2758 resultaten - Pagina 149 van 184
... 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 ...
[10] Als hij daar nu zo in nieuwe kleren staat, zeg Ik tegen hem: 'Wel broeder, je bent nu volmaakt en verzadigd van Mijn genade, liefde en wijsheid. De maaltijd hier is bereid en het ontbreekt ook niet aan gasten die voor deelname waardig zijn gemaakt. Zoals je echter daarnet zelf hebt aangegeven, bevinden zich buiten in de voorzaal ongeveer drieduizend nog heel arme geesten onder leiding van een generaal die jij goed kent. Deze man heeft een goed en verstandig hart en zijn woord heeft grote invloed op zijn aanhang. Ga jij nu met broeder Dismas, die de generaal op aarde heel goed heeft gekend, naar de voorzaal en probeer die rechtschapen man, met behoud van de vrijheid van zijn hart, voor Mij te winnen, en via hem ook het hele grote gezelschap. Heb je je eerste missie in dit rijk van het ware leven goed volbracht, dan zul je na de maaltijd voor grote taken gesteld worden. Want Ik zeg je: in Mijn rijk zijn er vele en door jou nog nooit vermoede grote taken van allerlei soort. Ga daarom nu vlug; aan Dismas zul je een buitengewoon wijze helper hebben.' Thomas zegt: 'O goede, heilige Vader, hoe goed zorgt U toch voor het verloren schaapje, voor de verloren stuiver en voor de verloren zoon! U zij eeuwig alle eer en roem, liefde en aanbidding!'Hoofdstuk 128: Thomas' bede voor de nog in de voorzaal verblijvende schare van zijn voormalige vijanden. Hij wordt met een eregewaad en een wijsheidshoed gekleed. Zijn eerste opdracht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Eljah zegt: 'Ja, je hebt misschien niet helemaal ongelijk. Maar te oordelen naar de grote verscheidenheid van hetgeen hier te zien is, lijkt het toch dat deze mensen eerder echte wijsheid dan een nog zo hoog ontwikkeld instinct bezitten. Zulke bouwwerken in zo' n gedurfde bouwstijl en deze prachtig aangelegde tuinen leveren het overduidelijke bewijs, dat in deze door het sterkste licht omgeven mensen meer dan louter instinct aanwezig is!' Peter zegt: 'Ja, in dit opzicht zou jij ook wel eens gelijk kunnen hebben, maar ik blijf toch meer bij mijn mening.'
Hoofdstuk 147: Een blik door de tweede deur van de westelijke wand. Een middenzon van hogere orde. Pracht van steden en bouwwerken. Scheppingen van het instinct of van ware wijsheid? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Hierheen dus, geesten van de aarde! Hierheen in jullie harten! Dan zullen jullie schatten en rijkdommen vinden in zo'n enorme overvloed, dat ze in geen eeuwigheid ooit uitgeput raken. Hierheen eerzuchtigen, in de oprechte deemoed van jullie harten! Hier is een echte en steeds toenemende allerhoogste verering op zijn plaats. Wat zijn al jullie waardigheden tegen één woord van Hem, die door Zijn macht en wijsheid de oneindige ruimte heeft gevuld met talloze wonderwerken!
Hoofdstuk 143: Vermanende oproep aan de kinderen van de aarde. Verschillen tussen aards en hemels leven. Gelijkenis van de afgevallen boomvruchten en van de pottenbakker. De eeuwige dood. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Op aarde geloofde je weliswaar niet dat Jezus, geboren te Bethlehem - door jou 'de wijze van Nazareth' genoemd - God de Heer Zelf was. Maar je hield toch heel bijzonder van deze wijze en in je hart zag je zijn Goddelijkheid wel in, hoewel jouw verstand er niet mee wilde instemmen. En door deze liefde behield je Zijn liefde en genade, die je nu tot een groot vorst der hemelen maakt. Aanvaard daarom nu kroon, scepter en zwaard; tekenen van kracht, macht, liefde, wijsheid en rechtvaardigheid en word een wijze vorst van jouw nieuwe gemeenschap! De Heer heeft je gezegend en wil het zo!'
