Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2758 resultaten - Pagina 154 van 184

...  142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167  ...
[9] Als dat werkelijk zo was, zou ik uit schaamte bijna een beroerte krijgen, ondanks het feit dat ik nu een geest ben! Want hoeveel domme en zelfs slechte dingen heb ik tegenover U bij elkaar gezwetst! Ja, nu gaat me ook nog een ander licht op: U hebt mij telkens naar het evangelie verwezen en dat had de echte Cado, die toch onmogelijk zo vertrouwd kan zijn met de Schrift, nooit zo gedegen voor elkaar kunnen krijgen! Nu begrijp ik Uw niet te evenaren wijsheid! Ja, U bent het wel, niemand anders kan het zijn!'
Hoofdstuk 48: Merkwaardig gedrag van het gezelschap tegenover de ogenschijnlijke Cado. Robert herkent samen met Helena de hoge, goddelijke Vriend. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] 'Bravo!', zegt Cado, 'Dat is jou goed gelukt! Zolang er in Cado geen liefde was, was er in hem ook geen wijsheid, maar naarmate Cado de liefde in zich opnam, wekte hij ook de wijsheid tot leven en streed toen met haar tegen de duivel... een wapen, waarvoor iedere duivel het grootste respect heeft.
Hoofdstuk 46: Ergernis van Robert en Helena voor de hemelpoort. Cado' s wijze raad. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Robert zegt: 'Maar beste vriend, zeg me toch eens waar jij je wijsheid vandaan haalt, want dit was weer gesproken als uit de heilige mond van de Heer Zelf ! Ik was tot dusver altijd van mening dat jij met ons hier naartoe was gekomen, opdat je door mij en Helena zou worden voorbereid op de hemel, en nu gebeurt precies het tegenovergestelde: jij bent onze volmaakte meester en wij beiden hebben nauwelijks het bevattingsvermogen om jou, voorzover nodig, te begrijpen. Zeg mij eens, ben jij werkelijk diezelfde Cado, die daar op de heuvel Minerva versloeg met woord en daad, of ben je slechts als Cado vermomd en ben je een van de belangrijkste aartsengelen van God? Want alleen op die manier is jouw wijsheid te begrijpen; anders blijft ze voor mij een raadsel. Dus, beste vriend, zeg mij waaraan jij je wijsheid ontleent!'
Hoofdstuk 47: De poort gaat open en laat de stad Wenen zien. De aard van de verschijningsvormen in het hiernamaals. Robert verbaast zich over Cado's wijsheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Cado zegt: 'Jij hebt een heel goed begrip van de verschijningsvorm, alleen is het niet helemaal juist dat een verschijningsvorm volkomen leeg zou zijn, omdat zij voorlopig enkel verschijningsvorm is. Kijk, een verschijningsvorm is in de geestelijke wereld ofwel slechts een weerspiegeling van een ding dat in werkelijkheid voorhanden is, ofwel een ontwerp voor een nieuwe schepping, eerst alleen zichtbaar voor de Heer, dan echter ook voor iedere geest die naar zijn innerlijk met het nieuw verschenen idee van de Heer in een of andere liefdesverbinding staat. Dat zo'n idee echter, evenals een gelijkenis, steeds in een vorm verschijnt die overeenkomt met de sfeer van de beschouwer, wordt door de wijsheid van de Heer bepaald, en wel zolang totdat de geest zo sterk geworden is, dat hij zelf in de verschijningsvorm het werkelijke en onvergankelijke herkent.
Hoofdstuk 47: De poort gaat open en laat de stad Wenen zien. De aard van de verschijningsvormen in het hiernamaals. Robert verbaast zich over Cado's wijsheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Cado zegt: 'Maar lieve vriendin, weet je niet dat Cado eigenlijk zelf een duivel was en dat derhalve op die bewuste heuvel in het noorden de ene duivel het met de andere aan de stok had?' Helena zegt: 'Als Cado ooit een duivel was, dan was ik het zeker tienvoudig, maar Cado was nooit echt een duivel. Misschien alleen maar naar de schijn, om de echte duivels des te beter tegemoet te kunnen treden. Dat is dan ook een grote wijsheid, die voor een echte duivel toch onmogelijk Is, omdat in hem geen liefde woont.'
