Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1489 van 1490

...  1465 - 1466 - 1467 - 1468 - 1469 - 1470 - 1471 - 1472 - 1473 - 1474 - 1475 - 1476 - 1477 - 1478 - 1479 - 1480 - 1481 - 1482 - 1483 - 1484 - 1485 - 1486 - 1487 - 1488 - 1489 - 1490
[43] Ten vierde moet de vuurgeest, die zich bevindt in de gruwelijke angst en droefheid des levens, ook afgesmolten worden, want hij is een gestadige vader van de toorn, en uit hens wordt de helse smart geboren. Wanneer nu deze toorn van de vier geesten gedood is, dan blijft de erts­salniter in het water als een taaie substantie, en ziet eruit als de geest, die zich in het aarde-erts bevindt; en het licht, dat in het vuur staat, kleurt hem naar zijn eigen kwaliteit, hetzij zilver of goud. De materie ziet er na de vierde afsmelting van zilver en goud eender uit; zij is nog niet taai en zuiver genoeg, het goud of zilver bestaat nog niet. De vorm is er wel maar de geest is er nog niet in.
Hoofdstuk 22: Over het ontstaan der sterren en over de schepping van de vierde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[48] In deze beweging wordt het weder vet en weelderig, het neemt toe en breidt zich uit en de grootste diepte wordt zeer vreugdevol geboren uit het hart van de geest, alsof het een Engelachtige triomftocht wilde aan­vangen, en zich in Goddelijke kracht en vorm, volgens het recht van de Godheid, eindeloos vertonen. En daardoor verkrijgt het lichaam zijn grootste sterkte en kracht en het lichaam kleurt zich in de hoogste glans en houdt zijn zuivere schoonheid in ere. En als het nu vlug gemaakt wordt, dan heeft het zijn echte kracht en kleur, er ontbreekt niets aan; alleen dit, dat de geest zich met zijn lichaam niet tot het licht opheffen kan, het moet een dode steen blijven. Of hij nu al veel krachtiger is dan andere stenen, nochtans blijft het lichaam in de dood.
Hoofdstuk 22: Over het ontstaan der sterren en over de schepping van de vierde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[4] Wanneer er een andere God is buiten deze, wie zal u dan uit deze God, waarin gij ondergegaan zijt, weer levend maken? Hoe zal u die andere God, waaruit gij niet geschapen zijt en in wien gij nooit geleefd hebt, uw lichaam en geest weer te samen vormen? Als gij nu van een andere materie zijt dan God zelf, hoe zult u dan Zijn kind zijn? Of hoe zal de mens en koning Christus Gods lichamelijke Zoon zijn, die uit Zijn hart geboren is? Als dus zijn Godheid een ander wezen is dan zijn lichaam, dan zoudt gij tweeërlei Godheid in hem zien; zijn lichaam zou dan zijn van de God dezer wereld en zijn hart zou dan zijn van een onbekende God. Och, doe uw geestesogen open, gij mensenkind, ik zal u hier de echte, waarachtige, eigenlijke poort van de Godheid laten zien, zoals maar een God haar hebben wil.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[6] Wanneer gij de diepte, de sterren, de elementen en de aarde beschouwt met uw ogen, dan begrijpt gij niet of de Godheid wel daar en daarbinnen is; gij ziet en begrijpt echter niet uw ogen ten eerste de dood, en daarna de toorn van God en het helse vuur. Wanneer gij echter uw gedachten ontwikkelt en denkt, waar God zal zijn, dan grijpt gij de siderische ge­boorte aan, waar liefde en toorn elkaar bewaken. Wanneer gij echter een geloof schept aan den God, die in heiligheid in dit bestuur regeert, dan breekt gij de Hemel en grijpt gij God bij liet heilig hart. Als dat nu geschiedt, dan zijt gij gelijk aan de gehele Godheid, die zelf Hemel, aarde, sterren en elementen is, en ge hebt dan ook een bestuur in u, en ge zijt ook zulk een wezen, zoals de gehele Godheid op de plaats van deze aarde is.