Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 149 van 373

...  137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162  ...
[14] Deze vloedstromen zullen jullie willozen evenwel niet bereiken, omdat de wil van de Heer je op de wateren van Zijn grote erbarmen geplaatst heeft. - En als jullie het een of ander nodig zouden hebben, dan weet je immers zonder meer waar de grote Gever is, die jullie niet zal verlaten als je Hem in je hart niet zult verlaten.
Hoofdstuk 24: De uittocht van Kaïn naar de zee - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] En zie nu: toen dus de god Hanoch zijn rede had beëindigd, stuurde hij zijn tien dienaren weg. Deze gingen heen, naar hun uiterlijk te oordelen diep geroerd door zo'n geweldige toespraak; maar in hun hart waren zij buitengewoon vrolijk over de grote dwaasheid van Hanoch, die uit vrees en door allerlei zorgen hun eigen wil tot enige wet gemaakt had en er op het einde zelf van overtuigd begon te raken dat hij een god was. Maar wat het laatste punt betrof vergisten zij zich deerlijk; want Hanoch wist voor zichzelf heel goed dat hij geen god was, omdat zijn zwakheid en algehele uitputting maar al te duidelijk aantoonden hoe het er met zijn goddelijkheid voorstond!
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] Wij zelf moesten onmenselijk zijn om hem voor iedere verdenking te behoeden, omdat wij nog zijn dienaren waren. Maar de steden zijn nu gebouwd, het volk is verdeeld, de macht is aan ons, evenals de nieuwe waardering van de oude God en het geprezen offer; wat hebben wij nog meer nodig? Aangezien het volk ons gehoorzaamde toen wij het mishandelden, zal het ons zeker niet ontrouw worden als wij in plaats van deze wrede onmenselijkheid de geslagen wonden willen en zullen helen door wijzere en mildere wetten. Zie, men noemde mij boosaardig; maar hierbij zou ik een groot vraagteken willen zetten: wie is er eigenlijk boosaardig, ik, of Hanoch, of de slang van Kaïn! Ik geloof dat Hanoch een meester in al het boze is en de slang moet al haar gebroed in zijn hart hebben gelegd, anders waren zulke onmenselijkheden van één broeder ten opzichte van zijn broeders door zijn broeders en de broeders van zijn broeders, niet voor te stellen!
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[23] En zie, toen stond Hlad op en zei kort en bondig: "Broeders, jullie weten hoe gevoelloos ik ten opzichte van alles moest zijn om zo te zeggen het strenge recht te personifiëren ofwel om de willekeurige onmenselijkheid van Hanoch als het onverbiddelijk recht uit te beelden, en ik moest bovendien zijn boze spelletjes uitvoeren met een gezicht alsof ik het er mee eens was. Hoewel ik niet de beul zelf was, was ik daarbij toch de opziener en moest de slagen van Huïd en al zijn handlangers tellen en die altijd vol erkenning aan Hanoch overbrengen. Zie, toentertijd moest ik gevoelloos schijnen, terwijl ik dat niet in het minst was; nu wil ik mij bekeren, zoals je ziet! Tegenover Hanoch wil ik degene zijn die ik zo dikwijls moest schijnen voor het volk, onze broeders; en voor de broeders wil ik warm van hart zijn en ik zal Hanoch laten boeten voor het onrecht dat hij hen aandeed. Laat mijn trouw aan hem een koude vergelding zijn en mijn ijver zal mij tot de eerste onder jullie maken en de stem die hem looft zal in gehuil en gebrul veranderd worden, en dat zal tot een feest worden voor de oren van hen die zo dikwijls mishandeld zijn; en hun bleke wangen zullen rood gekleurd worden met de bloeddruppels van zijn rug!
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[26] Het warme bloed van de arme broeders heeft het ijs om je hart gesmolten en nu komt daaruit een overvloedige warmte vrij; handel daarom vanuit deze warmte en verwarm ons allen vanuit jouw overvloed!"
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En zie, omdat geen van allen die reeds gesproken hadden het aandurfde om een weerwoord aan Farak te geven, stond eindelijk Molakim op en richtte het woord persoonlijk tot Farak, hem daarbij scherp in de ogen ziende en zei: "Broeder, je rede was scherp en trof iedereen midden in zijn hart; maar kijk, wat onze toespraken betreft, de bedoeling daarvan is goed en oprecht, op de verstoting van Hanoch na; alleen worden zij omlaag gehaald door innerlijke, valse begeerten, die pas in ons wakker zijn geworden bij de aanblik van de aan ons toevertrouwde vorstelijke ambten.
