10915 resultaten - Pagina 151 van 728
... 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 ...
[12] Na deze betekenisvolle woorden verdween de grote en machtige geest en de beenbrekers begonnen met hun werk. Bij vijf liep er geen bloed meer uit de wijd gapende wonden, maar bij de twee laatsten was dat nog wel het geval. Aan hen gaf men dan ook meteen de vastgestelde genadeslagen, hetgeen echter totaal overbodige moeite en werk was, want als de goede of slechte ziel eenmaal uit het lichaam is, is het lichaam beslist al volkomen dood.Hoofdstuk 132: Het einde van de gekruisigde roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] En de geest verhief zich weer en zei alleen maar: ' Dat hangt van hun eigen wil af! Bij hen lag het niet aan de opvoeding, niet aan de kennis, en zij waren ook niet bezeten -behalve dan door hun eigen kwade wil. Het ongedierte datje uit hen zag komen tijdens het ondergaan van hun straf en bij hun geseling, waren geen vreemde demonen, maar enkel produkten en uitwassen van hun eigen kwade wil. Daarom is deze straf rechtvaardig, want het betrof zeven volslagen duivels waarvoor er op deze wereld geen les, geen woord en geen verbetering was! Maar hier bij ons, waar alles openbaar wordt, zal hun lot zo zijn als zij zelf willen dat het wordt door hun liefde. Het zal hun hier niet aan gelegenheden ontbreken, ook al zijn deze er slechts schijnbaar, om hun krachten te beproeven in nog meer kwaads of echter ook in iets beters. Begrijp dat, jongen, en leg dat ook uit aan je vader, die niet de gave heeft ontvangen om dat te zien!'
Hoofdstuk 132: Het einde van de gekruisigde roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] IK zeg: "Je hebt je verhaal over datgene watje zelfbeleefd hebt, heel goed verteld. De dierlijke vorm van de zielen van de bewuste zeven grote misdadigers vindt haar oorzaak in een zekere vrije ordening. Deze bestaat echter alleen daarin, dat de in een lichaam werkzame specifieke zieledeeltjes zich opnieuw samenvoegen of van plaats verwisselen. Je kunt het vergelijken met een kluwen wormen, die allemaal door elkaar krioelen en kronkelen en in zekere zin op zoek zijn naar een steeds beter rustplekje. Afhankelijk van de wijze waarop zij dat vinden, op een goede of op een slechte wijze, zal de uiterlijke vorm steeds overeenkomen met iets goeds of iets slechts.
Hoofdstuk 133: De vorming van de zielen van de roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Dat wat Ik jullie nu laat zien en aan jullie uitleg is slechts een voorbereiding op datgene wat de geest jullie overvloedig zal geven. Ik zou jullie nog heel veel te zeggen hebben, maar jullie zouden dat nu niet kunnen verdragen; wanneer echter de geest der waarheid zal komen, zal deze jullie binnenvoeren en begeleiden in alle wijsheid! Laten wij, nu jullie dat weten, op deze plaats meteen weer aan een belangrijke en verdere voorbereiding beginnen, en onze Mathaël met zijn vele ervaringen zal ons een ander verhaal uit zijn belevenissen vertellen.
Hoofdstuk 133: De vorming van de zielen van de roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Lazarus, de bode, was door deze mededeling wel gerustgesteld, maar het speet hem erg dat hij geen muilezels had meegenomen. Wij gingen nu echter toch haastig op pad, want als we flink doorliepen, hadden we precies een uur nodig om er te komen.
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Tenslotte werd het echter helemaal dag en boven de oostelijke horizon verhief zich werkelijk een zon, maar met een veel grotere snelheid dan de normale of -zoals men pleegt te zeggen -de alledaagse. Maar bij dit snel opstijgende lichtverschijnsel kwam het onderste, oostelijke eind, ofwel de oostelijke rand, maar niet te voorschijn.
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Pas na enige minuten begonnen onze ogen weer het hoogstnodige te zien en wij zagen bij het zwakke licht van onze lantaarn weer met enige moeite de weg die wij moesten volgen. Het hele gebeuren kostte ons echter toch ruim een half uur en mijn vader vroeg mij meteen of ik bij dit lichtverschijnsel soms ook geesten had gezien.
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Hierbij verlieten echter alle aanwezige hoge geesten samen met de nu vrij geworden ziel onmiddellijk het huis, wat ik meteen aan mijn vader doorgaf, en mijn vader zei tegen de rabbi: 'Wel, nu de ziel van de oude man volledig gescheiden is van zijn lichaam, ga je toch wel naar die mensen die zich bijna blind wenen, om hun te vertellen dat de oude man helemaal dood is?'