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[9] Vóór de tijden, dat de Hemel, de sterren en de elementen geschapen zijn, en vóór de schepping der Engelen, is er geen toorn Gods geweest, ook geen dood, noch duivel, noch aarde, noch stenen. Ook zijn ei geen sterren geweest, maar de Godheid heeft ze uit zichzelf heel zacht en lieflik doei geboren worden en in beelden gevormd, welke volgens de Oergeesten belichaamd zijn geworden, met hun scheppen, worstelen en opgaan, en zij zijn ook weer door hun worstelen vergaan en hebben zich in een andere gedaante geformeerd, geheel naar de aard als iedere oergeest primair is geweest, zoals gij hierboven lezen kunt. Maar let nu goed op. De eerste en harde geboorte, waaruit de toorn Gods, de hel en de dood tot aanzijn zijn gekomen, is wel van eeuwigheid af in God aanwezig geweest, maar niet ontvlambaar of belangrijk. Want de gehele God bestaat uit zeven aanzichten of zevenderlei vorm of geboorten, en als deze geboorten er niet waren, dan was er geen God, noch leven, nog Engel, noch schepsel. Deze geboorten hebben geen begin, maar zijn eeuwig zo geweest, en volgens deze diepte weet God zelf niet, wat hij is. Want Hij kent geen begin, ook niet zijns gelijken en ook geen einde. Van deze zeven scheppingen, is er geen een de eerste, geen een de tweede, de derde, de laatste, maar zijn alle zeven, elk de eerste, tweede, derde, de laatste. Toch moet ik naar de aard en wijze van schepping, de een achter de ander zetten, anders begrijpt gij het niet; want de Godheid is als een rad met zeven raderen in elkaar gemaakt, waarin men begin nog einde ziet.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[13] Ik kan het echter niet anders en nader uitleggen, opdat gij het verstaan zult. In deze vier bewegingen is een harde en zeer verschrikkelijke, scherpe en grimmige koude, zoals van gesmolten en ijzig koud zout water, hetwelk toch geen water is maar een harde kracht als steen. Daarin woedt het, doodt het, steekt het en brandt liet, en het water is steeds als een stervende mens, wanneer zich zijn ziel van het lichaam gaat scheiden, in een verschrikkelijke angst en smartopenbaring. O mens tracht te begrijpen, hoe gij hier ziet waar de duivel met zijn grimmige toornige boosheid zijn oorsprong heeft en waaruit Gods toorn en het helse vuur, en ook de dood en de hel en de eeuwige verdoemenis ontstaan. Merk dat goed op, gij filosofen!
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[33] Zo ziet gij, hoe geen enkele kracht de eerste is, en ook niet de tweede, derde, vierde, de laatste; maar hoe de laatste zowel de eerste als de eerste de laatste doet geboren worden; en de middelste vindt haar oor­sprong zowel uit de eerste, tweede, derde, enz. Ook ziet gij, dat de natuur niet van de krachten Gods kan worden onder­scheiden, maar dat alles een lichaam is. De Godheid, dat is de heilige kracht van Gods hart, wordt in de natuur geboren. Zo ontstaat ook de Heilige Geest, die steeds uitgaat vanuit het hart des lichts door alle krachten van den Vader heen, en alles maakt en alles vorm geeft. Deze openbaring onderscheidt men in drie aanzichten, waarvan ieder een afzonderlik geheel vormt, hoewel toch geen van de drie van de ander is los te maken.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[48] Antwoord. Als gij mij op deze ladder, door middel waarvan ik tot in de diepte van God opstijg, naklimt, dan zult gij zeer gestegen zijn. Ik ben niet door mijn verstand of door vooropgezette wil tot deze gevoelens, deze arbeid en erkenning gekomen; ik heb ook deze wetenschap niet gezocht, ik heb er ook niets van geweten. Ik heb alleen gezocht naar het hart van God om mij voor de akeligheid van de duivel te kunnen verbergen. Toen ik dat bereikt had, toen is mij deze zware taak opgelegd, de wereld te openbaren en te verkondigen, dat de dag des Heren aanstaande is. En aangezien gij zo slecht luistert naar de wortel van de boom, moet ik u openbaren, wat de gehele boom is, en u mededelen dat het morgenrood reeds zichtbaar is van de dag, tot welke Gods raad al lange tijd geleden heeft besloten. Amen.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[9] Gij moet deze hoge wijsheid echter goed begrijpen. Het licht Gods, dat zowel de Zoon Gods is als de Heilige Geest, is niet gestorven. Het licht, dat van eeuwigheid af van het hart van God is uitgegaan, en de natuur, die uit de zeven geesten geboren werd, verlicht heeft, dat licht is uit de verdorven natuur geweken. Daardoor is de natuur van deze wereld met haar bewustzijn in de dood gebleven en kan het licht Gods niet vatten, doch is een donker huis des duivels geworden. Hierna heeft God op de vierde dag der schepping het hele huis van deze wereld met de eigen­schappen opnieuw geschapen en heeft de Oergeesten in het huis der duisternis gezet, opdat Hij zich daaruit weer een nieuw lichaam zou kunnen vormen, te zijner lof en ere.