Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 151 van 1490

...  139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164  ...
[14] Dan vraag IK aan Ribar: "Wel, beste vriend, laat mij je oordeel horen. Wat zeg je over deze daad, door een leerling uitgevoerd?"
Hoofdstuk 52: De steen die brood werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Door deze nieuwe leer zo precies mogelijk op te volgen wordt de in de mens aanvankelijk zeer gebonden geest vrijer en vrijer, groeit en doordringt tenslotte de gehele mens en betrekt op die manier alles bij zijn leven, dat een leven van God is en daarom eeuwig moet duren en wel zo gelukkig mogelijk!
Hoofdstuk 53: Hoofdlijnen van de leer van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Mathaël heeft je echter al voldoende getoond welk inzicht een geest kan krijgen als hij slechts voor de helft wedergeboren is. Je hebt dus nu voor alles de duidelijkste bewijzen in handen en kunt dus met het grootste vertrouwen je leven daarnaar gaan inrichten. -Ben je met deze uitleg tevreden?"
Hoofdstuk 53: Hoofdlijnen van de leer van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] RIBAR zegt: "Vriend, als hij er nog een wil doen, laat hij dan van de steen die ik nu in mijn handen houd, één van de edelste vissen maken die hier in deze zee leven!"
Hoofdstuk 54: Het wonder van de vis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] SUETAL zegt: "Eerlijk gezegd, deze man waarin Gods gehele geest aanwezig is, is voor iemand zoals wij in alles té verheven, en ik ben werkelijk bang om hem ook maar op een afstand te zien laat staan met hem in nader kontakt te treden! Daarom vind ik het nu prettiger hem persoonlijk helemaal niet te leren kennen. Kijk, mij hindert reeds de aanwezigheid van deze jonge leerling van hem, en eerlijk gezegd zou ik het op prijs stellen als hij weer naar zijn groep terugkeerde. De proef heeft hij voor ons afgelegd en die is voldoende! Een tweede maal zou hij dat toch niet meer doen en dat zou ook onnodig zijn, want wie door dat ene wonder niet voldoende overtuigd raakt, zal ook door duizend Wonderen niet overtuigd worden. Daarom zou het me liever zijn als hij weer terugging naar zijn eigen gezelschap. We kunnen hem er niet voor belonen omdat we, behalve dat wat we aan hebben, niets bezitten. Vraag hem daarom, beste vriend, of hij nu weer naar zijn eigen gezelschap terug wil gaan!"
Hoofdstuk 54: Het wonder van de vis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Ik zeg voor de vorm tegen Raphaël: "Zul je deze opgave wel uit kunnen voeren?"
Hoofdstuk 54: Het wonder van de vis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Maar deze twee wonderen hier, die de leerling van de grote meester deed, en de wonderbaarlijke genezingen waar wij van gehoord hebben dat zij door de grote heiland verricht zijn, zijn zo zuiver boven al de magische bedriegerijen verheven, als een zon met haar heldere en reine licht verheven is boven ieder nietig en bedrieglijk dwaallicht. Bij deze twee wonderen is, zoals gezegd, iedere menselijke wijsheid uitgepraat. Daar helpt geen denken en testen meer, daar werkt de almacht van God aan wie natuurlijk niets onmogelijk kan zijn.
Hoofdstuk 55: Vergelijkingen met de wonderen van magiërs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] RIBAR zegt: " Ja, ja, je zou best wel eens gelijk kunnen hebben! Weet je, zo heel in het geheim liep ik ook al met deze gedachte rond, zoals een zwangere vrouw met haar vrucht. Maar dan wordt het dubbel zo moeilijk, zowel ten opzichte van de tempel als van de Romeinen, voor wie zo'n echte Messias der Joden, zoals hij voorspeld is, zeker zeer ongelegen zou komen. De tempel berekent weliswaar de komst van de Messias, volgens kabbalistische berekening, uit wijze voorzorg pas minstens over een paar duizend jaar. Die zou, nu het de tempel zo goed gaat, helemaal geen Messias kunnen gebruiken. Maar de Romeinen zouden hem kennelijk liever aan hun kant hebben staan dan aan de Joodse kant!
Hoofdstuk 56: Het wonder van de ezel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Dan zegt RAPHAËL: "Het zij zoals je gewenst hebt!" -Raphaël had deze woorden nauwelijks uitgesproken, toen een edelvis van ruim tachtig pond in de handen van Ribar, tot schrik en overgrote verbazing van alle aanwezigen, een dermate heftige sprong deed, dat Ribar languit op zijn rug viel. Omdat de vis met geweldige klappen in het rond sprong en zich met zijn staart heftig om en om gooide, vluchtten de toeschouwers naar alle kanten, en ook Ribar, die al gauw weer was gaan staan, toonde geen lust meer om de grote vis vast te grijpen. Maar een zoon van Marcus stond ook dichtbij, kwam vlug met een sterk klein handnet aanlopen, wierp dit over de nog wild rondspartelende vis, omwikkelde hem en droeg hem naar een kuip die vol water stond.
Hoofdstuk 54: Het wonder van de vis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Toen de vis zich in zijn element bevond, werd hij natuurlijk rustig en allen gingen nu naar de kuip en keken vol verwondering naar de grote vis, en RIBAR zei: "Nu ben ik met al mijn onbetekenende wijsheid verslagen en ik geloof nu beslist al hetgeen ik over de grote meester heb gehoord! Hier houdt alle wijsheid van de mensen op en de heerlijkheid van God openbaart zich op een maar al te letterlijke, werkelijk tastbare wijze! Mathaël heeft met ieder woord gelijk en de vriend ook, aan wiens goedheid wij de twee nooit eerder vertoonde wonderen te danken hebben. Daarom zeg ik: Groot, groot is God en eeuwig geprezen zij Zijn heerlijke naam, omdat Hij ook aan mensen op deze wereld zo'n macht heeft gegeven! Wij zijn weliswaar helemaal niet waard om zulke zuivere godswonderen met onze zondige ogen te zien, maar omdat God Zelf ons daartoe waardig heeft geacht, zij Zijn heerlijke naam eeuwig geprezen!"