Hoofdstuk 28: Het overleg van de tien vorsten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Deze mens heeft geweldig gefaald vanuit zijn kwaadwillige inzicht, omdat hij geen genade van boven heeft ontvangen en in zijn zelfzucht blind was tot grote schade voor hemzelf en zijn omgeving; maar nu kwam er door de erbarmende liefde van God een heldere bliksemschicht van boven, vergezeld van een harde donderslag en die lieten hem zijn grote verdorvenheid zien en zijn ontelbare gruweldaden horen. En als nu die mens bang zou beginnen te worden en hij zou dan al zijn boze daden vanuit het diepste van zijn hart berouwen en zou daarmee al zijn boosheid van zich afwerpen en ook zijn wil door de genade van God gevangen laten nemen, - zeg me, wat zou jijzelf doen in zo'n geval? (Antwoord: vergeven en hem aanzien alsof hij nooit gefaald zou hebben en grote vreugde voelen dat iemand die zover afgedwaald was, weer de weg terug gevonden had en een uitweg uit de kerkers van de duistere waanzin naar het licht van de goddelijke genade!) Jij hebt goed en juist geantwoord, hoewel je toch slechts een mens bent; hoeveel temeer zal dan de allerwijste God, als de oorsprong van alle waarheid en liefde, deze juistheid goedkeuren, omdat hij het beste weet, hoe en waardoor en waarom wij zo dikwijls gefaald hebben!
Hoofdstuk 29: De opvolgers van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Hier weidden zij twee uur lang hun dieren, rustten uit en aten van de meegenomen vruchten en dankten God op bevel van Meduhed voor de wonderbaarlijke redding. Maar Meduhed ging, opgewekt door zijn geest en begeleid door tien man, iets verderop en viel voor het gezicht van zijn tien begeleiders op de aarde neer, ontstak in liefde tot God en zag in het licht van zijn liefde veel boosheid in zijn hart. Hij begon daarop te huilen en te weeklagen van berouw over zijn grote schulden.
Hoofdstuk 31: De landverhuizing onder leiding van Meduhed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] En omdat Meduhed - en ook allen die hem gevolgd waren - zag dat Ik een goede Gids ben, boog hij voor de schare zijn hoofd diep voorover naar de aarde en dankte Mij uit de grond van zijn hart, en uit de menigte volgden allen toch min of meer zijn goede voorbeeld, waaraan Ik een welbehagen had.
Hoofdstuk 31: De landverhuizing onder leiding van Meduhed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] En zie, toen nu Meduhed zijn dankzegging voleindigd had, in zijn hart diep geroerd door Mijn grote genade, en hij opstond en de nog liggende, met dank vervulde menigten overzag, begon hij te wenen van vreugde over Mijn grote erbarming, die zovelen het leven gered had en aan hen, die reeds zo lang in grote, harde slavernij leefden, de gouden vrijheid teruggegeven had en een zo rijke en onder Mijn hoge bescherming staande veilige rustplaats.
Hoofdstuk 31: De landverhuizing onder leiding van Meduhed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] En toen Ik zag dat hij het ernstig met Mij meende, schreef Ik in duidelijk leesbare vurige letters de volgende woorden in zijn hart: Meduhed, sta op in het aangezicht van Mijn grote barmhartigheid! - Jij bent gered met al diegenen die, door jouw liefdevolle zorg in beweging gezet, je tot hier zijn gevolgd. Maar hier kunnen en mogen jullie niet lang vertoeven, nog minder blijven, - zoals je ziet loopt dit smalle dal in de richting van de morgen en het kleine riviertje stroomt eveneens daarheen, loop jij daarom ook met de schare zeventig dagen lang in die richting voorwaarts en als je dan aan een onoverzienbaar groot water zult komen, rust daar dan zeventig dagen lang uit. En kom dan weer tot Mij in je hart, zoals vandaag, dan zal Ik je de weg wijzen die je over de wateren moet gaan om in een ver, groot land te komen, waar jullie zonder bloedvergieten veilig zullen zijn voor de wreedheid van Lamech, de broedermoordenaar. En indien jullie honger mochten krijgen, eet dan van alle vruchten die je onderweg in grote hoeveelheden aan zult treffen en drink het goede water van de stroom, die tot aan het grote water je wegwijzer zal zijn en gedenken jullie allen zoals vandaag, je grote, boven alle wezens verheven God en gedenk dat Ik een volk op aarde heb, waarvoor Ik een heilige, liefdevolle Vader ben!