Hoofdstuk 136: Intrede in het binnenste. Robert als nieuwe aartsengel en hemelvorst. Zijn deemoed en wijsheid. Roberts waardigheidstekenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] De generaal zegt: 'Jij, beste vriend Johan von Kernbeiss, zoals men jou op aarde noemde, zoekt het weer te ver! Denk bij dat alles aan de goddelijke wijsheid en almacht, dan kun je zoiets zonder problemen begrijpen. Heb jij dan op aarde alles begrepen wat je daar gezien en beleefd hebt? Wie zorgde voor de spanning in je longen, wie liet je hart kloppen en de beweging daarvan voelen in je pols? Wie liet het voedsel in je maag verteren? Wie zorgde ervoor dat je groeide? Wie bouwde de ogen en wie het oor, en hoe heeft de Meester van al deze dingen dit alles tot stand gebracht? Zie je, al deze en nog duizend andere wonderbaarlijke verschijnselen zagen wij dagelijks al op aarde, maar omdat wij daar van jongs af aan al aan gewend waren, evenals aan het niet veel nadenken, is ons het echte wonderbaarlijke van al deze verschijnselen nooit opgevallen en konden wij daar onverschillig aan voorbij gaan.
Hoofdstuk 131: De grote maaltijd. De generaal en zijn vriend Kernbeiss. Thomas dankt hen voor de eerdere kuur. Blik op de aardse hel - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] De franciscaan zegt: 'Ik trek me niets aan van uw minzame opmerking, want aan de echte Magyaarse domheid heeft het mij, zelf een klein edelmanneke, nooit ontbroken. Alleen bij mij was het zo, dat ik jammer genoeg enkele weken te laat begon in te zien, hoe het er in Hongarije eigenlijk voorstond. Toen stonden er al overal galgen en talrijke kanonnen en lansen opgesteld. Vriend, toen heeft ook mijn nieuw verworven inzicht mij geen uitweg meer kunnen bieden. Maar bij u lag de zaak heel anders. U kon op uw vingers narekenen hoe die geschiedenis tenslotte moest aflopen. Maar nee, uw echt Magyaarse, aristocratische wijsheid fluisterde u in het oor: overwinnen of sterven! Wat hebt u nu aan de heldendood aan de galg? Misschien zullen enkele vrienden in Noord-Amerika voor u een gedenkzuil oprichten, maar in de wereldgeschiedenis zult u bij 1848 een armzalig plekje innemen. Dat zal dan alles zijn, wat u voor uw heldendood op aarde mag verwachten.'
Hoofdstuk 135: Geheimzinnige wenken aan de ongelukkigen. Waanideeën van de graaf gehekeld door de meedogenloze. Hongaarse politiek van die tijd - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] De franciscaan zegt: 'Nu, heer graaf, u bent wel bijzonder goed thuis in de bijbel! Dat doet mij des te meer plezier, omdat u juist een tekst aanhaalt, die ook mij in hoge mate onrechtvaardig is voorgekomen. Er zijn nog enkele andere teksten, waardoor de anders zo goede Heer Jezus waarlijk een onverbiddelijk en volgens aardse begrippen onrechtvaardig iemand lijkt te zijn. Daar staat tegenover dat er ook weer een heleboel teksten zijn, die heel troostvol zijn. Vanuit dit standpunt bezien zijn uw bedenkingen wel te billijken, want de macht heeft steeds het voordeel, dat zij eeuwig kan doen wat ze wil. Het goede daaraan is echter, dat men zich geen werkelijke macht kan indenken zonder volmaakte wijsheid; bovendien kan men het met een heel wijs iemand altijd beter vinden dan met iemand die dom is. Daarom denk ik, dat wij het toch kunnen wagen om de aangeboden hulp aan te nemen.
Hoofdstuk 136: Gesprekken over Jezus. De religieuze ervaringen van de franciscaan. De graaf als bijbelkenner. Het eindvoorstel van de franciscaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] De graaf zegt: 'Alles goed en wel, maar op de allerhoogste wijsheid kan men nimmer iets afdingen. Wat zij eenmaal uitspreekt, is uitgesproken voor de eeuwigheid! Dat toont ook Jezus duidelijk aan, waar Hij zegt: 'Hemel en aarde zullen vergaan, maar Mijn woorden in alle eeuwigheid nooit!' Wanneer wij dus als we ons in ons hart tot Hem wenden, zouden horen: 'Weg met jullie, boosdoeners!', wat dan, vrienden? Zolang wij niets van Hem verlangen, hoeft Hij ons denk ik ook niets te geven, noch iets goeds, noch iets slechts. Verlangen wij echter eenmaal iets, dan hebben wij voor Hem meteen de poort geopend, zodat Hij met ons kan doen wat Hij in Zijn onveranderlijke wijsheid wil.
