Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2758 resultaten - Pagina 153 van 184

...  141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166  ...
[1] Mathilde zegt bij zichzelf: 'Dat zijn helemaal de woorden van mijn hemelse leraar: 'Bij God zijn alle dingen mogelijk!'; dat was zijn devies. Vervolgens de heerlijke zin: 'God boven alles liefhebben is volmaakte wijsheid en dus de hoogste zaligheid!'; dat is wederom helemaal van mijn leraar! Hij lijkt ook tamelijk veel op hem, alleen komt hij me wat te jong voor. Zo moet hij er hebben uitgezien toen hij ongeveer twintig jaar oud was. Ik durf er alles om te verwedden dat hij het is. Stil nu maar, mijn arme hart, je mag hem dat niet laten merken! Volg zijn goddelijke les maar op, dan zul je zeker de gouden vrucht oogsten! O God, dat kan alleen hij zijn! Alleen in zijn zuivere hart kunnen zulke lessen opkomen en snel rijpen tot de gezegende daad!'
Hoofdstuk 92: Vervolg van Mathildes levensgeschiedenis. Onthullingen van de treurigste soort. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[20] Na deze woorden wendt de officier zich weer tot Mathilde en zegt hardop: 'Ik heb over jouw verzoek nagedacht en ben die bewuste man werkelijk op het spoor gekomen. We zullen hem zeker vinden, alleen moet je het. nodige geduld opbrengen en alles wat ook maar enigszins op hartstocht lijkt, uit jezelf bannen. Alle liefde moet je echter op de Heer richten en Peter laten voor wat hij is. Dan zal de Heer ervoor zorgen, dat je gelukkig wordt, want bij God zijn alle dingen mogelijk! Je hebt eens God gevreesd en dat was goed want vrees voor God is de eerste trede naar de wijsheid. Nu moet je echter God boven alles liefhebben en dat zal je voor eeuwig de hoogste zaligheid en een hemelse schoonheid geven!'
Hoofdstuk 91: Een gedenkwaardige levensgeschiedenis, die ook de officier interesseert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Werp alle geest- en zieldodende priesterinstrumenten van jullie af en kom met ons mee naar Hem, die alleen het leven is. Hij zal jullie zeggen wat jullie voortaan moeten doen. De Heer is ten opzichte van de dwaasheden van de blinde mensen wel heel geduldig en toegeeflijk, maar vreugde en welgevallen kan Hij daar toch nooit ofte nimmer aan beleven. Dulden betekent lijden uit liefde, als de goddelijke wijsheid de meest oneigenlijke zaken waarneemt, maar God kan daar in de eeuwigheid geen behagen in scheppen! Nu zeg ik jullie voor de laatste keer: als nu op dit heiligste en belangrijkste moment voor de eeuwigheid, nog iemand bij mij aankomt met dwaasheden, wordt hij uit dit gezelschap verwijderd en kan hij teruggaan naar zijn fantasie behuizing en voor de hele eeuwigheid fantasie aardappelen bakken!'
Hoofdstuk 89: Vragen en wensen van het volk. Het geduld van de officier wordt op de proef gesteld. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Het is weliswaar geen absolute onmogelijkheid dat ook geesten van de onderste wijsheidshemel naar een hogere hemel kunnen overgaan, maar dat gaat altijd heel moeilijk, omdat de wijsheid steeds meer behagen schept in bespiegelingen dan in de werkelijk daad. De wijze schept er slechts genoegen in als hij anderen deelgenoot kan maken van zijn diepe inzichten, terwijl de eigenlijke liefdegeest enkel naar het goede en ware wil handelen. Daar echter het gadeslaan, het beschouwen en beredeneren veel gemakkelijker is dan het handelen, zijn geesten van de onderste hemel ook altijd heel moeilijk naar een hogere hemel te brengen. De meestal passieve gemakzucht is hun liever dan de mooiste en beste handeling. Zulke geesten kunnen slechts door een zekere eentonigheid van de hun onder ogen gebrachte verschijnselen, maar daarnaast ook door stimulerende voorbeelden, tot daden, worden aangespoord. Zijn ze een keer tot handelen overgegaan, dan gaan zij wel vooruit, maar in het begin komen zij verschrikkelijk moeilijk op gang.
Hoofdstuk 83: De verdere lotgevallen van de priesters van de domkerk. Het wezen van de wijsheidsgeesten en hun moeizame bekering tot de liefde. De militaire patrouille in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Als zij de kerk verlaten, zullen ze geen stad meer zien, maar slechts een open, vrij landschap. Daar zullen ze dan bepaalde reizigers ontmoeten, die hen in Mijn naam verder naar hun bestemming zullen leiden. Over hen hoeven wij ons niet meer echt te bekommeren. Over ongeveer dertig jaar zullen ze helemaal geschikt zijn voor de lagere wijsheidshemel. Het zal moeilijk voor hen zijn ooit hoger te komen, omdat bij hen het orgaan van de liefde (omdat het nooit geoefend en gesterkt werd) onvoldoende ontwikkeld is. Daarentegen heeft het orgaan van de veelzijdige wijsheid zich veel te veel ontwikkeld en kan om die reden nooit door hun zwakke liefde gedomineerd worden. Zodoende kan nooit die verhouding tussen liefde en wijsheid tot stand komen, die nodig is om tot een hogere hemel te kunnen opstijgen.
