Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 152 van 1110

...  140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165  ...
[18] Beste overste, spreek en vertel nu eens de volle waarheid, want uw metgezellen hebben nog niet alles volgens de gehele volle waarheid verteld! Zij wilden eigenlijk ten koste van u hun eigen hachje in zekerheid brengen en dat vind ik helemaal niet in hen te prijzen! Wat ik weet, weet ik vanuit de oorsprong van alles en dan kunt u liegen zoveel u maar wilt, dat helpt u dan toch niets, want mij kunt u onmogelijk om de tuin leiden. -Spreek nu dus de waarheid!"
Hoofdstuk 144: Nog meer meningen over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] De OVERSTE piekert en kan niet besluiten of hij wél met.de waarheid te voorschijn zal komen of niet. Pas na geruime tijd zegt hij: Geëerde gebieder! Veel honden zijn der hazen dood! Ik raak er steeds meer van overtuigd, dat de getuigen tegen mij nu uit de grond schieten als paddestoelen na vochtig weer. Wat zal ik dan nog verdere, overtuigende bewijzen toevoegen aan datgene wat u weten wilt en volgens uw zeggen al weet?! Ik kan geen ja zeggen tegen iets, dat tegen mijn overtuiging ingaat en mijn nee helpt mij niet! Neemt u daarom maar rustig het getuigenis tegen mij aan, ik zal geen moeite meer doen, wat voor terechte of onterechte beschuldigingen van de zijde van de vele getuigen tegen te spreken! Als u mij schuldig vindt, goed dan, u heeft toch alle macht mij daarvoor te tuchtigen en te straffen zoals u wilt. Ik, ongelukkig mens, kan mij daartegen niet verweren!"
Hoofdstuk 145: De loze taal van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] CYRENIUS zegt: "Gelooft u in uw hart bijvoorbeeld aan de wonderbaarlijke, bemestende werking van de tempelmest, die u zover ik weet zelf ieder jaar meestal zo hoog hebt aangeprezen?! Gelooft u in de genezende werking van iedere nieuwe maan?! Gelooft u echt, dat Jehova in de nieuw aangemaakte ark des verbonds net zo aanwezig is, als Hij was in de door u reeds lang verachte oude, Mozaïsche ark?! Gelooft u dat de naftavlam op uw ark dezelfde is als die vreemde, heilige vuur of rookzuil boven de ark des verbonds, die Mozes uit Egypte voorging?! Gelooft u echt dat het voor een mens meer waarde heeft in de tempel te offeren, dan volgens de geboden van God zijn ouders lief te hebben en hen in alle goede dingen gehoorzaam te zijn?!
Hoofdstuk 146: Het karakter van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] CYRENIUS zegt, stomverbaasd over de mededeling van Mathaël: " Ah, wat zeg je me nu?! Dus deze kerel moet die, volgens het getuigenis van alle mensen, zeer vrome en wijze hogepriester het levenslicht hebben gedoofd? Goed dat ik daar nu iets over weet, al het andere maak ik dan wel in orde!"
Hoofdstuk 146: Het karakter van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Aan de oever zegt de OVERSTE tegen zijn collega's: "Dat hebben jullie goed gedaan, want jullie schijnbare optreden tegen mij, waarvoor ik jullie met mijn zwijgen het teken gaf, kwam net op tijd! Nu zijn ze uitgeteld en weten niet meer wat ze moeten doen! Kwamen die drie aangekondigden nu maar niet; dat zijn de enigen, die het ons nog wat moeilijk kunnen maken! Stel je voor dat ze ook nog de beroemde Nazareeër bij zich zouden hebben! Ja, als dat zo zou zijn, vallen we reusachtig door de mand! Dan helpt ons niets meer!
Hoofdstuk 147: De overste valt door de mand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] De CRITICUS antwoordt: "Ik weet niets slechts over hem. Hij vervulde zijn ambt steeds streng en volgens de Joodse geest. Dat hij zijn vorderingen vaak op een nu juist niet zeer barmhartige wijze opeiste, is bekend, maar er is mij nauwelijks een geval bekend dat hij zich ooit te hard tegenover iemand zou hebben gedragen. Het kan zijn dat hij van vroeger veel op zijn' geweten heeft, wat hij ons natuurlijk nooit heeft verteld, maar sinds zijn aanstelling hier is ons niets bekend, behalve dat hij gisteren tijdens het wonderlijke voorval echt wat te veel aandrong op offers. Het volk zelf gaf daartoe echter de meeste aanleiding!"
Hoofdstuk 147: De overste valt door de mand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] IK zeg: "Dat zul je wel op het juiste ogenblik gewaarworden na het middagmaal, dat wij vandaag een uur later zullen gebruiken. Maak je daar maar geen zorgen over en doe alles naar behoren en volgens Mijn eeuwige, goddelijke orde!"
