Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 152 van 1112

...  140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165  ...
[1] Hierna zweeg Ouran (zo heette de Griek, en zijn dochter heette Helena) en hij probeerde tot rust te komen om als een man met veellevenservaring van gedachten te kunnen wisselen met de aan hem voorgestelde Mathaël, die hem door een paar woorden al liet merken dat hij veel wijsheid bezat. Daarbij wilde hij ook rekening houden met Sapienti pauca (een wijs man heeft weinig woorden nodig), om zich niet als iemand te gedragen die geen hogere kennis heeft. Toen Ouran zich enigermate hersteld en zijn kalmte weer terug had, vroeg hij na een tamelijk lange stilte aan Mathaël of deze hem overal op zijn wereldreizen wilde begeleiden en wat hij daarvoor verlangde.
Hoofdstuk 85: Ouran, de Griek, krijgt Mathaël als leraar toegewezen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] OURAN zegt: "Er bevinden zich echter vele en grote kostbaarheden in! Maar ik denk, dat deze vriend betrouwbaar is!"
Hoofdstuk 85: Ouran, de Griek, krijgt Mathaël als leraar toegewezen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] CYRENIUS zegt: "O Simon, oude, trouwe visser en nu leerling van onze grote Meester en Heer, dat was een goede gedachte van je, en onze Heer en Meester zou dat om welbekende redenen nog veel makkelijker kunnen dan Jozua!" Daarop wendde ook Cyrenius zich met dit verzoek tot Mij en Jarah ondersteunde dat.
Hoofdstuk 86: Helena, de dochter van de wijze Griek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Nu richten allen hun ogen op de natuurlijke zon, die reeds haar halve schijf achter de bergen had laten zakken. Op het moment dat de zon ondergaat, verheft zich de schijnzon en straalt met een even helder licht over deze omgeving en ook nog over de volgende, aangrenzende landerijen en streken. Natuurlijk reikt zo'n licht niet tot aan de sterren, daarom konden enigen der aanwezige gasten vooral in oostelijke richting, waar het firmament wat donker bleef omdat het licht van de schijnzon slechts zwak tot aan de verre, oostelijke streken door kon dringen, een aantal sterren van de eerste grootte zien en zij verwonderden zich daar zeer over.
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Na dit, volgens heidense normen, verstandige tweegesprek zwijgen beiden, Ouran en Helena, en wachten tot in ieder geval Helena genoeg moed heeft verzameld om Mathaël volgens plan te vragen voorspraak te zijn bij Mij, Maar hoe langer zij wachten, des te meer bezwaren steken in hun harten de kop op en hun moed wordt daardoor eerder verzwakt dan versterkt, Beiden zijn wel onder de indruk van de heerlijke avond, maar niet zonder enige vrees, want het wat fantastische licht van de schijnzon, de vreemde, nogal woeste plaats, de buitengewone gebeurtenissen en Mijn tegenwoordigheid, maken dat de beide harten niet die rust over zich voelen komen, waarbij zij geheel op hun gemak van de avondrust hadden kunnen genieten,
Hoofdstuk 89: Een echte heiden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Volgens onze Griekse godenwetten is zo'n liefde één van de zwaarste misdaden tegen de onbeperkte heiligheid der goden, vooral tegen de onbekende, allerhoogste God aller goden! Mijn arme dochter kan zich nu echter niet meer tegen deze verschrikkelijke liefde verweren! Zij wil niet, en haar hart zegt onverbiddelijk: ' Je moet!'
Hoofdstuk 89: Een echte heiden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan komt wat schuchter de dochter HELENA naar mij toe en zegt smekend: "Heer, onbegrijpelijk grote meester en heiland! O neem het mijn oude vader niet kwalijk. Heus, als zijn dochter ken ik hem toch al mijn hele leven en ik kan u naar waarheid getuigen, dat hij een goede, zachte en zeer meegaande man is. Ik kan mij niet herinneren dat hij zelfs ooit een gelijk, dat hij zeker aan zijn kant had, vóór heeft laten gaan op het recht van iemand anders, ook al was dit eerder onrecht dan recht. Hij heeft er nog nooit met iemand om gestreden of zich geërgerd en gemopperd over een hem aangedaan onrecht! Maar de hoge goden lieten hem daarom ook nooit vallen, en de schone godin van het geluk was hem steeds vriendelijk gezind.
