Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 153 van 1088

...  141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166  ...
[40] Daarom vond Ik het ook fijn, om nu bij deze voorheen zeer arme familie Mijn huidige intrek te nemen. Zojuist kunnen jullie zien, dat die acht mensen voor honderden een middageten hebben klaargemaakt dat jullie allen heel goed zal smaken. Kijk, de oude waard komt al naar ons toe om ons aan te kondigen dat het middagmaal gereed is!"
Hoofdstuk 166: Weerzien en kennismaking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Daarna hield hij op en toen wij verder bij hem aandrongen, gaf hij ons geen antwoord meer en wij gingen verder, op zoek naar meer evers. -Maar kijk, de oude heeft toen toch werkelijk geprofeteerd en wij beleven nu, wat de oude Germaan ons heeft voorspeld!"
Hoofdstuk 167: De voorspellingen over de menswording van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] IK zeg: " Alle volken, die ergens op de wijde aarde wonen, bezitten een reeks aan de eerste mens gedane en gegeven profetie over Mij en Mijn huidig afdalen naar de mensen van deze aarde. Hun priesters zagen steeds kans om door sagen en door de innerlijke drang in hun harten een zekere weg te banen naar een geestelijke aanschouwing en zij deden voorspellingen in beelden die natuurlijk zeer duister waren en die zij zelf ook niet begrepen.
Hoofdstuk 167: De voorspellingen over de menswording van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Jullie allen hebben nu de gelegenheid, je ervan te overtuigen hoe zwaar dat zelfs Mij afgaat. Toch gebruik Ik een taal die vóór Mij nog nooit een ziener heeft gebruikt en Ik doe daden, waarvan men vóór Mijn komst nog nooit had gehoord! De gehele hemel staat open, engelen dalen af en dienen Mij en getuigen over Mij. Ondanks dat, zijn er zelfs leerlingen, die nu steeds bij Mij zijn en alles zien, horen en meemaken, bij wie het geloof nog altijd op een windvaan lijkt en op een zwakke rietstengel die door de wind, waar die ook vandaan mag komen, in iedere richting wordt gedraaid! Nu, hoe moet het dan wel met de andere, wereldse mensen staan!"
Hoofdstuk 167: De voorspellingen over de menswording van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Aan de tafel waaraan Ik plaats neem, zit rechts van Mij Cyrenius, naast hem Cornelius en tegenover ons zitten Faustus, Kisjonah, Julius en Philopold. Links van Mij zit Jarah, dan Raphaël, de jongen Josoë en dan Ebahl. De onderste, lange vleugel verder naar links wordt bezet door Mijn leerlingen en de bovenste rechter door de koninklijke familie Ouran met Mathaël, Rob, Boz, Micha en Zahr .
Hoofdstuk 169: Ernst is beter dan lachen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Een derde tafel, achter Mij, geeft plaats aan de dertig jonge Farizeeën en levieten, Hun voornaamste sprekers Hebram en Risa zitten net achter Mijn rug, maar met de gezichten er naar toe.
Hoofdstuk 169: Ernst is beter dan lachen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Schuin tegenover de linker vleugel van Mijn tafel, dus achter Mijn leerlingen, staat wat naar onderen een kortere tafel met de twaalf waaronder hun sprekers Suetal, Ribar en Baël, en aan de bovenste vleugel vlak achter Ouran is nog een kleine tafel waaraan de arme Herme zit, de bekend~ boodschapper uit Caesarea Philippi, met zijn nu deftig geklede vrouw, drie eigen dochters en een vierde pleegdochter. Zo zitten nu allen die bij Mij behoren, op de juiste plaats.
Hoofdstuk 169: Ernst is beter dan lachen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Weet, dat alle materie een oordeel is en een ijzeren dwang! Je kunt de buitenkant en ook de innerlijke structuur ervan onderzoeken, en veel apothekers bezitten de kennis om een stof in haar oerelementen te ontleden. En deze bijzondere wetenschap noemt men de scheikunde, die in de loop der tijd zich steeds verder zal perfectioneren.
