Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 149 van 1112

...  137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162  ...
[10] Vaak begint pas tijdens bittere levensernst het zaad tot leven te komen en zich te ontwikkelen, terwijl dit tijdens een doorlopend honingleven net zo verstikt zou zijn als een vlieg, die zich gretig in de honingpot stort en door de te grote zoetheid van de honing het leven Iaat. -Is alles je nu duidelijk?"
Hoofdstuk 70: Wanneer echtscheiding geoorloofd is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] IK zeg: "Ja, in dat geval kan na een verzoek van de ene of de andere partij een echtscheiding worden uitgesproken. Echter geen volledige, maar toch méér dan alleen van tafel en bed, namelijk ook van de wederzijdse verzorgingsplicht en van het erfrecht. Deze twee zaken houden bij een geringere scheidingsreden pas op als de ene partij langer dan drie jaar zonder deugdelijke reden geheel bij de slechts van tafel en bed gescheiden andere partij is weggebleven en zich niet meer om de achtergelaten partij heeft bekommerd, maar alleen eigen plezier heeft gezocht.
Hoofdstuk 71: Nog meer raadgevingen voor echtparen en rechters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Dit is nu de kern van alle dingen wat betreft het huwelijk en alle mogelijke zonden, en overal ter wereld moet men zich daarnaar richten.
Hoofdstuk 72: Onderzoek van toekomstige echtparen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] De gevolmachtigde moet dan pas toestemming geven voor de huwelijksvoltrekking, als blijkt dat de trouwlustigen steeds serieuzer werken aan de oplossing van hun problemen, en alleen maar willen trouwen uit werkelijke liefde voor elkaar. Als teken van de onverbreekbare echtverbintenis moet hij de belofte van trouw in een boek opschrijven, met daarbij het jaar en de dag van de echtvereniging en hij moet steeds op de hoogte blijven van de latere huwelijksomstandigheden - hoe die zich ontwikkelen, goed of slecht.
Hoofdstuk 72: Onderzoek van toekomstige echtparen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Deze man zou er voor alles bij huwelijken op toe moeten zien, dat een jonge man nooit onder de vierentwintig jaar en een jonge vrouw nooit onder de twintig jaar een geldig huwelijk sluit. Want deze leeftijd hebben zij minstens nodig om voldoende gerijpt te zijn voor een. goed en ook geestelijk duurzaam huwelijk. Want te jonge echtelieden richten elkaar door wederzijds zinnelijk genot te gronde, ergeren zich al gauw aan elkaar en zo ontstaan de huwelijksmoeilijkheden.
Hoofdstuk 72: Onderzoek van toekomstige echtparen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Afgezien van het feit dat zulke huwelijken op die wijze zuiverder in de orde van God worden gehouden en zich altijd zullen kunnen verblijden in hun zegenrijke vruchten van boven, behoeft het nauwelijks nog vermeld te worden dat daaruit ook voor een nog zo grote staat en het gezalfde hoofd daarvan, grote zedelijke en natuurlijke voordelen moeten voortkomen, want als een staat goede onderdanen wil hebben, moet hun ontwikkeling reeds in de wieg beginnen. Als ouders goede kinderen willen hebben, moeten zij deze ook al in de wieg beginnen op te voeden, anders verwilderen zij en worden hun ouders tot last inplaats van tot troost en steun op hun oude dag.
Hoofdstuk 72: Onderzoek van toekomstige echtparen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Ook moet er bij een man rekening worden gehouden met het leven dat hij vóór het huwelijk heeft geleid, of soms een losbandige jeugd hem door veel zondigen koel en onbekwaam heeft gemaakt. Bij een erg veeleisende vrouw doet die vraag echter vrijwel niet terzake. Want als zij reeds als jonge vrouw zich vanwege het geld aan een ontuchtig leven zou hebben overgegeven, zou haar natuur daardoor erg zijn afgestompt, en als ze dan later nog de eerzame vrouw van de een of andere man wordt, zullen haar lusten erg zijn bekoeld. Maar als een vrouw in haar jeugd heel ingetogen haar hete bloed in toom heeft moeten houden ligt de eventueel strafbare reden niet in de tijd van haar ongehuwde jonge vrouwenstaat, maar alleen in de natuur van de vrouw, waar in dat geval het gerecht nauwelijks iets mee te maken heeft.
Hoofdstuk 71: Nog meer raadgevingen voor echtparen en rechters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] In ieder geval moet de koele en door haar wellustige man geplaagde vrouw tien keer eerder aangehoord worden - vooral als zij zich reeds in gezegende omstandigheden bevindt - dan een door zijn wellustige vrouw geplaagde man. Want een koele man heeft behalve de middelen der moraal nog een aantal natuurlijke tuchtmiddelen waarmee hij de opwinding van zijn vrouw heel heilzaam kan afkoelen, en de warmbloedige vrouw zal er geen schade van ondervinden als de man, gedreven door zijn geheimgehouden goede wil, haar zo nu en dan eens ernstig onderhoudt. Dat moet echter nooit zijn oorsprong vinden in een onderdrukte woede of toorn, maar altijd in ware naastenliefde, omdat het anders niet alleen geen nut heeft, maar alleen zou schaden.
