Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2682 resultaten - Pagina 153 van 179

...  141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166  ...
[2] Cado zegt: 'Dat is om het even! Wat ik niet wil, dat wil ik absoluut niet! Jullie mogen voor mijn part goden zijn, toch zullen jullie mij niet tot andere gedachten brengen voor je mij een ander hart en een andere wil hebt ingeblazen. Denken jullie dan, dat ik bang ben voor de hel? 0, dan vergissen jullie je deerlijk! Een almachtige God gehoorzamen kan iedere lafaard, maar God hardnekkig trotseren en heel Zijn wijsheid te schande maken kan alleen een sterke geest, die zelfs voor de ergste hel geen angst kent. Gooi me in kokend erts en ik zal jullie bij de hevigste, brandende pijnen hetzelfde antwoord geven, want groot is de geest die zijn Schepper ook onder de grootste pijnen kan verachten! Welke dank zou ik de Schepper ook verschuldigd zijn? Ik ben slechts dan iemand dank verschuldigd, wanneer hij voor mij doet, waarom ik hem heb gevraagd. Ik heb de Schepper echter nooit gevraagd om mij te scheppen. Hij heeft het eigenmachtig gedaan. Het is dan ook schandalig genoeg voor Zijn hooggeprezen wijsheid en macht, dat Hij met mij je reinste knoeiwerk van een schepping tot stand heeft gebracht. Of moet ik misschien ter wille van het behoud van het geheel juist zo zijn als ik ben? Jullie zullen daarom noch op de ene noch op de andere manier iets met mij bereiken. Maak daarom dat je weg komt!'
Hoofdstuk 14: De door en door slechte aard van Cado. De Heer over goddelijke tuchtiging. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Helena zegt: 'O heilige Vader, zeg me dan hoe het zit met de hel, waarover de geestelijken op aarde heel wat meer preken dan over de hemel. Wie komt er eigenlijk in de hel? Bestaat er een, of bestaat er geen? Want kijk, liefste Heer en God Jezus, ik was op aarde toch zeker slecht genoeg; een echte Weense madelief zoals er geen tweede te vinden is. De paus met al zijn geestelijken hadden mij zonder genade of barmhartigheid naar de hel verdoemd. Ondanks al mijn slechtheid ben ik nu toch zalig bij U. Zo mogen nog velen hier in Uw heilige gezelschap zich verheugen in het eeuwige leven, van wie menige aartspapist op aarde gezegd zou hebben: 'Nee, deze kerels zijn zelfs voor de hel te slecht!' En kijk, zij zijn hier in Uw heiligdom en in hun hart loven zij Uw oneindige goedheid, wijsheid, macht en kracht! Hoe slecht moeten dan wel diegenen zijn die in de hel komen, als die inderdaad bestaat!'
Hoofdstuk 12: Dialoog tussen Helena en de Heer. Wezens en bewoners van de hel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Ik heb in de twee zalen, die ik in dit huis van Robert het eerst te zien kreeg, al meer dan genoeg wonderbaarlijks gezien om me daar een hele eeuwigheid over te verbazen en U vanwege Uw goedheid, liefde en wijsheid te prijzen. Maar toen leidde Uw liefde ons dit museum binnen, waar het vleselijke wezen van Robert in overeenkomstige beelden werd voorgesteld en daar kwam er geen einde aan de wonderen. Dat gold vooral de verheven betekenis van die merkwaardige opschriften op de treden van de grote piramide; daarbij zou men tot op de laatste druppel kunnen wegsmelten van louter eerbied en aanbidding, waardoor het arme hart voor U, o Heer, wordt aangegrepen! Daarom kan er van mijn eerdere, volkomen onbeschroomde houding zeker geen sprake meer zijn!'
Hoofdstuk 8: Roberts vurige liefde tot God. Helena's goede rede. Haar schroom voor de allerheiligste. Hartversterkend antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] De Vader is de eeuwige liefde in Mij, zoals ook Ik in Mijn hele goddelijke Wezen van eeuwigheid her volkomen in haar ben. Want Ik en de Vader zijn één, of Ik en Mijn eeuwige liefde zijn één, of, zoals de liefde eeuwig in haar wijsheid levend woont, zo woont ook de wijsheid eeuwig in de liefde, waar ze uit voortkomt.