Hoofdstuk 170: Het tegenstrijdige tussen willen en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Ik zal je nog een voorbeeld geven! Stel dat je er alles voor over zou hebben een arme, die bij je kwam, te helpen. Hoewel je zelf geen cent bezat, zou je de arme toch met alles wat maar mogelijk was willen helpen! Omdat je zelf geen geld hebt, ga je naar mensen met geld en vraagt hun met al je overredingskracht om hulp voor jouw arme, maar de hardheid van hart der rijken maakt dat je niets krijgt en dat je de arme met tranen in je ogen zonder ondersteuning verder moet laten gaan en hem toevertrouwt aan God de Heer .
Hoofdstuk 171: Het geestelijk opnieuw geboren worden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Maar Cornelius begint, nu hij het meisje een vraag zal stellen, diep na te denken over wat hij nu eigenlijk zal gaan vragen. Omdat Ik gezegd had, het meisje alleen wijze vragen te stellen, dacht Cornelius, dat het niet zo maar een doelloos tafelgesprek mocht zijn, maar een gesprek met een goede inhoud en daarom zocht hij naar iets, dat geschikt zou zijn voor een gezelschap dat steeds in de gelegenheid was het hoogste te horen.
Hoofdstuk 172: Cornelius en Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] CORNELIUS zegt: "Jawel, jawel! Maar, liefste Jarah, weet je, het is juist dáárom wat moeilijk, omdat, zoals ik al heel duidelijk begin te voelen, je hart werkelijk te veel zuivere wijsheid bevat. O, verder ben je uitermate aanvallig en lief en men zou dagenlang naar je kunnen luisteren, maar vragen aan je stellen of vragen van je krijgen, is toch wel Iets geheel anders. Het vragen gaat snel genoeg, maar daarna komt het antwoord en dat ziet er bij mij nog maar povertjes uit!
Hoofdstuk 172: Cornelius en Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Wel, de zon is ook, net als onze aarde, een bewoonbare en ook geheel bewoonde wereld. Alleen is zij duizendmaal duizend keer groter dan onze aarde die, zoals u ziet, toch ook niet klein is. Maar het licht dat van die grote wereld afkomstig is, ontstaat niet op de bewoonde zonneaarde, maar op een haar geheelomgevende luchtlaag met een spiegelgladde oppervlakte. Deze wekt in de eerste plaats, door wrijving met de haar aan alle kanten omgevende ether, voortdurend een onvoorstelbare hoeveelheid onnoemelijk krachtige lichtenergie op en neemt in de tweede plaats, op haar enorme, bolle oppervlak het licht van aeonen zonnen op en zendt dat weer naar alle zijden uit.
Hoofdstuk 174: De natuurlijke zon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] 'Maar', zult u vragen, 'wie kan dan op de zon zelf bestaan? Want omdat daar het licht het sterkst moet zijn, zal de hitte daar ook niet mankeren!' Maar, dat is niet zo. Naar het inwendige van het eigenlijke zonnehemellichaam dringt nauwelijks het duizendmaal duizendste deel van de gehele lichtsterkte der zon door en daarom is het oppervlak van de zon niet veellichter en warmer dan hier op onze aarde en de schepselen van God kunnen daar daarom evengoed bestaan en leven als op onze aarde. Nacht wordt het daar echter niet, omdat alles op de zon zich in haar eigen blijvende licht bevindt.
Hoofdstuk 174: De natuurlijke zon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Nacht bestaat voor de zonnebewoners dus niet, -maar zij kunnen ondanks hun eeuwige dag toch de sterren en de planeten, die samen met onze aarde om de zon cirkelen, nog heel goed zien. Dat komt door de zeer reine lucht, die de zonneaarde over een afstand van 1200 uur ver naar alle kanten omgeeft. Deze wordt weliswaar zo nu en dan door dikke en zeer dichte wolken verduisterd, maar heeft daarentegen ook weer heel wolkeloze tijden en streken, waarbij de buitenwerelden heel goed gezien en bestudeerd kunnen worden; veel beter dan vanaf enige andere planeet.
Hoofdstuk 174: De natuurlijke zon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] De zon draait ook om haar eigen as, maar niet in ongeveer vijf en twintig uur zoals deze aarde van ons, maar in negen en twintig dagen. Daardoor kunnen de zonbewoners binnen dat tijdsverloop de gehele sterrenhemel te zien krijgen. qat geldt vooral voor de bewoners van de middengordel, die naar mijn mening misschien wel de wijste en mooiste mensen van de zon zijn. De bewoners van de andere gordels hebben meer overeenkomst met de onderscheidene planeten.
Hoofdstuk 174: De natuurlijke zon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166  ...