Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 150 van 263

...  138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163  ...
[12] O Asmahaël, Gij dierbare, verheven vreemdeling, die zo moedig op het dier zit en ons, wormen in het stof, in alle zachtmoedigheid en deemoed aanhoort als mocht U van ons leren, terwijl ieder goed woord uit onze mond reeds lang voordien in U in de hoogste reinheid gegroeid is, voordat het door onze tongen werd verontreinigd, maak ons vrij en eeuwig levend in U!
Hoofdstuk 91: Seth herkent de vreemdeling Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Wees daarom onbezorgd en volg Mijn ondoorgrondelijke raad, dan zul je het juiste doen: want jullie woord zal uit Mij zijn en je leer, die tot Mij is gericht, zal een leer zijn voor jullie en jullie kinderen, en jullie vaderen zullen daar vreugde aan beleven en het uitjubelen.
Hoofdstuk 92: Het getuigenis van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Of moesten zij dat getuigenis wel geloven? Want ze dachten als volgt: "Geloven wij het getuigenis, dan zitten wij voor Adam en de overigen in de klem; want onze eerbied en mateloze liefde voor Asmahaël zal aan de vaderen zeker verraden dat er achter Asmahaël beslist iets ongewoons schuilen moet omdat wij Hem buitengewoon hoogachten en geheel van liefde vervuld zijn toegedaan en dat noodzakelijkerwijze ook moeten zijn. Maar geloven wij het getuigenis niet, wat zijn wij dan in de ogen van Asmahaël? Blijkbaar niets anders dan leugenaars ten aanschouwe van iedereen en bedriegers van onze vaderen, broeders en kinderen, - of wij zijn niet meer in staat ook maar één woord over onze lippen te brengen, indien wij in de waarheid willen blijven! Want als we ook maar één woord over God spreken, die te midden van ons is, die wij echter ongelovig in ons hart verloochenen, dan zijn wij - zoals gezegd - leugenaars en bedriegers omdat wij de anderen ongetwijfeld zouden willen laten geloven dat er iets zou zijn waar onze ogen ook geen enkele schaduw van bespeuren!
Hoofdstuk 92: Het getuigenis van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Wat zal Hij wel van ons, wormen in het stof, kunnen leren, terwijl toch ieder zinnig woord uit onze mond van tevoren vanuit Hem in ons moet komen, voordat wij in staat zijn het uit te spreken?' Aan de andere kant, indien wij dat onder de dekmantel van de geheimhouding toch doen, dan zijn onze ouders, broeders en kinderen drievoudig bedrogen: eenmaal door ieder woord van ons, omdat wij in ons hart noodgedwongen anders handelen en anders denken moeten; voor de tweede maal omdat wij voor de schijn voor hen over een andere God, die niet bestaat en nergens is, moeten prediken en Hem aanbidden en hen volgens hun wil ook moeten aanmoedigen, de ware, levende God, die onder en te midden van ons is, in het openbaar te verloochenen;
Hoofdstuk 92: Het getuigenis van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Nadat Asmahaël het drietal terechtgewezen had, spoorde Hij Seth aan, de kinderen van de avond naderbij te roepen en wel in het bijzonder de oudsten, opdat zij naar de wil van Adam ook van Hem een woord over de vrijlating zouden vernemen.
Hoofdstuk 93: Adams nieuwsgierigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] "Want Hij is - - - luister - Hij is kort gezegd, kinderen, - Hij overtreft ons allen verreweg in liefde en wijsheid, - en ieder woord van Hem - is belangrijker dan de hele - - - dat wil zeggen - dan alle woorden van ons!"
Hoofdstuk 93: Adams nieuwsgierigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Seth begroette hem en zei: "Luister, lieve vader! Asmahaël heeft nog niet tot de kinderen gesproken, maar Hij heeft voordien alleen met ons gepraat; maar nu zal Hij overeenkomstig jouw wil ook een woord tot de kinderen richten. Want omdat Hij met ons mee moest gaan, moet hij volgens jouw wil immers datgene doen wat wij allen reeds gedaan hebben, - niet waar, vader?"
Hoofdstuk 93: Adams nieuwsgierigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Seth was buiten zichzelf van angst en kon geen woord uitbrengen.
Hoofdstuk 93: Adams nieuwsgierigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] Onmiddellijk stapte Henoch op hen af en zei tegen Adam: "Vader, lieve vader, heb je ons niet zelf geleerd dat de rechte weg de kortste is? Is Asmahaël niet in ons midden? Waarom moet Seth in Zijn plaats antwoorden, terwijl hij toch mogelijk eerder iets zou hebben vergeten van hetgeen Asmahaël tegen ons gezegd heeft, - dan de hei - - - Spreker, dat wil zeggen, dan Asmahaël Zelf?! Wend je daarom tot de Maker van al - - dat wil zeggen tot Asmahaël Zelf en wees er van verzekerd dat wij ieder woord van Hem als volkomen waar zullen kunnen bevestigen! Amen."
Hoofdstuk 93: Adams nieuwsgierigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] "Henoch, vertel je tot in het diepst van zijn hart gekwetste vader toch tenminste zoveel, of het door Asmahaël aan jullie gerichte woord van groot gewicht was of niet! Was het een woord van licht en liefde, of was het een woord uit het diepst van alle duisternis en alle gruwelen?
Hoofdstuk 94: Adams verzoek aan Henoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Zie, beste Henoch en denk er diep over na, dan zul je ontdekken hoe moeilijk zo'n dwaas gebod zich op het eerste gezicht laat rijmen met de liefde en de wijsheid van God! Want als een en hetzelfde, voor jullie tongen verboden, woord aan Asmahaël wel zou zijn toegestaan, dan kan immers aan het woord zondermeer niets of toch niet veel gelegen zijn, en het ligt minder aan het woord zelf, waarvoor eigenlijk geen verbod geldt, omdat Asmahaël het vrij mag uitspreken, maar alles ligt aan de gebonden tongen.
Hoofdstuk 94: Adams verzoek aan Henoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Waarom is voor een en hetzelfde woord jou tong gebonden - en die van Asmahaël vrij?
Hoofdstuk 94: Adams verzoek aan Henoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] De valstrik van de wijsheid deugt er slechts voor om zware, ruwe kluiten zonder enige orde voor een korte tijd aan elkaar te hechten; maar de tere draden van de liefde omwinden het meest innerlijke tere leven en nemen zodoende heel gemakkelijk de zachtste trillingen van de schouwende ziel waar!
Hoofdstuk 95: Adam wordt terechtgewezen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Toentertijd, toen ik, door U verworpen, gedurende eeuwigheden ben gevallen, kwam U, eeuwige liefde, tot mij, arme, en begeleidde mij, bouwde uit Uw woord voor mij de aarde en plaatste mij, zoals ik nu nog gedeeltelijk ben, daarop; maar nu roep ik in mijn hart tot U of U mij zou willen vernietigen of redden, maar U wilt mijn stem niet horen en laat mij versmachten van honger en dorst en verbiedt zelfs mijn kinderen mij datgene aan te reiken, waarnaar ik zo zeer verlang!
Hoofdstuk 95: Adam wordt terechtgewezen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] "Luister allemaal en begrijp het goed, kinderen in de avond en vaderen en Adam niet minder: wanneer de tarwekorrel in de aarde gelegd wordt, dan vergaat hij en uit zijn verval ontstaat een nieuw gewas en dat brengt het honderdvoudige van de vergane korrel voort. En zo is het ook met ieder woord uit Gods mond.
Hoofdstuk 96: Asmahaëls spreekt over het woord Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163  ...