Hoofdstuk 54: Het wonder van de vis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] SUETAL zegt: "Amen! Dat vind ik ook! Want zoiets heeft nog nooit een sterfelijk oog gezien! De magiërs ten tijde van de Farao hebben ook wel stokken op de grond geworpen, die slangen werden, maar daar waren wij niet bij! En zouden wij daarbij zijn geweest, dan zouden wij waarschijnlijk hetzelfde kunststuk gezien hebben dat wij eens, net eender, in Damascus hebben gezien. Een Perzisch tovenaar gooide een knuppel op een wijd uitgestrekte, voor hem liggende vlakte van stuifzand. En wanneer de op een speciale manier geworpen knuppel in het stuifzand verdween, zodat men er niets meer van zag -wat natuurlijk heel snel gebeurde -kwam er uit het zand een rat of een muis tevoorschijn die haastig wegvluchtte! Deze tovenaar deed het voorkomen alsof hij uit de in het zand geworpen knuppels ratten en muizen toverde. Maar ik onderzocht daarna het zand en vond de gegooide knuppels onveranderd terug, daarbij vond ik ook duidelijke sporen dat de tovenaar, waarschijnlijk zonder getuigen, tevoren een bepaald aantal ratten en muizen in het zand verborgen vasthield door op meerdere plaatsen een speciaal lievelingsvoer in door hem gemaakte zandholletjes te leggen, waarmee de daar uitgezette ratten en muizen heel rustig en behaaglijk bezig bleven tot ze door de handig geworpen knuppel gedwongen werden uit het holletje te springen en weg te lopen.
Hoofdstuk 55: Vergelijkingen met de wonderen van magiërs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] SUETAL zegt: "Vriend, de mening die nu bij mij heeft postgevat wordt in ieder geval bij mij tot zekerheid! Want kijk, ik heb een heel eenvoudige, maar beslist steekhoudende reden om dat aan te nemen! God is te eindeloos goed en wijs om een mens zo machtig op te wekken en met Zijn almachtige geest te vervullen om alleen maar een aantal zieken lichamelijk te genezen en uit stenen brood en vissen te maken. Met zo'n mens, die als een zon ver boven Mozes en alle andere profeten is verheven, heeft God zeker ook nog een hoger, ons nog geheelonbekend, groot doel voor ogen! Want voor onbelangrijke doeleinden, om alleen voor de ogen van de gaaplustige en op wonderen beluste, blinde en domme mensenmenigte allerlei wonderen te verrichten heeft God, zoals gezegd, zo'n Godmens niet op deze aarde gezet! Ik ben geneigd in hem bijna de door alle aartsvaders en profeten verkondigde, grote messias der Joden te zien en daarvan ben ik, beste vriend, haast geheelovertuigd!
Hoofdstuk 55: Vergelijkingen met de wonderen van magiërs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan richt SUETAL zich tot Ribar, terwijl hij hem aan zijn mantel trekt en zegt: "Ribar, de vraag en het onderwerp waarover het hier gaat, is uiterst belangrijk, vooral voor ons Joden. Misschien kun jij ons daarover uitsluitsel geven, omdat jij naar mijn weten geen totale leek bent op het gebied van de Schrift. Kijk, alle grote beloften vanaf -zeg maar -Adam tot bijna aan onze tijd toe, kennen wij. Volgens deze zeker niet uit de lucht gegrepen beloften verwachten wij een Messias die met name de Joden, als het oude volk van God, bevrijden zal van alle mogelijke lichamelijke en geestelijke kwalen! Wel, de daden van de beroemde heiland hebben wij met eigen ogen gezien en nog meer hebben wij uit de meest recente ervaringen van oog en oorgetuigen met onze eigen oren gehoord, wat hij allemaal doet en heeft gedaan. Mijn vraag is, of God Zelf, neerdalend uit Zijn hoogste hemelen op de aarde, méér zou doen en wonderbaarlijkers, dan de heiland uit Nazareth! Het antwoord op deze vraag kan alleen maar 'Nee' zijn.
Hoofdstuk 56: Het wonder van de ezel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Daarom ben ik nu duidelijk van mening: In stilte moet men maar geloven wat men wil met betrekking tot de beloofde, maar men moet zijn mening niet eerder openlijk uitspreken vóór deze zaak nog duidelijker uit de doeken is gedaan! Nu zou je met dit geloof zowel van de ene als van de andere zijde aanzienlijke moeilijkheden kunnen krijgen. Overigens ben je met jouw mening en je beredenering niet op het verkeerde, maar volgens mijn mening en mijn geheimste gedachten op het goede spoor, maar, beste vrienden, dat moet in ons eigen belang voorlopig beslist nog strikt onder ons blijven!
Hoofdstuk 56: Het wonder van de ezel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] SUETAL antwoordt ditmaal: "Kijk, beste, wijze leerling van de grote meester, wij hebben tegen deze vriend hier, die jou hierheen heeft geroepen, precies verteld waarom wij het prettiger vinden om niet persoonlijk kennis met hem te maken en bij deze helemaal niet zo kwade wens van ons moet het ook blijven!
Hoofdstuk 56: Het wonder van de ezel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164  ...