Hoofdstuk 46: Ergernis van Robert en Helena voor de hemelpoort. Cado' s wijze raad. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Robert zegt: 'Beste vriend, ik begrijp nu mijn vergissing, maar iets anders begrijp ik niet, en dat ben jijzelf. Waarvandaan haal jij zo'n wijsheid, waar zelfs de wijste Cherubijn respect voor moet hebben? Werkelijk, dat is me een raadsel! Als de Heer hier zou zijn, zou Hij me onmogelijk wijzer kunnen onderrichten.'
Hoofdstuk 46: Ergernis van Robert en Helena voor de hemelpoort. Cado' s wijze raad. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Cado gaat verder: 'Kijk, ik vond eens in een boek over Oudindische wijsheid een heel gedenkwaardige passage, die ongeveer zo luidde:
Hoofdstuk 43: Indische wijsheid over satan. Aansporing tot geduld. Een klein plekje is gemakkelijker schoongeveegd dan de gehele schepping. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[15] Cado zegt: 'Je hebt misschien niet helemaal ongelijk, maar mijn zaligheid durf ik er desondanks niet om te verwedden. De eeuwigheid is eindeloos lang, en in zulke eindeloze tijden en situaties zou nog heel veel kunnen gebeuren waarvan tot nu toe nog geen enkele geest enig idee heeft gehad. Daarom houden we alles wat niet met de goddelijke orde in strijd is voor mogelijk, maar een weddenschap aangaan over de vraag of iets ooit wel of niet mogelijk zou kunnen zijn, wil zoveel zeggen als aan de goddelijke wijsheid zelf twijfelen. Bij God zijn alle dingen mogelijk, waarom dan ook niet de volledige ommekeer van satan?'
Hoofdstuk 42: Minerva voor de poort. Onvriendelijke ontmoeting met Helena. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Minerva zegt: 'Dat is me een vreemde hemeldame; deze allerordinairste proletarische trien, en voor haar zou ik uiteindelijk nog respect moeten hebben?! Ik, het eerste wezen van de hele oneindigheid, en die daar, het minste uit het allerarmzaligste en beruchte Lerchenfeld! Je hebt wel een fraaie voorstelling van een hemeldame, als je dit echte Weense misbaksel voor zoiets aanziet! Gefeliciteerd, je hebt het met je wijsheid in de hemel werkelijk al ver gebracht!'
Hoofdstuk 42: Minerva voor de poort. Onvriendelijke ontmoeting met Helena. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Robert-Uraniël zegt: 'Allerliefste zuster in de Heer en de Vader, en vrouw naar mijn hart, je hebt volkomen gelijk! Hoe zalig maken jouw woorden mij toch, want ik zag daaruit de geest van de zuivere goddelijke liefde in mijn hart stromen. Welk een lieflijke harmonie ontvouwde dat in mijn allerzaligste hart! 0 God, welke zaligheden ga ik nu tegemoet! Wat zullen mijn ogen allemaal te zien krijgen in de geheime schatkamer van de Heer! Zaligheden zonder tal, elk vergezeld van nieuwe, nooit vermoede wonderen van de goddelijke liefde, wijsheid en macht!' _Nu omarmt Robert-Uraniël Helena en kust haar op het voorhoofd.
Hoofdstuk 38: De heer met Robert en Helena. Het weerzien van de beide echtgenoten. Een waar echtpaar der hemelen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Je bent weliswaar met druppels gevoed, terwijl zij stromen in zich heeft opgezogen, maar wanneer je zo' n druppel in de overvloed van haar liefde zult dompelen, zal daaruit een groot aantal wonderen, nieuwe schepselen en werken ontstaan, waar je nooit op uitgekeken zult raken. Daarin pas zul je Mijn macht, grootheid, liefde en wijsheid in al zijn overvloed steeds meer gaan zien en aanbidden, want alles wat er tot nu toe met jou gebeurde was slechts een noodzakelijke voorbereiding op datgene waar je van nu af aan mee zult beginnen.