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[15] Na voltrekking der nieuwe wedergeboorte zou de dood van de aarde er. de toorn aan Heer Lucifer als een eeuwig huis worden aangewezen. Onder­tussen zou Lucifer in de diepte boven de aarde in de duisternis gevangen liggen, en daar ligt hij nu en hij kan zijn lot spoedig verwachten. Opdat zulk een nieuwe geboorte buiten de wil van de duivel om vol­trokken zou kunnen worden, heeft de Schepper zich als het ware in het lichaam deze wereld, scheppend in zijn Oergeesten gemaakt, en alle sterren zijn niets anders dan krachten van God en het gehele lichaam van deze wereld ligt besloten in de zeven Oergeesten. Dat er echter zoveel sterren zijn met zo verschillende werkingen, dat komt, omdat de zeven geesten Gods elkander voortdurend beïnvloeden en altijd maar door scheppen, steeds en oneindig. Dat de sterrenlichamen onveranderlijk op hun plaats blijven, zoals zij altijd gedaan hebben, betekent, dat er een vaste geboorte zal zijn, waar­door het verstijfde aardelichaam steeds weer in dezelfde uitwerking, op­nieuw aangestoken en herboren zal worden, evenals het huis der duisternis boven de aarde. Het nieuwe lichaam zal steeds uit de dood wedergeboren willen worden, zolang totdat de tijd en het gehele nieuwe lichaam vol­tooid zal zijn.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[22] Het licht wordt niet alleen in en uit de sterren geboren, maar in het ge­hele lichaam dezer wereld. Deze sterren steken het lichaam dezer wereld steeds weer aan, zodat de geboorte overal zal plaats vinden. Nu moet ge dit goed begrijpen. Het licht of het hart van God neemt zijn oorsprong niet alleen uit de wilde en ruwe sterren, waarin liefde en toorn door elkander gemengd zijn, maar uit de plaats, waar het zachte water des levens steeds weer geboren wordt. Dat water is bij de aan­steking des toorns niet door de dood gegrepen kunnen worden, omdat het bestaat van eeuwigheid tot eeuwigheid en reikt tot alle einden dezer wereld. Het is het water des levens, hetwelk door de dood heen breekt en waaruit het nieuwe lichaam Gods in deze wereld gebouwd zal worden. Het bevindt zich zowel in de sterren als op alle plaatsen, maar nergens is het te vatten of te begrijpen, en toch vervult het alles en allen. Het is ook in de lichamen der mensen, en wie naar dat water verlangt, en ervan drinkt, in die mens wordt het licht des levens aangestoken, het­welk het hart van God is, en daaruit welt de Heilige Geest op. Nu zegt gij: Hoe komt het dan, dat de sterren zich bevinden in liefdes­toorn? Ziet, de sterren zijn vanuit het ontstoken huis des toorns opge­gaan, evenzo als de beweeglijkheid van het kind in het moederlijf, in de derde maand, zich manifesteert. Nu zijn echter de sterren aangestoken door het eeuwige, onsterfelijke water des levens en datzelfde water is nooit gestorven.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[24] Koning en Genadevorst van deze wereld, Jezus Christus, in de dood ge­rust, en heeft de eerste dag van de schepping der natuur en de tijd in de dood weer tot licht doen geboren worden, opdat deze tijd met de eeuwige tijd weer eenzelfde tijd zou zijn, met geen dag des doods daar tussen in, en opdat de eeuwige liefde en de nieuw geboren liefde uit het nieuwe lichaam der natuur, één eeuwige liefde zou zijn, en dat er geen onderscheid zou bestaan tussen de eeuwige liefde en de nieuw geboren liefde, maar dat de nieuwgeboren liefde zou reiken tot in het wezen, dat van eeuwigheid geweest is en ook tot in eeuwigheid zal bestaan. Zo is de nieuwgeboren liefde, die uit het water des levens in het licht, in de sterren en in het gehele lichaam dezer wereld is opgegaan, met de eeuwige oneindige liefde verbonden, zodat het één hart zij en één geest, die alles draagt en schraagt.