Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 151 van 1166

...  139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164  ...
[1] Na deze woorden gaat Roban vlug naar huis, en nauwelijks is hij thuis of er komt al een bode die hem vraagt in de synagoge te komen, waar de nieuwe overste met hem over Mij wil spreken, want hij had gehoord dat Roban voor Mij in Sichar was geweest. Roban gaat er vlug heen en de overste trekt meteen fel tegen hem van leer .
Hoofdstuk 83: De nieuwe overste van Nazareth.(23.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De Romeinen en de Grieken zijn de hoogste gezagsdragers van de staat, en zij zien graag dat de Joden tot hun leer overgaan. Hoe wil je zulke overgangen verhinderen, vooral nu het in geheel Galiléa overbekend is dat alles wat met de tempel te maken heeft maar al te veel op een lege dop lijkt? En wie anders dan de hebzuchtige tempeldienaars zelf zijn daaraan schuldig, die voor geld de rijke vreemden toelaten in het allerheiligste, waarop deze, ondanks alle eden, vervolgens lachend en onder veel spotternijen alles openbaar maken aan het volk?! Ga en vraag het de burgers van deze stad en dan zullen ze je vertellen wat ze ons verteld hebben!"
Hoofdstuk 83: De nieuwe overste van Nazareth.(23.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] De OVERSTE stampt van kwaadheid op de grond en zegt: " Jullie zijn allemaal al des duivels en schijnen het meer met onze vijanden te houden dan met ons. Jullie zijn aanhangers van de leer van de volksmisleider! Hiervoor zal ik jullie allemaal uit de synagoge stoten, nieuwe mensen uit Jeruzalem in jullie plaats aanstellen en jullie aan het gerecht overleveren! Daarom vraag ik je nog een keer: Wat moest je zo nodig in Sichar bij de Samaritanen doen?"
Hoofdstuk 83: De nieuwe overste van Nazareth.(23.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De JONGEN zegt: "Vader, daaraan zult U toch niet twijfelen? Dan zou U mijn hart een andere instelling moeten geven! Dat zult U echter in der eeuwigheid niet doen en dus zal ik U ook eeuwig trouw blijven. Als ik echter zelf mijn toekomst op deze aarde zou mogen kiezen, dan bleef ik het liefst direct bij U! Want wat voor hogers, beters en zaligers kan er in de gehele oneindigheid en in alle oude en nieuwe hemelen nog zijn, dan bij U, de oerbron van liefde, wijsheid en al het leven te zijn? Maar dat is slechts de eigenlijke, diepste wens van mijn hart; voor het overige weet ik ook te gehoorzamen en ga gewillig overal heen waar Uw heilige wil mij maar heen wil zenden! Ik ga naar Cyrenius, die ik zeer hoogacht en waardeer, en zo ga ik ook naar mijn aardse ouders terug, waar ik ook veel van houd; maar zonder Uw wil zal ik niet zo maar iets doen."
Hoofdstuk 80: Cyrenius neemt Josoë op. De dood van Johannes de doper. Jezus in de woestenij en aan de zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] IK zeg: " Je hele wezen toont, dat je bij Mij zou willen blijven en mettertijd ook bij mij zult blijven, maar nu heb je nog wat rust nodig, die Je moet nemen terwijl je lichamelijk niet bij Mij bent, opdat je ziel en je nieuwe lichaam een hechtere eenheid zullen vormen. Als dat in de loop van ongeveer een jaar gebeurd is, kun je wel weer bij Mij komen en dan zul je je in Mijn nabijheid goed staande kunnen houden zonder dat Ik, .zoals nu, gedwongen ben om met de macht van Mijn wil jouw ziel in je. lichaam vast te houden. Kijk, dat is de reden waarom Ik je nu voor je eigen bestwil een tijdje bij Mij weg laat gaan! Maar bedenk nu eens. of je liever met de Romeinse opperstadhouder Cyrenius mee gaat, of dat Je liever. terug gaat naar je aardse ouders! Het maakt Mij niets uit, -maar het is wel waar, dat je bij Cyrenius altijd meer kunt opsteken, dan als een soort vreemdeling in het huis van je ouders, want die zullen lange tijd niet weten wat ze met je aan moeten."
