Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 154 van 278

...  142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167  ...
[6] Kijk eens naar al Mijn leerlingen hier! Waardoor hebben zij verdiend dat Ik steeds in hun nabijheid ben en hen inwijd in alle geheimen van de hemelen? Ik zeg je: nergens door! Ze hebben liefde voor Mij, en die liefde bindt hen vrijwillig aan Mijn persoon. En als die liefde zou verkoelen zouden ze zich eveneens vrijwillig van Mij afkeren, om achter dingen aan te gaan waar hun liefde, die hen van Mij deed afkeren, hen naartoe zou trekken. Maar in geen geval is er sprake van een of andere verdienste die hen waardig maakt om in Mijn tegenwoordigheid te verblijven. Daarom heb Ik ook steeds gezegd: komt állen tot Mij, die vermoeid en beladen zijn, opdat Ik jullie je lasten afneem! Ik verlang niets anders dan dat jullie Mij daarvoor liefhebben, en dan zal Ik jullie allemaal verkwikken.Wie echter ondanks zijn grote zondenlast niet vrijwillig tot Mij komt, zal Mijn aangezicht nooit kunnen aanschouwen; en hij zal al helemaal niet, zelfs niet door de edelste daden, zonder liefde in zijn hart, een verdienste verwerven die Mij dwingt naar hem toe te komen.
Hoofdstuk 22: De Heer spreekt over verdienste - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] God heeft andere volkeren heel goed kunnen toestaan wat voor jullie ontoelaatbaar moest blijven, om Zijn volk geschikt te houden voor datgene wat nu als rijpe vrucht aanwezig is. Als de vrucht echter van de boom losgemaakt is, zal het aan de boom zelf liggen of hij een nieuwe zallaten rijpen; want hij is nu sterk genoeg geworden, zodat hij het zonder de hulp van de tuinman kan stellen en zichzelf vooruit helpt. Die heeft immers alles gedaan wat mogelijk was! Maar als de boom lui en traag wordt, zal diezelfde tuinman de bijl aan zijn wortels leggen.
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] De Joden hadden van oudsher een taai en eigenzinnig karakter. Dat zijn echter die eigenschappen, die geschikt maken om bewaarder van het goddelijke woord te zijn, opdat het zo ongeschonden mogelijk bewaard blijft. Andere volkeren, die die karaktertrek niet hadden, hadden ook andere roepingen en waren toch niet verworpen in Gods ogen, evenmin als handen en voeten door de mens veracht kunnen worden omdat ze niet zoals het hart bewaarders zijn van het meest innerlijke leven, maar veeleer ook hoog gewaardeerd zijn, omdat zonder deze organen zijn leven maar heel gebrekkig zou zijn.
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[11] Daaraan zien jullie dat Raël rustig temidden van zijn kunstwerken en in zijn prachtig ingerichte huis kan leven, en Mijn hart toch heel dierbaar kan zijn; want hij kijkt naar dat alles, zonder dat zijn hart eraan hangt. Hij bekijkt alleen met dankbaarheid het geestelijke vermogen dat door Mij in de mensen werd gelegd en zich tot een zodanige kunstvaardigheid ontwikkelt, dat het andere mensen ook vreugde verschaft.
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Wat voor liefde en geduld daarvoor nodig is, kunnen jullie gemakkelijk beseffen als jullie kijken naar de enorme omvang van de slechtheid en verdorvenheid in de wereld, die juist nu in dit land zijn hoogtepunt heeft bereikt, opdat de goddelijke liefde, als tegenwicht en sterkere macht, al die slechtheid bij elkaar verzwelgt en in zichzelf vernietigt. Een kleinere macht kan geen grotere in zich opnemen, tenminste niet geestelijk, maar alleen een grotere kan de zwakke re omarmen en die tenslotte zonder schade in zichzelf doen verliezen, zoals ook gebeurt.
