Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 152 van 1490

...  140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165  ...
[19] Helpen kan ons alleen maar zijn leer, waarvan wij de hoofdlijnen reeds van deze vriend hier hebben gehoord. Daar zijn wij voorlopig ook heel tevreden mee. Als wij eenmaal, door ons zo goed mogelijk aan de goddelijk zuivere leer te houden, volmaakter worden dan wij nu zijn, zal het zeker de grootste zaligheid voor ons zijn ooit ook persoonlijk met de grote meester kennis te maken. Maar schenk de hierheen getoverde ezel voor ons aan onze gastheer hier, want wij hebben verder mets om hem voor het genotene te kunnen betalen.
Hoofdstuk 56: Het wonder van de ezel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] MARCUS zegt: "Het is mij niet toegestaan dat te vertellen, stel je dus tevreden met dat wat ik jullie nu heb gezegd" -Met deze woorden gaat Marcus op Mijn geheime aanwijzing weg, neemt meteen de ezel mee en geeft hem aan een van zijn zoons om er voorlopig voor te zorgen.
Hoofdstuk 57: De kennismaking vordert ongemerkt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Dan zegt SUETAL tegen Marcus: "Luister eens, goede, oude vriend! Kijk, wij twaalven zijn straatarm en hebben niets om onze rekening mee te betalen. Maar zie, deze jonge leerling van de grote meester uit Nazareth die hier ergens in je huis verblijft, heeft door zijn wonderkracht voor ons een zeer edele vis van zeker bijna honderd pond en vervolgens deze ezel tevoorschijn getoverd! Neem jij deze twee dieren in eigendom in plaats van de verschuldigde betaling, want wat moeten wij met de ezel en wat met de vis? Wat zij symbolisch voorstellen als terechtwijzing voor ons, weten wij intussen wel! Want een vis en een ezel zijn zo ver wij weten nog nooit als symbolen der wijsheid, maar altijd als symbolen der domheid gebruikt! Wees daarom zo goed en aanvaard deze beide dieren, die toch ook waarde hebben, in plaats van het geld dat wij je schuldig zijn!"
Hoofdstuk 57: De kennismaking vordert ongemerkt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Als Marcus weg is, zegt SUETAL tegen Mij: "Vriend, is deze oude man niet een voortreffelijk mens?! Weet u, zulke eerlijke mensen zullen er maar weinig te vinden zijn op deze wereld! Maar wie heeft volgens u dan zo ongewoon grootmoedig onze rekening betaald?"
Hoofdstuk 57: De kennismaking vordert ongemerkt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] IK zeg: "Maar deze meester is ook alwetend en weet dat jullie nog wat voor hem zullen doen, en daarom betaalt hij jullie al vooraf!"
Hoofdstuk 57: De kennismaking vordert ongemerkt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] SUETAL zegt tegen Ribar: "Dat zou wat zijn! Dan zouden wij misschien ook al gauw net zoiets tot stand kunnen brengen als deze mooie jongeman hier!? Heus, met zo'n vooruitzicht zou ik dan toch wel kennis met hem willen maken, als daar een mogelijkheid voor is!"
Hoofdstuk 57: De kennismaking vordert ongemerkt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] RAPHAËL zegt: "Heb je wel eens meegemaakt dat de dienaren Gods in de tempel ooit enige rekening ermee hielden, of degenen die offeren, thuis nog iets te eten hebben? Zonder consideratie .nemen zij de offers en de tiende van hen af ook al zouden die mensen in het volgende uur van honger sterven! En kijk dat noemt zich dienaren van God en in de ogen van het blinde volk zijn zij dat ook! Jij hebt echter deze dienaren Gods nog nooit, al was het maar heel in het geheim bij jezelf, ter verantwoording geroepen. Waarom maak je je dan nu druk over mijn gezondheid, terwijl ik je toch door mijn daden heb bewezen een echte dienaar van God te zijn?!"