Hoofdstuk 148: De bekentenis van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] CYRENIUS zegt: 'Vriend uit de hemelen! Als ik volgens mijn verstand te werk zou gaan, zou de ene dwaasheid na de andere te voorschijn komen. Dat ik tot nu toe zo'n succes heb gehad bij de zeer sluwe Farizeeën, heb ik slechts aan de Heer te danken, want Hij gaf mij de woorden en de juiste gedachten in het hart. Mijn inbreng daarbij staat gelijk aan nul. Ik hoop en geloof dat het tot het einde toe zo blijft gaan! Onder deze leiding, vriend, kunnen wij met elkaar volgens de wil van de Heer , de verdere uitvoering van het begonnen werk aan de Farizeeën wel wagen! Wat vind jij ervan, vriend uit de hemelen?
Hoofdstuk 148: De bekentenis van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Volgens de Dahalmud (* talmoed: joods leer en wetboek) moet men hen zien als de van het goddelijke wezen als vlammenbundels uitstromende krachten, die sneller dan de gedachte in alle richtingen vanuit het eeuwige, ondoorgrondelijke centrum van God hun werking hebben, zo ongeveer als de door de zon uitgezonden lichtstralen. Dat lijkt mij ook het meest aanvaardbaar. Maar of dat een juiste en met de waarheid overeenstemmende verklaring is, is een andere vraag, waarop waarschijnlijk een sterfelijk mens nooit het juiste antwoord zal kunnen geven.
Hoofdstuk 149: De mening van de overste betreffende engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Volgens de Schrift heeft men de engelen ook meermalen als jongemannen van ongemene schoonheid de mensen zien dienen! Wel, dat is voor verstandige mensen ook wel een moeilijke brok om te geloven. Ik en al mijn collega's hebben in ieder geval nooit zoiets gezien! Het is mogelijk! Maar het kan ook net zo goed een oude, lyrische manier van spreken zijn, die men gebruikte om door een grotere symboliek de geestelijke krachten te personifiëren, die men dan de hele, jeugdig gezonde, krachtige vorm van een zeer mooie jongeman gaf. In geen enkel vers is dan ook ooit sprake van een engelin, waarschijnlijk omdat de bezielde dichters een aantrekkelijk meisje, hoe volmaakt ook, nooit de grote kracht van een krachtige, gezonde jongeman toe konden dichten.
Hoofdstuk 149: De mening van de overste betreffende engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] De gefingeerde magiër moet volgens uw leugens wijn uit water hebben gemaakt, ook dat kan ik u daadwerkelijk laten zien! Kijk, daar staat ook een lege kruik, laten we deze met water vullen! (De kruik wordt met water gevuld.) Kijk, hier staat hij vol met water! Ik heb de kruik niet aangeraakt en toch is het water uitstekende wijn geworden! - Proef, of u deze lekker vindt!"
Hoofdstuk 152: De overste vertelt over de moord op Zacharias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] De tijd is nu gekomen waarin al die voorspellingen vervuld worden! Zacharias voorspelde als laatste profeet op geestelijke wijze over de reeds plaatsgevonden komst van de Beloofde en jullie doodden daarom zijn lichaam en bezegelden daardoor opnieuw een hecht verbond met de hel, die Kaïn vechtend met de vrome Abel, als eerste voor de blinde, domme en slechte mensheid heeft geopend.
Hoofdstuk 153: Raphaël geeft uitleg over Messiasbeloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] STAHAR zegt: "Als het zo is, wat ik binnen mijn persoonlijke sfeer helemaal niet wil betwijfelen, dan vraag ik echter: Wat doen we dan met Mozes, bij wie toch ook heel nadrukkelijk en duidelijk staat: 'Geen mens kan Jehova zien en tevens het leven behouden!'? Tevens vinden we in Mozes een formeel verbod, van Jehova's kant aan de grote ziener, waarin staat dat men God met geen enkele afbeelding, hoe verheven ook, mag voorstellen! Maar jij zegt dat de Messias, volgens het gezegde van David, nu Zelf als een mens In corpore (lichamelijk), dus geheel en al vorm, rondwandelt!? Hoe staat het dan met het verbod van God bij Mozes, wat moet daarmee gebeuren?! Eén moet vervallen, hetzij Mozes of jouw Messias, want Mozes en David kunnen onmogelijk beiden gelijk hebben!"
Hoofdstuk 153: Raphaël geeft uitleg over Messiasbeloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Stahar's collega 's hadden zich intussen voor het grootste deel aan de oever van de zee verspreid, terwijl er ook een aantal op het erf wandelde. Maar STAHAR riep ze allen aan de oever en toen ze verzameld waren, zei hij tegen hen: "Vrienden! Hebben jullie die jongeman horen spreken en gezien wat hij deed?"
Hoofdstuk 154: De overste bekeert zijn collega's. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] STAHAR zegt: "Vriend, je bent dwaas als je zo praat en nog niet eens het onderscheid weet tussen een echt en een namaak wonder! Ik heb alle bezwaren naar voren gebracht en alle redelijke tegenargumenten gebruikt, maar met al mijn geopperde tegenwerpingen ben ik smadelijk; door de mand gevallen toen die jongen mij mijn geheimste gedachten begon voor te houden! Daardoor zag ik pas mijn oude, grote vergissing in en daarom kom ik nu naar jullie om jullie dat over te brengen wat ik heb gezien en gehoord!
Hoofdstuk 154: De overste bekeert zijn collega's. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165  ...