Hoofdstuk 26: De macht van de liefde - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Zouden jullie je lichaam zo weinig mogelijk bewegen, het steeds aan een gelijkmatige temperatuur blootstellen en al het onaangename vermijden, dan zal er weldra een vervaloptreden van de krachten die jullie niet oefenen, en daarmee een verval van het lichaam. En als dat al met het lichaam gebeurt, hoeveel te meer dan met de ziel die steeds in hetzelfde bestaan voort droomt zonder dat ze geprikkeld wordt -want alleen de ziel leeft immers, niet het lichaam. Om levenslustig en creatief te kunnen zijn, moet ze werk te doen hebben. Door het werk doet ze kennis op en beleeft ze vreugde aan wat ze gedaan heeft. Op het materiële vlak uit dit werk zich als strijd van het zwakkere tegen het sterkere, op het geestelijke vlak echter in de kennis en het toenemen van de liefde.
Hoofdstuk 29: Het volk van de toekomst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[14] Kijk, wat is de dood van een mens eigenlijk?! Niets anders dan dat de rijpe vrucht van de boom valt, en dat vallen gebeurt ook vanzelf, zonder veel toedoen van de vrucht. Als een mens in zijn meest innerlijke wezen zover gelouterd is, dat hij als rijpe vrucht kan gelden, dan zal het losmaken van de rijpe ziel van de stam, het lichaam, ook zonder enige dwang gebeuren. Dat ogenblik treedt bij iemand die overeenkomstig Mijn wil heeft geleefd, op een zodanige wijze in, dat hij ook zonder Mijn aanwezigheid volkomen pijnloos, ja zelfs met de meest vreugdevolle gevoelens overglijdt van het aardse naar het geestelijke leven.
Hoofdstuk 30: Over het sterven - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Mijn leerlingen spraken nog ijverig met elkaar over de visioenen die ze gisteren hadden gezien en vertelden ook hun buitengewone dromen, die bijna ieder van hen had gehad, zonder Mij over die dingen een speciale vraag te stellen. Weldra kwam ook Raël naar ons toe en nodigde ons vriendelijk uit het gereedstaande ochtendmaal tot ons te nemen. Dat gebeurde, en weldra maakte zich een algemene, echt opgewekte stemming van de gemoederen kenbaar, die zelfs aan de anders zo ernstige mannen menige kwinkslag ontlokte.
Hoofdstuk 31: Een rustdag - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[16] Maar Ik zei tegen hem dat hij moest blijven, en zei: 'Raël, het zal niet lang meer duren, dan zul je voor eeuwig bij Mij kunnen blijven; maak je daarom nu gereed voor die navolging en doe, zoals Ik je reeds heb gezegd! Dezen hier, die Mij volgen, hebben nog tijdens hun leven een grote taak in Mijn naam te vervullen. Maar jij hebt de jouwe reeds vervuld, en daarom ben je gerechtvaardigd voor Mij, ook zonder datje Mij nu lichamelijk volgt - wat Ik dikwijls heb geëist, en waar je over hebt gehoord!'
Hoofdstuk 32: Over de dood van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Na deze woorden verdwenen de hemelse bewoners, en wij waren weer alleen zoals tevoren in de grote eetzaal van Raël. Lange tijd zaten de Mijnen nog als verdoofd door de heerlijkheid van wat ze hadden gezien; want zo diep hadden ze nog nooit een blik in de geheimen der hemelen geworpen, en ze hebben tijdens hun lichamelijke leven ook nooit weer zo'n blik gekregen. Het gebeurde echter opdat hun zielen nu sterk zouden blijven -ook zonder wonderen die Ik uitsluitend in hun kring, en niet in het openbaar deed. Dit laatste diepgaande schouwen moest zich onuitwisbaar inprenten en voor hen een richtsnoer blijven voor hun verdere leven, alsook voor hun verdere leven zonder stoffelijk lichaam in Mijn rijk.
Hoofdstuk 30: Over het sterven - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] Lazarus doorzag die geslepen plannen heel goed en weerlegde de aanklachten die tegen hem waren ingediend, tegenover de Romeinse stadhouder met gezag, zodat hij vrijuit ging, zonder dat hij daarbij uiterlijk zichtbaar enige opwinding had getoond.