Hoofdstuk 83: De verdere lotgevallen van de priesters van de domkerk. Het wezen van de wijsheidsgeesten en hun moeizame bekering tot de liefde. De militaire patrouille in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] De luister van het ware hof bestaat echter uit de wijsheid en de goedhartigheid van de vorst, uit een goed verdeelde en doelmatige welvaart voor de onderdanen en uit allerlei wijze staatsvoorzieningen, waarvoor de hele wereld een diep respect moet koesteren. En daarna pas uit het feit dat een vorst in al zijn waardigheid in zijn residentie verschijnt zoals hij is, namelijk een wijze bestuurder van een werkelijk gelukkig volk.
Hoofdstuk 64: Levensduurberekening in het hiernamaals. Een verlangen naar de lotgevallen op aarde. Gelijkenis van de goochelaar. De ware hof grandezza. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Daaruit blijkt weer, dat de Heer volgens Zijn innerlijke wijsheid doet wat Hij wil. Wie zich het veiligst waant, is vaak door duizend gevaren omringd, maar de vreesachtige beschermt de Heer niet zelden dermate, dat hem ook dan niets zou overkomen als de hele aarde aan stukken zou worden gescheurd. Zo doet de Heer wat Hij wil en heeft nooit de raad van een mens nodig. Daarom is het dan ook een onvergeeflijke dwaasheid de genadegaven uit Zijn eigen hand niet aan te nemen als Hij ze iemand vrijwillig aanreikt.
Hoofdstuk 63: Paulus' toespraak tot de hardnekkige keizer. Koppige repliek. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] De heersers bevinden zich geestelijk op zulke hoogten. Er is voor hen meer nodig om bij de zee te komen dan voor degenen die al aan zee wonen. Kijk, David was een koning naar Gods hart, want hij was goed en rechtvaardig. Toch moest hij in de geestenwereld verscheidene eeuwen wachten voordat voor hem de volledige verlossing kwam. Zo moet jij het ook opvatten, dan zul je daarin de volledige rechtvaardiging der goddelijke gerechtigheid, genade, liefde en wijsheid vinden.
Hoofdstuk 61: Maria Theresia en enkele andere vorsten betuigen hun instemming met stamvader Rudolf. Verzoek aan de Heer om hen uit de grafkelder te leiden. Goed getuigenis over Rudolf. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Zodoende, vriend, moet je het ons niet kwalijk nemen als we nog wat aarzelen om aan te nemen dat jij Christus zou zijn. Overigens hebben wij geen van allen het geringste in te brengen tegen de enorme wijsheid van jouw geest. Met de wonderen zal het wel zo zijn als jij ons hebt gezegd, evenals met de materie van de buitenwereld, maar aannemen dat je Christus zou zijn, omdat je dit allemaal hebt kunnen uitleggen, zou wat gewaagd zijn. Petrus, Paulus, Johannes, Jacobus, dat kan ermee door, maar Christus? - Vriend, dat gaat me toch te ver!'
Hoofdstuk 60: Wonderen en hun uitwerking. De vorst erkent de wijsheid van de Heer. Zijn Christusbelijdenis onder voorbehoud. De vorsten beraden zich. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] De bevoegdheid die de Heer Zijn leerlingen ogenschijnlijk heeft gegeven, was en is slechts die van de Heilige Geest Gods in de mens. Wie leeft volgens Gods woord waardoor alles ontstaan is, ontvangt ook Gods geest, want Gods woord is namelijk de Heilige Geest uit de mond van God, die binnenvloeit in de harten van alle mensen die het Godswoord daadwerkelijk in zich opnemen. Eenmaal in het bezit van Gods geest, die mijn hart maakt tot een tempel van de diepste wijsheid uit God, kan ik dan ook tot een zondige broeder die blijk geeft van berouw en verbetering, zeggen: 'Je zonden zijn je vergeven'. Is hij echter hardnekkig en wil hij zijn valsheid en slechtheid niet opgeven, dan kan de van Gods geest vervulde ook zeggen: 'Vriend, omdat je volhardt in het kwaad kan je zonde je niet vergeven worden!' Als men echter gelooft dat men de Heilige Geest ontvangt door bepaalde sacramentele ceremonieƫn zoals de nietszeggende waterdoop, de toediening van het vormsel en zelfs de zogenaamde priesterwijding, heeft dat niets anders tot gevolg dan de vorming van een onverdraaglijk kastenstelsel, waar de Heilige Geest verder van verwijderd is dan de hemel van de aarde.