Hoofdstuk 38: De heer met Robert en Helena. Het weerzien van de beide echtgenoten. Een waar echtpaar der hemelen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Ik zeg: 'Bekommer je daar niet om. Als iemand op aarde een vrouw tot zich neemt, dan zal zij hem des te liever zijn naarmate ze rijker is aan goede eigenschappen. Daarom zal het jou hier zeker ook niet onaangenaam zijn als jouw ware vrouw een zo grote schat van Mij heeft ontvangen, dat jullie beiden daaraan voor de eeuwigheid genoeg zullen hebben. Haar rijkdom bestaat uit een onschatbare overvloed aan liefde en jouw schat aan wijsheid is ook niet de geringste.
Hoofdstuk 38: De heer met Robert en Helena. Het weerzien van de beide echtgenoten. Een waar echtpaar der hemelen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Cado zegt: 'Laat je in godsnaam om je ingebeelde aanzien niet uitlachen! Wat de zuivere wijsheid betreft, zet iedere ezel je voor schut! Indien echter een wezen, al is het uiterlijk nog zo mooi, zo dom is als geen tweede in de hele oneindigheid, zal er aan het ware aanzien wel een steekje los zijn. Praat me daarom nooit over een vermeend aanzien, dat jij alleen jezelf hebt gegeven. Verschoon me van dergelijke dwaasheden!'
Hoofdstuk 30: Cado laaft zich aan brood en wijn. Minerva's ergernis. Cado's duidelijke les over haar onwaardigheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Helena zegt: 'Liefste Robert-Uraniël, voor God de Heer, onze Vader vol zuivere liefde, bestaat noch iets groots, noch iets kleins! Hij geeft aan het ene werk dit, aan een ander werk een ander doel. Waar echter het doel goddelijk is, daar is ook het middel goed. Ik ben een middel in de hand van de goddelijke liefde en jij eveneens. Jij bent net als ik noch groot noch klein, maar wij zijn elkaars gelijke in de liefde voor God. Laten we daarom elkaar geen lof meer toezwaaien, maar elkaar innig vasthouden in God, onze heilige Vader! Jouw wijsheid moge zich verbinden met mijn in God gerijpte liefde! Als wij zo één worden voor God, dan worden wij een waarachtig echtpaar in de hemel en zullen in die hoedanigheid werken volgens Gods orde.'
Hoofdstuk 38: De heer met Robert en Helena. Het weerzien van de beide echtgenoten. Een waar echtpaar der hemelen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Robert-Uraniël zegt: 'O Heer, zeker onze lieve Helena hier, want wie uit de oerbron zelf put, ontvangt zeker het zuiverste licht des levens. Wie echter door Uw heilige ordening wordt genoodzaakt om in de uitgestrekte gebieden waar Uw liefde, wijsheid en macht in uitstroomt de wonderen van Uw erbarmen te aanschouwen, drinkt Uw genade slechts druppelsgewijs, terwijl Helena hele stromen van Uw oerlicht in haar hart opneemt en daardoor wordt binnengeleid in het enorme gezichtsveld van Uw eindeloze erbarming en wonderdaden. Eén vluchtige seconde van ongestoord schouwen in Uw hart moet haar immers meer onthullen dan een heel millennium mij onthult, als ik ver van U verwijderd ben. Hoe zal ik mij nu bij haar staande houden? Ik ben een door kleine lichtdruppels verzadigde geest, en zij draagt zeeën van licht van alle wijsheid in zich mee!'
Hoofdstuk 38: De heer met Robert en Helena. Het weerzien van de beide echtgenoten. Een waar echtpaar der hemelen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167  ...