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Luister! Het gebeurde tegen het einde van de herfst. De toppen van de hoge bergen waren in nevels gehuld en een beslist niet vriendelijke noordenwind liet de dorre bladeren van de bomen door de lucht dwarrelen; alleen in het oosten waren nog een paar plaatsen waar de lieflijke sterren droevig naar de aarde leken te kijken. Ik en mijn vader, die een grote vriend van de natuur was, ook als deze onvriendelijke dingen deed, hadden dit natuurtafereel tot ongeveer middernacht in ons opgenomen. Toen wij echter aanstalten maakten het huis binnen te gaan en daarin onze legerstede op te zoeken, ontdekten wij iemand die met haastige stappen, met in zijn hand een lantaarn gemaakt van een schapeblaas, rechtstreeks op ons huis afkwam, en het duurde nog geen paar tellen of een tamelijk bedroefde, nog erg jonge man stond voor ons.
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Mijn vader zei daarop: ' Als een andere arts een zieke reeds tot aan de dood heeft gebracht, dan moet iemand zoals ik weer een wonder verrichten! Daar zou ik het ook wel mee eens zijn als dat maar meteen overal mogelijk was! Ik zal met mijn enige zoon, die hier bij mij staat, en die mij moet begeleiden omdat hij de gave bezit geesten te zien en in geval van nood zelfs met hen te spreken, dan nu maar met je meegaan en zien wat er mogelijkerwijs aan gedaan kan worden. Als je echter een paar muildieren meegenomen zou hebben, die jou vlugger hierheen en ons nu sneller naar hem toe gebracht zouden hebben, dan zou een genezing gemakkelijker geweest zijn. Maar mochten zich bij hem nu reeds de hippocratische doodstekenen vertonen, dan is genezen niet meer mogelijk; want tegen de macht van de dood is geen kruid gewassen, niet op de Alpen en nog minder in een of andere tuin.
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[18] Maar ik vertelde heel argeloos aan mijn vader wat ik zag: 'De ziel zweeft reeds in z'n geheel op halve manshoogte horizontaal boven het lichaam en is met het lichaam alleen nog door een haardunne lichtdraad verbonden, wat volgens onze opgedane ervaringen waarschijnlijk geen zestig tellen meer zal duren; die zal direkt breken. Het is echter merkwaardig om te zien hoe de enorme lichtzuil die wij in de grote natuur met onze natuurlijke ogen zagen, zich hier weer vertoont boven het hoofd van de ziel, daarbij dezelfde lichtkracht heeft en ook een zeer weldadige warmte uitstraalt. De ziel wendt haar ogen niet af van de lichtzuil en schijnt daar veel welbehagen in te vinden."
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (MATHAËL:) "Intussen kwam echter de jonge Lazarus naar mijn vader en vroeg hem of de geheime druppels van de rabbi zijn vader werkelijk niet zouden opwekken.
Hoofdstuk 136: De geest van Lazarus getuigt over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Mijn vader zei: 'Het spijt mij erg, mijn beste vriend, dat ik je als dokter en als mens de volle waarheid moet zeggen! Wat heeft het ook voor zin een mens aan het lijntje te houden met loze beloften die nooit of te nimmer werkelijkheid zullen .worden! Ik kan je tot je troost echter iets veel beters meedelen, namelijk dat ik Je volkomen naar waarheid kan verzekeren en ook verzeker dat je vader leeft en in werkelijkheid nooit is gestorven!'
Hoofdstuk 136: De geest van Lazarus getuigt over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (MATHAËL:) "Maar alle aanwezigen waren verbaasd en blij over de onbegrijpelijke, hartverheffende blijdschap van de kinderen van de oude Lazarus. Behalve ik en de drie kinderen van Lazarus had niemand iets gezien, maar toch waren alle aanwezigen diep onder de indruk. Sommigen meenden dat de drie een gezicht hadden gezien dat hen troostte. Een paar Farizeeën die daar ook aanwezig waren, meenden dat de kinderen door het grote verdriet buiten zinnen waren geraakt; de kleine rabbijn dacht echter dat mijn vader hen op een bepaalde, heel geheime wijze had betoverd.
Hoofdstuk 137: De rabbi houdt zich niet aan zijn woord. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Wat je bent, wees dat helemaal, hetzij een engel of een duivel! Het slechtste van het slechtste is echter: tweeslachtig te willen zijn, een engel en een duivel in een en dezelfde persoon! De twee Farizeeën die net aangekomen zijn, hebben je door hun komst het hoofd warm en je hart brandend gemaakt, niet waar?! Je werd bang en begon, als een vroegere aanhanger van de sekte der Sadduceeën, naar hun pijpen te dansen, zoals de Grieken thans hun beren voor ons naar hun pijpen laten dansen; daardoor kon je vergeten ten opzichte van wie je in zekere zin je eed hebt gebroken! Wat wil je nu doen, beklagenswaardige?'
Hoofdstuk 137: De rabbi houdt zich niet aan zijn woord. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)