Hoofdstuk 80: Cyrenius neemt Josoë op. De dood van Johannes de doper. Jezus in de woestenij en aan de zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] CYRENIUS zegt: "Dat kunnen we morgen, als we hiervandaan over Kapérnaum naar Sidon en Tyrus reizen, heel gemakkelijk regelen! Als we.in. Kapérnaum 's middags zullen eten bij mijn broer, die je hier naast mij ziet en die Cornelius heet, dan zullen daar behalve enige belangrijke burgers van de stad ook jouw ouders aan tafel genodigd worden en dan zul Je voldoende gelegenheid hebben om je ouders te zien, en te horen wat voor opmerkingen zij over jou zullen maken. Maar je moet daarbij wel erg oppassen om je niet eventueel door een achteloos gezegde te veel bloot te geven! Aan de kleding zullen ze je niet herkennen omdat ik je morgen meteen een toga, zoals de Romeinen die dragen, uit mijn voorraad aan zal laten trekken. Maar, zoals gezegd, jouw mond moet Je zelf heel goed in de gaten houden, om je niet voortijdig te verraden!"
Hoofdstuk 80: Cyrenius neemt Josoë op. De dood van Johannes de doper. Jezus in de woestenij en aan de zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Als die mens niet een lichamelijke broer van de satan is, dan doe Ik volledig afstand van mijn mens zijn! Eerst berooft hij ons niet alleen van ons geld, maar ook van al onze andere bezittingen, zodat we niet eens meer weten waar we nu in het vervolg met onze families van leven moeten. Hij neemt al het meel, alle peulvruchten, al het koren, alle gerookte vissen; vervolgens zegt hij dat al onze ossen en koeien en kalveren, schapen en ezels eigendom van de tempel zijn en zal ze op die manier genadeloos van ons afnemen! Daarbij verklaarde hij ons allen tot afvalligen van de tempel en wil ons bovendien nog alle mogelijke straffen opleggen; want in Jeruzalem is men helemaal op de hoogte met wat hier gebeurt, en tevens heeft hij de strikte opdracht om U als volksverleider en volksopruier te laten grijpen en aan het gerecht over te leveren! -Wat zegt U van zoiets beestachtigs?
Hoofdstuk 81: De nieuwe overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] CHIWAR, de redenaar, zegt dan: "Waarom moeten wij ingewijden elkaar zo onzinnig lastig vallen? Was ik niet vanaf mijn elfde tot en met mijn vijf en twintigste jaar dienaar in de tempel, en weet ik niet maar al te goed wat daar gebeurt? Als ik slecht had willen zijn, wat zou ik dan in al die tijd niet hebben kunnen verraden! Maar ik dacht bij mijzelf: Het blinde volk blijft toch afhankelijk van de tempel -zoals voorheen!
Hoofdstuk 84: Het getuigenis van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] ROBAN zegt: "Houd jij nu maar je mond over Mozes en Jehova en al de profeten! Daarvan is bij jou en nog minder bij de oversten en hoogsten van de tempel ook maar iets te ontdekken. De tempel is al dertig jaar niets anders dan een wissel en handelsmarkt en van de echte Jehova en van Mozes is allang geen spoor meer te vinden! Datgene wat er nog is, is pure schijn en bedrog, en de verscheurende wolven lopen in schaapsvacht rond om de arme schapen des te gemakkelijker te kunnen grijpen. Als je zou leven volgens de wetten van Mozes, dan zou je nooit deze functie voor veel goud en zilver hebben willen kopen! Ik verwed er mijn leven om, dat Mozes nooit ergens bevolen heeft om het ambt van opperpriester voor goud en zilver te verkopen!"
Hoofdstuk 83: De nieuwe overste van Nazareth.(23.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Bij dit alles treden er juist in deze tijd twee mannen op, die met hun onbegrijpelijke macht in staat zouden zijn om binnen enkele jaren met hun nieuwe leer de gehele aarde voor zich te winnen! Johannes, lichamelijk weliswaar niet meer onder de sterfelijken, is de eerste wiens leer door half Judéa en Galiléa aanvaard is, en nu nog vasthoudender aanvaard wordt dan tijdens zijn leven het geval was! Herodes kon dus in zijn geilheid wel het hoofd van de onmiskenbare profeet nemen, maar zal hij dat ook bij zijn geest en de geest van zijn goddelijke leer kunnen doen? Ik geloof het in der eeuwigheid niet, want juist door de vervolging wordt iedere goede leer groot en onoverwinlijk!