Hoofdstuk 80: De koster geeft meer opheldering. Bittere waarheden voor Rome's eminentie. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Ook de slechtste kan slechts gedurende een bepaalde tijd slecht zijn, want hij bezat hoogstwaarschijnlijk in het begin een zodanige natuur, dat hij niet anders handelen kon. Wordt zo'n booswicht, na een zorgvuldig onderzoek van zijn aanleg, opvoeding, beweegredenen en de omstandigheden waarin hij zich bevond, ofwel reeds op aarde of hier in het rijk der geesten zolang tot een straf veroordeeld tot hij zich volledig betert, dan is een straf goed en rechtvaardig. Maar een eeuwige straf voor een tijdelijk vergrijp kan toch onmogelijk door de hoogste wijsheid en liefde van God zijn verordend, want zoiets past wel een aartstiran, maar nooit een God van liefde!
Hoofdstuk 72: Migatzi's gesprek met zichzelf. Hij zou graag de Heer willen erkennen, maar is bang voor zijn ambtsbroeders. Jozef helpt hem eruit. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Ik ben een overtuigd christen en mijn leuze was steeds: 'Christus, of alles is verloren!' Daarom geloof ik ook nu: Christus moeten wij omwille van het leven tot iedere prijs trachten te winnen, want zou Hij, zoals sommigen menen, slechts een fabel zijn, dan zijn wij de ongelukkigste mensen. Want wie is dan God, en hoe, wanneer en waar? Wanneer echter Christus God is en de Heer over de hemel en heel de wereld, dan hebben wij aan Hem een zichtbare, eeuwige Vader vol liefde, goedheid en erbarming! Hij verstoot Zijn kinderen niet zo gemakkelijk als een alleen maar almachtige, heel rechtvaardige God, waarin wel de hoogste wijsheid zal heersen, maar geen vaderliefde en geen erbarming.
Hoofdstuk 60: Wonderen en hun uitwerking. De vorst erkent de wijsheid van de Heer. Zijn Christusbelijdenis onder voorbehoud. De vorsten beraden zich. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Ik zeg: 'Vriend, welke indruk een wonder op jou zou maken, weet Ik het beste; daarom zal er jou ook geen getoond worden. Dat de totale materiƫle wereldschepping stellig een groot wonderwerk van goddelijke macht en wijsheid is, dat de mensen dag in dag uit kunnen aanschouwen, is waar en juist. Maar omdat de bewoners van de aarde, net als die van alle andere hemellichamen, nu eenmaal zulke wonderen zien, die wel de meest sprekende getuigenissen zijn van God, moeten zij ook in deze wonderen, wat het vlees betreft, sterven, hetgeen ook eenzelfde wonder is.
Hoofdstuk 60: Wonderen en hun uitwerking. De vorst erkent de wijsheid van de Heer. Zijn Christusbelijdenis onder voorbehoud. De vorsten beraden zich. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Daarop zegt de vorst: 'Je hebt wel gelijk, maar ik zie niet in, waarom een wonder dat daadwerkelijk van jouw Godheid getuigt, voor mij schadelijk, ja zelfs dodelijk zou worden! Alles wat ik aanschouw is toch een wonder van de almacht en wijsheid van God en ik ben voor mijzelf het grootste wonder. En kijk, dat alles brengt me toch niet om het leven! Of er nu door toedoen van God aan de talloze wonderen nog een wordt toegevoegd, mag voor God toch geen enkel verschil uitmaken. Het maakt voor mij echt niets uit in welke gedaante de Godheid zich aan Haar schepselen wil tonen en voor hun ogen een buitengewone daad wil verrichten. Ik zal in mijn geest toch ongebonden blijven en denken en handelen zoals nu, zolang ik nog niet echt van jouw Godheid overtuigd ben.
Hoofdstuk 59: Een oude vorst en de heer. De vorst vraagt om een echt godswonder. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Wanneer ze bij ons aankomen bij het huis, waar wij eerst Petrus naar binnen hadden laten gaan om de zieken te genezen, zegt de belastinginner: 'Meest achtenswaardige vrienden en in het bijzonder U, oerwijze uit Nazareth, Uw spreken viel mij op en trof mij zodanig dat mij verschillende andere zaken begonnen op te vallen. Tegelijkertijd doorstroomde mij in jullie bijzijn een zo merkwaardig weldadig gevoel, dat ik me nauwelijks kon bedwingen om jullie meteen te volgen. Ik streed weliswaar een poos tegen dit gevoel en voerde als excuus mijn plichten als beambte aan, maar mijn gevoel zei heel sterk: wat keizerlijk, wat koninklijk! Als God je roept, dan is het voor eeuwig gedaan met keizer en koning!' En door deze stem in mijn gemoed keerde ik mijn douanekantoor meteen de rug toe, volgde mijn innerlijke drang en ben nu bij jullie, beste vrienden! Sta mij nu toe dat ik tenminste zo lang bij jullie mag blijven, totdat ik door jullie goedheid en wijsheid zo veel inzicht krijg, dat ik weet waar en wat ik hier eigenlijk ben. Is dit werkelijkheid of misschien slechts een eeuwige droom? Leef ik nog op aarde? Ik betwijfel dat steeds meer. Als jullie daartoe in staat zijn, steek dan een klein lichtje aan in mijn hersenpan!'
Hoofdstuk 50: De sergeant van de douane ondervraagt de Heer. Hij geeft het gezelschap vrije doortocht. Een belastinginner volgt de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166  ...