Hoofdstuk 58: Raphaël weerlegt de kritiek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Een derde man uit het gezelschap van de twaalf, BAËL genaamd, zegt: "Vrienden, laat ook mij eens aan het woord! Ik zeg weliswaar,meestal weinig en luister liever zonder iets te zeggen naar iets wat wijs is, maar bij al jullie gepraat was tot nu toe maar heel weinig wijsheid te ontdekken. De jonge leerling heeft zeker gelijk wanneer hij jullie flink uitlacht, want ook ik zeg jullie, dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Denk er eens aan wie wij zijn en waaruit het grote gezelschap bestaat en dank dan God dat wij nog leven! Wij zijn ellendige, zwakke en totaal waardeloze aardwormen en dit gezelschap bestaat uit machthebbers, waarvoor de gehele aarde beeft! En dan wagen wij, wormen, het nog zulke oerdomme woorden met hen te wisselen!? Vriend Suetal, waarom stoorde het je dan dat deze hoge, wonderendoende en werkelijk almachtige jongeman nu in ons bijzijn acht vissen op at?! Zijn wij hier dan geen gasten die gratis mee-eten en hebben wij met genoeg gegeten? Ik vind: Als wij nu meer dan voldoende hebben gegeten, wat willen we dan nog meer? Als de natuurlijke gesteldheid van deze jongeman zodanig is dat hij, om daaraan te voldoen, meer moet eten dan wij, uitgehongerde tempelschooiers, dan is het toch met aan ons om daar kritiek op te leveren! Want ten eerste heeft hij niet op ónze kosten gegeten en ten tweede was het van jullie kant erg ongepast hem daarvoor, zeg maar, op het matje te roepen! Ik vraag je, wordt toch eens verstandiger! Deze jongeman beheerst in zekere zin alle elementen, en jullie praten met hem alsof hij één van jullie gelijken was. O jullie oerdomme ezels! Hij verdient, meer nog dan de profeten van eertijds, onze algehele verering vanwege de geest van God die zich door, hem uit, en jullie,e behandelen hem als iemand die gelijkwaardig is aan jullie! Als jullie in de tempel bij de hogepriester moesten komen beefden jullie van pure eerbied. Hier is miljoen maal meer dan duizend hogepriesters bij elkaar en jullie gedragen je als een stel eersteklas sukkels! Foei, schaam je! Wees stil, luister en leer wat; spreek daarna met mensen die minder wijs zij.n dan jullie! Maar laat de goddelijke jongeman met rust, anders zou ik jullie hard moeten aanpakken uit naam van alle andere broeders die hier aan deze tafel zitten!"
Hoofdstuk 59: Liefde de basis van de echte vreugde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Probeer altijd eerst waartoe de kracht en de macht van de liefde in staat, is en hoever deze reikt! Mocht blijken dat haar zachtheid weinig of mets uitricht, omhul dan pas de liefde met het kleed van de volle ernst en leid zo uit grote liefde je broeder, terwijl je hem stevig vasthoudt tot je hem op de goede weg hebt gebracht! Als hij zich daar eenmaal bevindt, onthul dan je liefde en dan zal je broeder in dankbaarheid je eeuwige, hemelse vriend blijven! En dat is beter, omdat het volgens Gods eeuwige orde is."
Hoofdstuk 59: Liefde de basis van de echte vreugde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Baël is zeer verbaasd over deze terechtwijzing en Suetal en Ribar drukken Raphaël van louter vreugde de hand, want het beviel hen best in de vermeende, jongste leerling een vertegenwoordiger van hun mensenrecht gevonden te hebben.
Hoofdstuk 59: Liefde de basis van de echte vreugde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Bij deze opmerking van Raphaël zetten Suetal en Ribar grote ogen op en SUETAL vraagt aan Raphaël: "Maar, beste jonge vriend, zeg ons toch hoe je dat bedoelt!? Het lijkt wel of je helemaal niet tevreden bent over onze dankbaarheid!"
Hoofdstuk 59: Liefde de basis van de echte vreugde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Maar jullie plezier kwam niet in jullie op omdat ik broeder Baël op de juiste weg van Gods orde bracht, maar omdat ik hem in jullie plaats en volgens jullie mening een behoorlijke klap heb uitgedeeld, waardoor jullie dorst naar wraak wat bekoelde en jullie nog een mogelijkheid hebben om hem dat nogmaals voor te houden teneinde jullie wraakzucht nog verder te kunnen bekoelen. En kijk, omdat jullie dankbaarheid déze reden had, die slecht is omdat daarin liefde ontbrak, kan die dankbaarheid zelf ook niet goed zijn!
Hoofdstuk 59: Liefde de basis van de echte vreugde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] SUETAL zegt: "Vriend, zoals jij spreekt geen mens van deze wereld! Je moet een hoger wezen uit de hemelen van God zijn! Misschien ben je zelf wel de grote heiland uit Nazareth?"
Hoofdstuk 60: Het geklets van Suetal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] RAPHAËL zegt: "Nee, nu niet, want nu moeten we zwijgen en luisteren! -want als hij over wat dan ook gaat spreken, is het steeds van het hoogste belang naar hem te luisteren! Zeg daarom vanaf nu tot hij klaar is met spreken, niets meer hardop aan deze tafel!"
Hoofdstuk 60: Het geklets van Suetal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Met deze opmerking is Suetal voorlopig weer tevreden. Maar Cyrenius weidt met zijn vraag erg uit en Ik kom daardoor nog steeds met aan het antwoord toe. Cyrenius spreekt terwille van de naast hem zittende Jarah niet zo hard, zodat onze buren van zijp vraag natuurlijk niet veel verstaan en zich daardoor erg gaan vervelen omdat zij nu van geen enkele kant meer een woord horen. Bij de Romeinen gold namelijk als een voorname leefregel, dat velen moesten zwijgen als één hooggeplaatste ook maar aanstalten maakte om te gaan spreken.
Hoofdstuk 60: Het geklets van Suetal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165  ...