Hoofdstuk 33: De oorzaak van de dood van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Zoals reeds bekend was Lazarus een van de rijkste mannen van heel Judea, en omdat hij gestorven was zonder dat hij directe erfgenamen had, behoorde volgens de wet van de tempel een derde van zijn totale vermogen aan de tempel, terwijl zijn zusters, die geen mannelijke familiebescherming hadden Lazarus had verder geen nauwe bloedverwanten -onder het oppergezag van de tempel waren komen te staan, die in zulke gevallen een uiterst onaangename voogdij uitoefende. De Farizeeën en tempeljoden waren al geruime tijd heel begerig naar de rijke bezittingen van Lazarus en hadden, zoals bekend, reeds allerhande trucs en listen bedacht om Lazarus in hun vingers te krijgen, om zo mogelijk het gehele rijke erfgoed in handen te krijgen. Van zijn twee zusters verwachtten ze niet te veel moeilijkheden.
Hoofdstuk 33: De oorzaak van de dood van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Ik hief hem echter op, drukte hem aan Mijn borst en zei: 'Lazarus, je hebt door Mij de dood overwonnen - zorg dat je dat ook zonder Mijn hulp kunt; want een mens is pas werkelijk vrij van alle banden van de dood, wanneer hij uit zichzelf Mijn kracht naar zich toe trekt en dan als overwinnaar en heerser uit zijn graf treedt, waar zijn ziel in sluimerde! -Maar ga nu naar binnen en sterk je, opdat je lichaam nieuwe krachten verzamelt voor het aardse leven!'
Hoofdstuk 37: De bekering van veeljoden - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] Met woedend geblaf stormden namelijk de bekende grote waakhonden tevoorschijn en omringden de hele groep op zo'n angstwekkende manier, dat geen van hen zich durfde te verroeren. Deze honden, die door Mij aan Lazarus waren gegeven, hadden zich sinds zijn dood volkomen apathisch gedragen en waren niet meer te bewegen geweest hun functie van beschermers en bewakers uit te oefenen, om welke reden de tempeldienaren zich ook volkomen ongehinderd hadden kunnen doen gelden. Maar nu Lazarus leefde, was ook de oude kracht en wakkerheid in hen teruggekeerd, die zich voor de Farizeeën op hoogst onplezierige wijze merkbaar maakte. De reusachtige dieren liepen tandenblikkerend rond het groepje, en toen een van de knechten het waagde naar een van de dieren te slaan, lag hij onmiddellijk op de grond en liep gevaar verscheurd te worden. Dat ene voorbeeld was voldoende om de gerechtsdienaren ervan te weerhouden van hun wapens gebruik te maken, vooral omdat de dieren er genoegen mee namen het hele gezelschap tegen te houden zonder hen aan te vallen, maar ook zonder hen van hun plaats te laten komen.
Hoofdstuk 38: Het plan van de Farizeeën - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Er werd veel gepraat en men stelde vele vragen aan Lazarus: wat hij gedaan had toen hij in het graf lag, en of hij een herinnering had behouden aan wat hij in de geestenwereld toch zeker meegemaakt en gezien moest hebben. Maar hij gaf te kennen dat het hem te moede was alsof hij heel diep geslapen en ook heel levendig gedroomd had, maar dat hem van wat hij had gedroomd alleen maar vage beelden waren bijgebleven. Hij wist wel dat hij met verschillende gestorvenen had gesproken, ook met zijn vader, zonder dat hij zich echter iets kon herinneren van wat er in feite gezegd was. Ondanks dat alles wist hij echter heel zeker dat hij echt gestorven was en niet alleen maar gedroomd had; want zijn laatste uren waren heel levendig in zijn geheugen gebleven, vooral de angst voor de dood, die hij heel duidelijk had gevoeld, alsook het langzame uitdoven van zijn levensgeesten.
Hoofdstuk 40: De toekomstige missie van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167  ...