzing van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Vraag jullie allen dus zelf af, hoe het staat met jullie begrip! Wie het heeft, heeft het; wie het echter niet heeft, zal het ook nog lang niet hebben. Wiens ziel geestelijk is, kan het geestelijke ook gemakkelijk begrijpen; wiens ziel echter aan de materie hangt, kan dit zeer reine geestelijke ook onmogelijk begrijpen!"
Hoofdstuk 123: De terechtwijzing van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Wat voor nut ook kan een eeuwig onzichtbare Jehova voor mij hebben, die ergens hoog boven alle sterren in Zijn ontoegankelijke licht zit en Zich nooit aan Zijn schepsels vertoont en geen wonderen doet behalve de onveranderlijke van alledag, die echter door de natuur zelf net zo goed geproduceerd zouden kunnen worden?! U bent, tenminste voor mij, een echte Jehova, omdat U Zich voor onze ogen maar al te openlijk en overtuigend in woord en daad hebt laten zien als een volmaakt meester van de gehele natuur en alle schepsels. Wie zoals U de doden het leven kan teruggeven en de elementen kan gebieden, en zelfs uit de lucht een paar geheel nieuwe ezels en vissen in het bestaan kan roepen, en de voorraadkamers van de oude Marcus met brood en wijn eveneens uit de lucht kan vullen, die is voor mij de enige, ware God, buiten wie mij alle andere gestolen kunnen worden! Laten Uw zuiver goddelijke kundigheden dan komen vanwaar U maar wilt, U blijft voor mij toch een waar God! Heb ik gelijk of niet?
Hoofdstuk 122: De Heer legt het innerlijk van Judas bloot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] U heeft ons eerder toch allen een heerlijke en buitengewoon goddelijke, wijze les over de ziekte van een mensenziel gegeven, en aangetoond dat men met een zieke ziel nog meer geduld moet hebben dan met het zieke lichaam ! Gesteld dat er voor dergelijke zuiver goddelijke lessen plaats is in zijn hart, waarom houdt een wijze Thomas dan ten opzichte van mij daar geen rekening mee, terwijl het toch kan zijn dat ik ook nog een zieke ziel heb?! Ik eis helemaal niet dat hij mij excuus zal vragen omdat het zijn wijsheid beliefd heeft mij een ezel te noemen - want zo deemoedig als hij denkt dat hij is, ben ik ook! Ik voelde echter behoefte hier openlijk te bekennen, dat ik weliswaar een mens ben met een zieke ziel, maar daarom een Thomas om zijn zeer gezonde ziel niet benijd! Daarom wil ik ook steeds, zoals ik altijd al was, zijn vriend en goede broeder zijn, -alleen verlang ik één ding van hem, namelijk dat hij van nu af aan zijn ijverige kritieken op iemand anders uit zal leven, en niet op mij; want tot nu toe ben ik nog steeds dat wat ook hij is, namelijk een op gelijke wijze als hij geroepen leerling van U, mijn Heer en mijn God!"
Hoofdstuk 122: De Heer legt het innerlijk van Judas bloot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[19] Wat voor honderden een zuivere waarheid is, is voor jou nog altijd aanleiding tot herhaalde twijfels en openlijke beweringen die Mij altijd bij enkele zwakkere broeders in een twijfelachtig licht moeten zetten. Je hebt toch, toen Ik verscheidene verdronkenen het leven teruggaf, meteen naar voren gebracht dat daar de plaats zelf en de stand van de sterren een grote rol in speelden en dat het daarom gemakkelijk voor Mij was allerlei wonderen te doen; op een andere plaats zou Mij dat bij lange na niet meer zo goed lukken! In Nazareth, Kapérnaum en in Kis, in Jesaïra en zelfs in Genezareth had Ik weliswaar ook grote wonderen gedaan, -maar lang niet zo veel als daar op die plaats. - Als je Mij echter in volle ernst beschouwt als je enige God en Heer waarom maak je Mij dan verdacht tegenover vreemden?!"
Hoofdstuk 122: De Heer legt het innerlijk van Judas bloot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[20] Heel vrijmoedig en vastberaden zegt JUDAS Iskariot:"Als je de wereld en de natuur echter wat nader bestudeert, schijnt het toch zo te zijn, dat God steeds veel rekening houdt met de geschiktheid van de plaats waarop Hij iets speciaals wil scheppen! Als we op een hoge berg gaan zoals bijvoorbeeld de Ararat, zullen.we niets anders dan kaal gesteente en sneeuwen ijs aantreffen. Waarom groeien daar dan geen druiven en vijgen, appels, peren, kersen en pruimen. Ik veronderstel dat Jehova de plaats niet geschikt genoeg acht om deze zoete wonderen ook daar teweeg te brengen! Dan lijkt het er toch wel op dat Jehova Zelf heel veel rekening houdt met de geschiktheid van een plaats, omdat Hij anders beslist ook op de Ararat de voedende, zoete wonderen neergezet zou hebben!
Hoofdstuk 122: De Heer legt het innerlijk van Judas bloot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Dan zegt BARTHOLOMÉUS te langen leste: "Bij vreemden lag de zaak heel anders! Zij waren merendeels al van ouds her verkeerd opgevoed. Eigenlijk konden zij er niets aan doen dat zij slecht en verkeerd waren. Toen zij echter het heldere woord van de eeuwige waarheid vernamen, begon het in hen te borrelen en te koken en zij begonnen zich te ontdoen van het oude vuil en werden rein. Maar jij bevindt je al lang in het overvloedige, geestelijke licht der waarheid en je hebt voor de waarachtigheid daarvan vele levende bewijzen door woorden en allerlei wonderen! Maar dat verontrust je allemaal niet; jij zou het liefst zelf wonderen doen om daarmee voor jezelf, net als de Farizeeën in de tempel, zo veel mogelijk goud en zilver te verdienen. Jij hebt voor jezelf geen god nodig behalve een die je behoorlijk veel geld zou bezorgen, waarmee je dan op aarde ontzettend goed zou kunnen leven en waarmee je uiteindelijk, zonder enige rekening te houden met de hier gehoorde levenswaarheden uit God, gewoonweg tot stervens toe zou kunnen zondigen!
Hoofdstuk 123: De terechtwijzing van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] De belangrijkste reden van het bederf van de mensenzielen ligt in de allereerste, gewoonlijk op apenliefde berustende opvoeding. Men laat het boompje groeien zoals het groeit en draagt door misplaatste verwennerijen nog al het mogelijke daartoe bij om de stam maar echt krom te laten groeien. Is echter de stam eenmaal verhard, dan helpen gewoonlijk alle pogingen tot recht buigen weinig of niets meer; een eenmaal krom gegroeide ziel zal zelden of nooit meer een helemaal rechte stam worden!
Hoofdstuk 124: Over het opvoeden van kinderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)