Hoofdstuk 86: Helena, de dochter van de wijze Griek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Dit maakt dat onze MATHAËL voor het eerst sinds zijn genezing welwillend en medelijdend glimlacht, en vervolgens zegt hij .tegen Ouran. " Jij bent een echte heiden en daarbij ook nog een van het zuiverste water! In de halve wereld zoek je waarheld en het juiste licht en als je het vindt herken je het door pure, heidense domheld met! .
Hoofdstuk 89: Een echte heiden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Ik zeg je, deze twee zullen nu in korte tijd zonder moeite mensen worden waarover Mijn hart meer vreugde zal hebben dan over tienduizend Joden, die zich volgens Mozes voor zeer rechtvaardig houden, maar als mensen onbekender voor Mijn hart zijn dan zij, die pas over duizend jaar op aarde geboren worden.
Hoofdstuk 91: Mathaël als afbreker van de heidense tempelmuren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Deze vraag bracht onze MATHAËL eerst wat in verlegenheid, omdat hij meteen aanvoelde dat Helena wat beledigd was, maar hij vermande zich snel en zei: Lieve zuster in God! Wat ik je vertelde, geldt alleen voor de kinderen van de wereld. De echte kinderen van God hebben altijd een wijs hart ook al zijn ze uiterlijk nog zo mooi.
Hoofdstuk 92: De schoonheid van de kinderen van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Als zij de wereld groot, heerlijk en mooi noemen dan is dat hun hele gelukzaligheid. Als men echter met hen over goddelijke dingen begint te spreken, weten zij niets en om hun schande te verbergen omhullen zij zich met allerlei werelds klatergoud, met arrogantie en met hoogmoed en vervolgen met toorn, haat en hoon alle wijsheid die uit God in de harten der kinderen Gods wordt gegoten.
Hoofdstuk 92: De schoonheid van de kinderen van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Kijk, stel dat je een duif hebt, die wel kan vliegen, maar waarvan je, opdat zij niet steeds bij je weg zal vliegen en gezellig tam en huiselijk zal worden, de vleugels hebt ingekort. Zo kan de duif dan niet meer naar believen op en wegvliegen, maar moet bij je blijven en zich door jou tam laten maken.
Hoofdstuk 92: De schoonheid van de kinderen van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Zeg nu eens, of de duif zolang zij gekortwiekt is minder duif is, dan daarvoor, toen haar vleugels nog niet gekortwiekt waren! Zullen de vleugels van het lieve duifje soms niet in korte tijd weer aangroeien? Ja, in korte tijd zal de duif haar vleugels weer terug hebben en net zo goed als vóór die tijd kunnen vliegen. Maar ze zal tam zijn en graag bij je blijven. En als zij zo nu en dan uit zal vliegen, behoef je haar maar te roepen, dan zal zij je in het hoge luchtruim horen en in duikvlucht naar je toekomen en zich door jou laten liefkozen.
Hoofdstuk 92: De schoonheid van de kinderen van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] De kinderen Gods hebben op deze wereld ook veel zwakheden, die hen erg belemmeren om zich tot God, hun Vader op te heffen. Maar deze zwakheden heeft de heilige Vader hen gedurende het leven in deze wereld alleen maar om dezelfde reden gegeven, als waarom jij jouw duif kortwiekte.
Hoofdstuk 92: De schoonheid van de kinderen van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Maar om de zwakheden, die ook de kinderen van God in zich hebben, zijn ze niet minder Zijn kinderen, evenals de duif toch een duif blijft ook al zijn voor een korte tijd haar vleugels gekortwiekt om tam te worden. -Begrijp je dit nu, lieftallige Helena?"
Hoofdstuk 92: De schoonheid van de kinderen van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165  ...