Hoofdstuk 72: Onderzoek van toekomstige echtparen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Op deze uitroep van Suetal staan nu alle twaalf op, kijken naar de open rollen en naar de dicht beschreven platen, en allen overtuigen zich ervan dat zowel de rollen alsook de platen helemaal beschreven zijn met goede, zuivere en goed te lezen schrifttekens, en zij vragen zich af: "Hoe is dat nu mogelijk?"
Hoofdstuk 73: Raphaël schrijft alles over het geslachtsleven op. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] RAPHAËL zegt: "Heb nog wat geduld tot ik het geschrevene hier helemaal op orde heb, daarna zullen wij pas gaan zien waar mogelijkerwijs voor de blinden en doven de grote meester zit!" Daarmee zijn de twaalf tevreden en voorlopig houden ze zich kalm.
Hoofdstuk 73: Raphaël schrijft alles over het geslachtsleven op. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Intussen ging de engel naar de twaalf, waarvan SUETAL de eerste is die zich erg over Jarah verwondert en die zegt: "Luister nu eens, schone jongeman, wat heeft dat meisje, dat nauwelijks veertien lentes telt, nu met de wijze Griek? Zij schijnt wel tot over de oren verliefd te zijn op de goede man!? Toen je naar binnen ging, dacht ik dat je de Meester der Meesters te voorschijn zou halen, maar toen bracht je dit verliefde meisje! Dat viel erg tegen! Is dat soms ook al een wonderdoende leerlinge van de grote meester en heeft zij in het huis soms in een geheime kamer les gekregen? Waarlijk, er duiken bij jullie steeds maar verschijnselen op waardoor men in plaats van wijzer, alleen maar dommer wordt, hoe meer je er goed over nadenkt. Aan de ene kant ongelooflijke wonderen, aan de andere kant meteen weer gewone, menselijke verschijnselen. Zeg jij me nu maar hoe een eerlijk mens van ons soort dit kan bevatten. Zoals ik nu ook werkelijk niet begrijp, waarom wij de grote Meester, die zich eerst door middel van de wijze Griek letterlijk aan ons op wilde dringen terwijl wij hem eigenlijk, naar waarheid, helemaal niet wilden zien, zich nu helemaal niet Iaat zien! Wat hebben we dan gedaan dat wij zo lang moeten wachten, of zullen we hem tenslotte helemaal niet te zien krijgen!"
Hoofdstuk 74: Het onvermogen van Suetal om de Heer te zien. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] RAPHAËL zegt: " Ja, vrienden, als jullie zo blind zijn dat je midden op de dag nog niet eens de zon ziet, dan zijn jullie niet te helpen! Als iemand te dom is, helpt het niets of men hem zou zeggen: 'Kijk, deze of gene is het!' Hij zal het toch niet geloven, want om te geloven heeft men een ontwaakt verstand nodig, dat zich in noodgevallen ook zelf ka.n redden. Maar als het verstand van een mens nog te vast verbonden is met de zuivere materie, helpt geen enkele aanwijzing. Zo iemand moet dan eerst tienmaal zijn neus tot bloedens toe stoten voordat hij er over na gaat denken waarom hij zijn neus heeft stuk gestoten! En zo zal het bij jullie ook moeten gaan! Geen God ~al jullie wijzer maken zolang je niet zelf door schade en schande bent wijs geworden! .
Hoofdstuk 74: Het onvermogen van Suetal om de Heer te zien. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Wat verwachten jullie dan nu van de grote meester uit Nazareth? Missen jullie wat, dat Hij jullie moet geven, of willen jullie alleen maar uit pure nieuwsgierigheid kijken, net zoals de domme mensen zich naar voren dringen om een dansende beer aan te gapen? Heus, de grote Helland is er niet om zich door domme en ingebeelde mensen uit pure nieuwsgierigheid aan te laten staren! Waarlijk, als jullie hart Hem hier tussen al deze mensen niet kan vinden, dan zal jullie ingebeelde, grote verstand Hem nog veel minder vinden, -dat kan ik jullie verzekeren!
Hoofdstuk 74: Het onvermogen van Suetal om de Heer te zien. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Hij is Heer over hemel en aarde en voor Zijn naam moeten alle knieën in de hemel, op aarde en onder de aarde zich buigen, want Zijn naam is heiliger dan heilig!"
Hoofdstuk 74: Het onvermogen van Suetal om de Heer te zien. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Ik denk daar het volgende van: De jongen heeft van zijn meester zeker nog het verbod meegekregen om onder geen beding zijn meester voortijdig te verraden. Maar nu heb jij hem daarover het vuur na aan de schenen gelegd en toen heeft hij zich, omdat jij hem wat lastig viel, uit die situatie gered door ons allen de rug toe te keren. Daarom vind ik toch dat wij moeten blijven en moeten zien, of we geen kennis kunnen maken met de grote meester!
Hoofdstuk 75: De twaalf begrijpen het nog steeds niet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162  ...