Hoofdstuk 136: Gesprekken over Jezus. De religieuze ervaringen van de franciscaan. De graaf als bijbelkenner. Het eindvoorstel van de franciscaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] Menselijk bekeken is dit eerlijk gezegd impertinent grof, onrechtvaardig en strikt genomen ook onjuist, als onder de bruidegom de Godheid moet worden verstaan, want hoe kan de Godheid tot iemand zeggen: 'Ik ken u niet!', waar Zij anderzijds toch ook leert, dat Zij zelfs alle haren op het hoofd van een mens telt! Maar wie kan de almachtige Godheid ongelijk geven? Zij laat het hopeloos koud worden, ook als daar duizenden door bevriezen. Zelfs wanneer miljoenen arme drommels om warmte vragen, blijft het toch koud, zolang de Godheid het volgens Haar wijsheid koud wil hebben. Zo laat Zij ook zonder genade het mooiste zaaigoed door vorst en hagel vernielen en niemand kan Haar dat beletten. Ik zeg je, wie zich van de Godheid afhankelijk maakt, heeft de ellende al in huis gehaald. Wat had de vijf dwaze maagden soms kunnen overkomen, als zij helemaal niet naar het huis van de bruidegom zouden zijn teruggekeerd? De grofheid was hun tenminste bespaard gebleven, omdat zij dan de bijzonder grove bruidegom geen gelegenheid zouden hebben gegeven om de deur voor hun neus te vergrendelen. Daarom ben ik van mening dat we aan de stem van God dan pas volkomen gehoor moeten geven, als we van Zijn welwillendheid ten opzichte van ons overtuigd zijn. Anders blijven wij maar waar we zijn, want ik vertrouw de almachtige Godheid niet!'
Hoofdstuk 136: Gesprekken over Jezus. De religieuze ervaringen van de franciscaan. De graaf als bijbelkenner. Het eindvoorstel van de franciscaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Alleen hier in de allerhoogste hemel ben Ik buiten de zon, hoewel ook in de zon. Buiten deze zon ben Ik zoals jullie allen Mij nu in jullie midden zien, maar in de zon ben Ik puur geestelijk in de kracht van Mijn wil, van Mijn liefde en wijsheid. Ikzelf ben in de grond van de zaak deze zon, maar toch is er verschil tussen Mij en haar. Ik ben de basis en deze zon is als een uitstraling van Mijn geest, die vanaf hier en vanuit Mij heel de oneindigheid in onverminderde kracht doorstroomt en alom Mijn eeuwige orde tot stand brengt.
Hoofdstuk 133: De bereikte hoogste hemelsfeer. Robert, Peter en drie vrienden begeleiden de Heer naar het heilige Jeruzalem; de stad der steden en de zon der zonnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] De lichtblauwen zeggen: 'Dat U het bent... de waarachtige en eeuwige God, Heer en Schepper van alle hemelen, zonnen en aarden, daaraan twijfelen we nu niet meer in het minst, want men hoeft U maar te horen spreken en alle bedenkingen verdwijnen als nevels in het licht van de zon. Zoals U zelf op aarde op onnavolgbare wijze tegen iedere geschapen geest hebt gesproken, zo spreekt U nu ook tegen ons. Uit Uw onopgesmukte spreekwijze borrelen stromen van diepste waarheid en goddelijke liefde en wijsheid op als machtige bronnen!
Hoofdstuk 129: De eenvoudige maar krachtige rede van de Heer. Over de korte weg naar de hemel. Over het verstand van het hoofd en het inzicht van het hart. De gelijkenis van het fruitplukken. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[21] De drie zijn nu volkomen tevreden en prijzen Mijn liefde, goedheid, wijsheid en macht. Robert brengt ook deze drie een portie brood en wijn om hen te sterken voor het eeuwige leven, maar ze durven het niet aan te nemen totdat Ik het hun letterlijk gebied. Wanneer zij het brood en de wijn hebben verorberd, voelen ze zich geweldig gesterkt en prijzen Mij bovenmate.