Hoofdstuk 4: 'Ik ben de weg, de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij'. (Joh. 14 :6) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[16] De mens met deze edele weetgierigheid ontwikkelt zo'n erkende waarheid met de hoogste en zuiverste hoogachting - ja, hij huivert van de grote wijsheid in dit boek; en dat is niets anders dan de omwikkeling van het lichaam met wit linnen. Zo onschuldig en zuiver zulk linnen op zichzelf is, zo is dat ook de gelijkwaardige deemoedige erkenning; maar het lichaam, de balsem en ook het linnen, zijn niet levend en geven ook geen leven.
Hoofdstuk 7: 'Deze ging naar Pilatus en vroeg om het lichaam van Jezus'(Luc.23:52) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[10] Vraag: Hoe kon deze nauwelijks dertigjarige mens als leraar beginnen, waarvoor men toch noodzakelijkerwijs zeer geleerd moet zijn, wat veel studie en een grote belezenheid veronderstelt? Waar kwam deze wijsheid vandaan?
Hoofdstuk 8: 'En Hij, Jezus, begon ongeveer dertig jaar oud te worden, en was, naar men meende, een zoon van Jozef'. (Luc.3:23) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[15] De in alle volheid in Hem sluimerende Godheid wekte Hij zo steeds meer in Zich op en maakte die, al naar de wijze waarop en de mate waarin Hij handelde, aan zich schatplichtig. En toen Hij, zoals gezegd, amper zijn dertigste jaar bereikt had, was de Godheid in Hem tot in die mate ontwaakt, dat Hij door haar geest van wijsheid een zodanig verheven vermogen had verkregen, dat hij het bekende 'predikambt' waartoe Hij was geroepen, kon beginnen.
Hoofdstuk 8: 'En Hij, Jezus, begon ongeveer dertig jaar oud te worden, en was, naar men meende, een zoon van Jozef'. (Luc.3:23) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[23] Op aarde zei Ik eens tegen Mijn broeders: 'Ik heb jullie nog veel te zeggen, maar jullie kunnen het nu nog niet verdragen. Wanneer echter de geest der waarheid tot jullie zal komen, zal hij jullie in alle geheime en voor de ogen der wereld verborgen wijsheid van God binnenleiden!' Zo is het nu ook hier. Ik kan jullie niet in één keer alles tonen en uitleggen, maar door de omstandigheden wordt de eeuwige geest der waarheid in jullie zelf gewekt. Deze zal jullie dan duidelijk maken wat je nu nog duister en onverklaarbaar is. Laten wij nu vlug daarheen gaan waar allen zich verzamelen; daar zal voor jullie allen een geweldig licht ontstoken worden! Want waar het aas is, verzamelen zich geweldige adelaars!'
Hoofdstuk 4: Grafgeheimen en geneesmethoden aan gene zijde. De grote verzamelplaats van goddelijke genade. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Denk jij soms dat Ik Mij niet meer bekommer om de mensheid op aarde? Of geloof je dat jouw hart meer liefde heeft dan het Mijne? Of dat Ik niet meer kan inzien wat voor de op aarde levende mensheid nuttig is? Kijk, jouw hart is wel goed, maar goed als van een blinde die een gier koestert in de veronderstelling dat het een goedaardige duif is! Weet je wel waar de meeste mensen van de aarde oorspronkelijk van afstammen en hoe zij telkens moeten worden geleid om door allerlei verlossingsmiddelen tot ware vrije mensengeesten te worden opgevoed? Kijk, dat heb je nog nooit geweten en ingezien. Toch wil je Mij heel voorzichtig ervan beschuldigen dat het Mijn schuld zou zijn dat het nu met de mensheid zo slecht en ellendig gaat. Dat is heel ijdel van de wijsheid van jouw hart!
Hoofdstuk 3: Belangrijke wenken voor het leven. Satan, stamvader van de materie en van alle mensenzielen. Gods verlossingsplan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Iets anders en voor jou nog onbegrijpelijk is het, wanneer in de ziel de eigenlijke levende geest volledig te voorschijn komt en de hele ziel van binnenuit op zijn sterkst verlicht. Dat is dan een eeuwig licht, dat nooit dooft en alle delen in de ziel door en door verlicht, voedt en tot volkomen ontplooiing brengt. Wanneer dat dus in de ziel wordt bewerkstelligd, hoeft ze niet meer afzonderlijke delen te leren, maar dan heeft zich in de ziel alles in één keer tot volle helderheid ontwikkeld. De volledig wedergeboren geestmens hoeft dan niet meer te vragen: 'Heer, wat is dit of dat?' Want de wedergeborene dringt dan zelf in alle diepten van Mijn goddelijke wijsheid door.