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[35] In het lichaam der natuur is de aansteking geschied en uit dit lichaam waren ook de Engelen geschapen en wanneer zij zich niet in hun over­moed verheven en zichzelf aangestoken hadden, dan waren hun lichamen eeuwig in de stille en onbegrepen zachtmoedigheid gebleven, zoals het geval is met de andere vorstenrijken der Engelen buiten deze wereld; hun geest zou zich eeuwig in het lichaam der zachtmoedigheid geopenbaard hebben, zoals het geval is met de heilige drievuldigheid in het lichaam van God, en hun ingeboren geest zou met de heilige drievuldigheid één hart, één willen, en één liefde geweest zijn, want daarom waren zij ook in het lichaam van God, tot vreugde van de Godheid geschapen. Lucifer echter wilde zelf de machtigste God zijn, ontstak zijn lichaam, wekte daarin de scherpe geboorte Gods op en stelde zich tegenover het lichte hart van God met de bedoeling om met zijn scherpte daarin te heersen, hetgeen toch onmogelijk was. Toen hij tegen liet recht van de Godheid in opstand kwam en zich aanstak, toen verhief zich ook de scherpe geboorte in het lichaam des Vaders tegen hem en nam hem als een toornige zoon in de scherpe geboorte gevangen en daarin voert hij nu zijn eeuwige heerschappij.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[38] En datzelfde nieuwe lichaam is het water des levens, hetgeen ontstaat, als het licht door de toorn heendringt en de Heilige Geest is de vorm­gever daarin. De Hemel is de scheiding tussen de liefde en de toorn en is ook de plaats, waar de toorn zich in liefde verandert. Wanneer gij nu naar de zon en de sterren kijkt, moet gij niet denken, dat zij de reine God zijn, en gij moet u niet voornemen hen iets te bidden of te smeken, want zij zijn de heilige God niet; zij zijn de aangestoken geboorte van Zijn lichaam, waar liefde en toorn met elkander worstelen. De heilige God echter is in het midden van al deze dingen in zijn Hemel verborgen, en gij kunt Hem niet zien noch begrijpen; de ziel en de siderische geboorte begrijpt hem half, want de Hemel bevindt zich tussen de liefde en de toorn en diezelfde Hemel is overal, ook in uzelf. En wanneer gij nu den heiligen God in Zijn Hemel aanbidt, dan aanbidt gij Hem in de Hemel, die in u zelf is, en diezelfde God breekt met Zijn licht en daarin de Heilige Geest, door uw hart heen en doet uw ziel in een nieuw godslichaam, dat met God in zijn Hemel heerst, herboren worden. Want het aardse lichaam, dat gij draagt, is één lichaam met geheel het ontstoken lichaam dezer wereld, het lichaam komt ook overeen met geheel het lichaam dezer wereld. Er is geen onderscheid tussen de sterren en de diepte, alsmede tussen de aarde en uw lichaam, want het is alles één lichaam. Alleen dat onderscheid is er, dat uw lichaam een zoon is van het heelal en daarmede ook gelijkenis heeft. Zoals elk nieuw lichaam dezer wereld wordt geschapen in zijn Hemel, zo wordt ook uw nieuwe mens in zijn Hemel geboren, want alles is één Hemel, waarin God woont, en waarin de nieuwe mens woont en dat kan niet van elkander gescheiden worden.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[40] Op de plaats van uw Hemel zit de toornduivel; wanneer gij echter daar­door heen breekt, moet hij wijken en de Heilige Geest neemt dan zijn plaats in; vanuit het andere deel der grimmigheid ziet de duivel u dan aan, want dat is dan zijn plaats en de Heilige Geest weerstaat hem, en de nieuwe mens ligt in zijn Hemel onder bewaking van den Heiligen Geest verborgen en de duivel kent de nieuwe mens niet, omdat hij zich niet bevindt in zijn Hemel doch in de Hemel, de vesting van God. Ik schrijf dit als een woord, dat in de Hemel ontstaan is; waar de heilige Godheid zich immer openbaart, waar de golvende geest in de bliksem des levens opgaat, daar is dit woord en deze bekentenis geboren en door het liefdevuur van Gods Algeest uitgegaan.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  1465 - 1466 - 1467 - 1468 - 1469 - 1470 - 1471 - 1472 - 1473 - 1474 - 1475 - 1476 - 1477 - 1478 - 1479 - 1480 - 1481 - 1482 - 1483 - 1484 - 1485 - 1486 - 1487 - 1488 - 1489 - 1490