Hoofdstuk 123: Goede missietoespraak van de vijf. Schroom om met zonden beladen voor de Heer te verschijnen. De genadezon van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[16] De franciscaan zegt: 'Heer graaf, u benadert deze kwestie wat al te behoedzaam. Ik zeg u, men moet de woorden van God niet zo letterlijk nemen, daar de hele Schrift toch enkel een zinnebeeldige voorstelling is van de hogere moraal, zoals een volmaakt mens die zou moeten hebben. Onder de lampolie wordt hoofdzakelijk de ware liefde tot God verstaan en onder het licht van de lamp de uit de liefde voortvloeiende wijsheid. De dwaze maagden hadden echter geen liefde en wilden ook de anderen hun liefde ontnemen, maar deze waren verstandiger en lieten zich niet misleiden. Zij gelastten de liefdelozen om de wereld in te gaan opdat zij daar de liefdesolie zouden kunnen halen. De liefdelozen gingen en vulden hun lampen, of beter gezegd hun harten, vol wereldse liefdesolie. Toen zij met de wereldse liefde in het huis van de bruidegom wilden terugkeren (waarin wij ons hier, zoals ik mij niet zonder reden voorstel, reeds geruime tijd bevinden), of beter gezegd: toen zij zonder ware liefde bij God aankwamen en toegang tot het hemelrijk verlangden, kon de Godheid toch nauwelijks iets anders tot hen zeggen dan: 'Ik ken jullie niet met die liefde van jullie, die Ik nooit als de Mijne heb voorbestemd! Ga dus daarheen, waar je liefde van afkomstig is!' Ziet u, heer graaf, zo begrijp ik deze en nog veel andere teksten, en zo is het ook bedoeld. Daarom meen ik dan ook, dat u de Godheid van al te veel hardheid beschuldigt. Laten wij ons nu eens allen daaroverheen zetten en de geboden hulp aangrijpen! Werkelijk, het kan ons niet zo slecht vergaan, dat zegt mijn hart me!'
Hoofdstuk 136: Gesprekken over Jezus. De religieuze ervaringen van de franciscaan. De graaf als bijbelkenner. Het eindvoorstel van de franciscaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] De generaal beantwoordt de groet en zegt daarop: 'Mijn beste vriend, van iets doen is hier helemaal geen sprake. Alleen maar van genieten van al datgene, wat de grenzeloze goedheid en liefde van de Heer Jezus ons in de grootste overvloed schenkt. Wanneer het genot der gelukzaligheid niet verbonden zou zijn met een wonderbaarlijke verscheidenheid, zou men werkelijk met Job moeten uitroepen: 'O Vader, beste Vader, hou toch eens even op met zegenen!' Ja vriend, hier leert men Christus pas echt kennen! Maar ik hoef je verder niets te vertellen, want het verdere verloop zal je alles duidelijk maken. Wil je iets begrijpen van de wijsheid, almacht en liefde van de Heer, zie dan alleen maar eens naar de pracht van deze zaal en je zult al enigszins een idee krijgen van Christus, de enige Heer van hemel en aarde.'
Hoofdstuk 145: Intrede in het hemelse huis. Ontmoeting met oude bekenden. Het blinde zoeken van de graaf naar Jezus. Eindelijk gevonden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Ik ben weliswaar God, als het oereeuwige Wezen vol wijsheid, macht en kracht en jij alleen maar een schepsel voortgekomen uit Mijn wilskracht, maar jouw geest is desondanks geheel datgene, wat Ikzelf ben. Daarom blijft er voortaan tussen ons precies dezelfde verhouding bestaan als tussen vader en zoon of als tussen broeder en broeder. Wat jouw ziel betreft, die nu je uiterlijke wezen is, ben je voor Mij een zoon, en wat je geest betreft een broeder! De ziel kwam voort uit het oerlicht van Mijn wijsheid en is eindeloos veel minder dan dat scheppende oerlicht. Daarom is de ziel een zoon ten opzichte van Mij, omdat ik in diepste wezen een en al liefde ben. Jouw geest echter, die Mijn eigen liefde in jou en dus Mijn hoogsteigen geest is, is dientengevolge door en door Mijn broeder! Denk dus niet al te lang over deze zaak na, maar sta op en kom met Mij mee naar de andere broeders!'
Hoofdstuk 146: Het grote ogenblik voor de graaf. U bent het! Heerlijke lofrede. De Heer over de verhouding van de Vader tot Zijn kinderen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)