Hoofdstuk 31: De landverhuizing onder leiding van Meduhed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] En toen spoedig daarna de menigte gesterkt en ook zeer opgewekt weer opgestaan was, besteeg Meduhed een kleine heuvel, ongeveer zeven klafter hoog of nog nauwkeuriger, zeven manshoogten boven de wijde vlakte en hield van daaraf een uitvoerige en lange toespraak, die hem in zijn hart van boven was ingegeven. En hij voegde er niet één woord aan toe, noch liet hij één woord weg en was zodoende een echte prediker uit Mijn naam voor de licht en liefde behoevende schare. De woorden van zijn uitvoerige en lange rede luidden als volgt:
Hoofdstuk 31: De landverhuizing onder leiding van Meduhed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En zie, toen nu Meduhed deze toespraak beëindigd had, vielen allen voor God op hun knieën ter aarde neer en dankten en prezen God vanuit het diepst van hun hart, en dat duurde wel een uur; toen verhieven zij zich opgewekt en gingen, door de geest van de genade geleid iets verder landinwaarts en vonden daar in een ruime grot een grote hoeveelheid werktuigen van allerlei soort, zoals houwelen, aksen, bijlen, schaven, allerlei soorten messen, zagen, hamers, boren, winkelhaken, beitels en een miljoen dubbele spijkers, door jullie krammen genoemd. En zie, toen werden zij zo buitengewoon blij, dat zij sprongen en juichten van vreugde over Mijn voor hen niet te begrijpen grote genade. (N.B. Zie, wat Ik jullie hier geef is meer dan deze gereedschappen; maar er is er nog niet één die zich van ganser harte aangediend heeft om Mij met grote vreugde in zijn hart naar behoren te bedanken. Let op, jullie stompzinnige vereerders van Mijn naam en fijnproevers van Mijn woord en zet de poorten van de liefde, van de nieuwe, heilige stad in jullie harten, wijd open, opdat Ik Mijn engelen daar naartoe kan sturen, zodat zij van tevoren alle pleinen, stegen en schuilplaatsen zullen reinigen, evenals alle daaraan gelegen woningen, zodat Ik dan Mijn intrede zal kunnen doen en jullie Mij dan tegemoet hollen en in grote vreugde uitroepen: 'Hosanna in den hoge en vrede voor alle volkeren die van goede wille zijn; geloofd zij de Heer, die op een ezelin aangereden komt; halleluja voor de zoon van David; hallelujah voor de vorst van de vrede; hallelujah voor Hem, die komt in naam van de Here God Zebaoth; Hij alleen is waardig alle lof, alle roem en alle eer van ons te ontvangen; Hij is de heilige, enige Vader van onze harten, amen!')
Hoofdstuk 32: Het hooglied van Meduhed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] En toen Meduhed nu hun volbrachte arbeid had gezien en zag dat zij net als voorheen weer allemaal vrolijk en met een vroom hart om de heuvel verzameld waren, begon hij opnieuw een rede tot hen te houden en zei:
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Maar wie ooit in zijn hart niet zal luisteren naar de wil van God, die zal ook sterven en zijn lichaam zal nimmer herrijzen. En er zullen aardwormen in zijn vlees komen en het geheel met haar, huid en beenderen verteren; zijn ziel en zijn geest worden dan weer duizenden jaren lang tot fundament van de bergen. Zij moet als vast lichaam dienstbaar zijn in het duistere bewustzijn van haar ellende en haar volkomen nietigheid, tot zij eindelijk weer volgens de genadige wil van boven in een of ander dier wordt opgenomen. Van daaruit moet zij zich dan weer trede voor trede ellendig, stom en zonder spraak door de hele dierenwereld heen werken om tenslotte weer eens de waardigheid van het menszijn te kunnen bereiken. Hierop moeten jullie goed letten; want je zult dan vele duizenden malen moeten sterven, eer je wederom tot het leven uit de liefde en de genade van God zult komen! Overdenk, wat de Heer jullie hier laat zeggen!
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162  ...