Hoofdstuk 1: Het binnengaan in het museum in Roberts huis. Een soort zielenkerkhof. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Wat deze wijze tegen de kunstenaar zei, zeg Ik ook tegen jullie. Deze materiële schepping is werkelijk groot en wie op de juiste wijze achting voor haar heeft, zal grote vreugde aan haar beleven. Maar in het hart van elk mens ligt iets oneindig groters dan alles wat jullie hier nu zien, want dit zal nooit groter worden dan het is. Jullie echter zullen in jullie harten eeuwig groeien in liefde, inzicht en wijsheid. Jullie kunnen nu reeds deze grote scheppingsmens overzien en hem berekenen en begrijpen. Hij echter is dood en tot niets in staat. Bovendien weten jullie ook nog dat dit grote beeld hier reflecteert vanuit jullie zelf. Als dat allemaal in jullie en niet buiten jullie is, hoe groot moeten jullie dan zijn, dat zoiets in jullie harten een plaats vindt? Verwonderen jullie je daarom niet te zeer over zulke afmetingen, want jullie moeten weten dat er voor Mij niets groters kan bestaan dan alleen de liefde in de harten van Mijn kinderen tot Mij, hun Vader.
Hoofdstuk 152: Verhouding tussen materiële en geestelijke grootheid. Gelijkenis van de kunstmatige reuzenkorrel en het natuurlijke tarwekorreltje. Door de derde deur in de zuidelijke wand straalt het licht van een nieuwe schepping van eeuwige liefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Ik kan je zeggen, beste vriend en broeder, toen ik dit boek voor de eerste keer had doorgelezen, kwam het mij in ernst voor als was er één of andere wijsheid in verborgen; maar naarmate ik het daarna vaker en met meer kritische opmerkzaamheid weer doorlas, werd ik er ook meer en meer van overtuigd dat dit hele boek niets anders is dan een schatkamer met de meest omvattende inhoud van de allerbaarlijkste onzin. Want afgezien van enige praktische oude wijsheidsspreuken wordt de éne onzin door de andere verdrongen en afgezien van die enkele spreuken, die nu ook niet bepaald van het zuiverste goud zijn, is dit boek zeer geschikt om vanwege zijn mystieke vorm de mensen nog eeuwenlang bezig te houden, omdat ze zo dom zijn.
Hoofdstuk 3: De gelijkenis van de wijze en de dwaze bouwmeester en de verklaring daarvan (Matth. 7:24 - 27) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[11] 'Want we kennen Hem immers? Hij is de zoon van de timmerman en we hebben Hem het beroep van Zijn vader vaak genoeg zien uitoefenen. We weten dat Hij nooit scholen heeft bezocht; ook kunnen we ons niet herinneren dat Hij het boek wel eens ter hand nam en daarin las. Hij was tot nu toe een gewone handwerksman, en zie, nu is Hij een leermeester en Zijn leer is stichtelijk en vol diepe wijsheid, ofschoon voor het overige nog duidelijk de timmerman in Hem te herkennen is. Hoe lang is het eigenlijk geleden, dat Hij met zijn broers een ezelsstal voor ons bouwde? Kijk maar eens naar Zijn vereelte handen, echte timmermanshanden en ziedaar, nu is Hij een leermeester en zelfs profeet zonder dat Hij ooit de profetenschool van de Esseeërs ook maar van binnen gezien heeft. Hoe zullen we dit opvatten?'
Hoofdstuk 8: 'En Hij, Jezus, begon ongeveer dertig jaar oud te worden, en was, naar men meende, een zoon van Jozef'. (Luc.3:23) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[15] Als hij zich in de loop van vele jaren zijn ogen stuk heeft gelezen, en al van mening is dat hij Salomo’s wijsheid in pacht heeft, dan is het bij hem middag, of ook wel zomer.
Hoofdstuk 9: 'En toen het avond was geworden, kwam Hij met de twaalf' (Mark.14:17) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[15] Wat voor nut heeft een kledingstuk van zware geleerdheid en wijsheid? Het bezwaart hem, want hij kan zich nooit oprichten als hij wordt geroepen om het levende licht te ontvangen.
Hoofdstuk 11: 'Hij nu wierp zijn kleed af, sprong op en kwam bij Jezus' (Mark.10:50) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
...  141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166  ...