Hoofdstuk 84: Het getuigenis van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Toen viel CHIWAR voor Mij op zijn knieën en bad Mij vurig daarom. Ik legde Mijn rechter hand op zijn hart en Mijn linker hand op zijn hoofd en op dat moment werd het licht in hem. En hij zei: "Heer, in mij is nu geen duisternis meer, alles in mij is licht en het lijkt mij toe alsof mijn gehele lichaam nu uit een op diamant gelijkende doorzichtige materie bestaat, waar het daglicht ongehinderd doorheen dringt. O Heer Iaat mij voor altijd deze zegen behouden, ik zal hem zeker weten te beschermen en altijd weten hoe ik hem dankbaar in ere moet houden!"
Hoofdstuk 85: Zegening van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Dan staat Chiwar op en merkt, dat er behalve Borus en Jaïrus en Maria en Mijn broers geen vreemde meer aanwezig is, zelfs de twaalf voornaamste leerlingen zijn nergens te bekennen, en hij vraagt Mij wat er gebeurd is.
Hoofdstuk 85: Zegening van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Jij hebt nu de vrije keus om te doen wat je het beste lijkt; voor ons is het maar een klein eindje naar de Romeinen! Zij zijn, goddank, onze vrienden, maar voor jou zou de weg wel eens heel lang kunnen worden! De menselijke wijsheid vereist toch om geen lege voor een volle noot aan te nemen! Wat kun je dan van de hebzuchtige tempel, die toch allang een lege dop is, nog verwachten? Is het dan niet veel verstandiger om met een veelbelovende ontwikkeling mee te gaan? Ik zeg je rechtuit, dat nu al de grote en machtige heren uit Rome zich als lammeren door Jezus laten leiden! Als Hij hen nu gewonnen heeft voor Zijn waarlijk goddelijk zuivere leer, wat moeten wij dan tegen Hem beginnen? Als je ook maar aanstalten maakt om Hem op te pakken, ben je zelf al zo goed als opgepakt, en geen mens zalook maar één stap verzetten om je vrij te krijgen. Als je je echter verstandig gedraagt, dan zullen de Romeinen ook jouw vrienden worden, en jij zult dan net als Jaïrus een goed bestaan hebben! Maar doe nu wat je wilt, de gevolgen zullen je wel aangeven of wij jou een vriendschappelijke of een vijandige raad hebben gegeven!"
Hoofdstuk 84: Het getuigenis van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Maar IK zei: "Vriend, bespaar je de moeite, want je weet, dat niets voor Mij verborgen kan blijven. Ik wil je echter wel zeggen dat jij en Roban jullie zaken heel goed gedaan hebben, want de overste zou anders nog heel wat overhoop gehaald hebben. Maar nu is hij er van overtuigd dat het onzin zou zijn om iets tegen de Romeinen te ondernemen en dus zal hij in ieder geval een poosje rustig blijven. Helemaal vertrouwen mogen jullie hem echter nog lang niet, je moet steeds op je hoede blijven en hem zo gezegd nooit uit het oog verliezen. Ik wil echter jou, omdat jij Mijn ijverigste verdediger was en nog bent, het vermogen geven om zieken door een juist gebed en door de oplegging der handen te genezen, en in je hart de plannen van de nieuwe overste te vernemen en daartegen de juiste middelen aan te wenden, -maar dat moet iedere keer meteen gebeuren, want anders zou het geen uitwerking hebben! De juiste middelen zullen je ook getoond worden. Ontvang daarvoor dan nu Mijn zegen!"
Hoofdstuk 85: Zegening van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Ik zal nog vandaag deze streek verlaten, want Herodes is een sluwe vos en de nieuwe overste staat in zijn dienst, en dat moet geen reden zijn om van Mijn huis het strijdtoneel van de satan te maken. Ik heb Mijn leerlingen een paar uur geleden al weggezonden. Zij gingen met Mijn broeder Kisjonah mee en zullen daar in Kis wachten op de leerlingen van Johannes en hen verkondigen dat het Rijk van God nabij is gekomen. Zij zullen vandaag nog met de leerlingen van Johannes hierheen komen en dan met Mij in de avond deze plaats verlaten. Waar wij heen zullen gaan zul je, net als nog veel meer, in jezelf gewaarworden.
Hoofdstuk 85: Zegening van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164  ...