Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 155 van 263

...  143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168  ...
[3] "Henoch, jij, die voor ons aller ogen zo door Asmahaël werd gesterkt dat de 'Verdorde aardhand' zich wel moest buigen voor de ademtocht van jouw woord, zie, er zijn hier geen kinderen! Waar zijn ze naartoe?
Hoofdstuk 124: Adam vraag naar de kinderen van middernacht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Ik zou Asmahaël (de Heer) wel daarnaar willen vragen; maar waarachtig, daartoe ontbreekt mij, evenals menig ander, geheel en al de moed. Want als ik bedenk wie er achter Asmahaël verscholen is en ook wat en wie ik ben, dan weigeren mijn tong en mijn longen onmiddellijk dienst en ben ik nauwelijks meer in staat nog een woord te uiten. Bovendien zegt mijn hart mij ook nog: 'Wat wil je dan aan de alwetende God vragen alsof er Hem iets niet bekend zou zijn wat er heimelijk in jezelf omgaat?! Heeft Hij niet van eeuwigheid af aan je gedachten voor je geordend, allang voordat Hij je vanuit Zijn oneindige liefde en erbarming vormde tot een tot denken in staat zijnd wezen?!
Hoofdstuk 124: Adam vraag naar de kinderen van middernacht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] En Seth ging meteen naar hen toe en richtte hen liefdevol op en bracht het woord van Adam over, waarop de drie oude kinderen van vreugde begonnen te wenen. En Jura zei tegen Seth: "0 mijn geliefde broer! Wat ben ik onuitsprekelijk gelukkig, evenals als wij alledrie, dat wij jou en onze zo innig geliefde vader nog een keer mogen zien!
Hoofdstuk 128: Adams vreugde over zijn kinderen Jura, Bhusin en Ohorion - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] En toen Hij uit het oog was verdwenen begon iedereen in zichzelf de grote God te prijzen. De drie oudste kinderen richtten het woord tot Adam en vroegen hem:
Hoofdstuk 130: Asmahaëls Vaderroep tot de kinderen van middernacht heeft succes - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Toen Adam met de overige kinderen die grote, onafzienbare volksscharen naderbij zag komen met Asmahaël aan het hoofd, werd hij geheel met stomheid geslagen en kon geen woord meer over zijn lippen krijgen. (9 aug. 1841)
Hoofdstuk 130: Asmahaëls Vaderroep tot de kinderen van middernacht heeft succes - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Voor U is ieder klaterend geluid van een ergens opborrelende bron een tot in de essentie begrijpelijk woord. U verstaat het zachte wuiven van het gras en de klacht van een vallend blad gaat niet onbegrepen aan Uw oor voorbij.
Hoofdstuk 130: Asmahaëls Vaderroep tot de kinderen van middernacht heeft succes - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] "Machtige jongeling! Kun je mij niet zeggen wie je bent en vanwaar je komt? Is Adam ook jouw vader? Of is er soms op deze wijde aarde een nog machtiger hoofdstamvader dan onze vader Adam, aan wiens woord eens ook de zon en de maan gehoorzaamden?
Hoofdstuk 131: Adams vreugde en dank. De vraag van de weetgierige Jura aan Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En Adam stelde zich tevreden met dit antwoord en alle kinderen met hem. En zo begon, na gedane innerlijke, geestelijk ware dankzegging een ieder naar behoefte en smaak te eten en te drinken.
Hoofdstuk 132: Het gemeenschappelijke maal. De uit eerbied en bescheidenheid vastende vaderen. Henochs liefde voor Asmahaël. Het ware gebed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Toen Asmahaël deze woorden met grote nadruk tot de aanwezigen had gericht, werden zij allen door een grote angst gegrepen en niemand was in staat met enig opbeurend woord van troost de anderen bij te staan; want de voor iedereen nu onmiskenbare waarheid maakte hier elke troostende uitvlucht zo goed als geheel onmogelijk, vandaar dat er dan ook een diepe stilte intrad, waarin iedereen bij zijn hart te rade ging en ondertussen naarstig zocht naar een troostende reden ter verontschuldiging. Maar het verarmde hart was niet bij machte datgene te verschaffen waaraan het zelf het grootste gebrek had.
Hoofdstuk 135: Adams dwaze antwoord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Nu pas, nu U in ons ook het oor van ons hart hebt geopend, begrijpen wij en zien wij in, hoe ontzettend blind en doof wij destijds, dat wil zeggen vandaag op deze mooie ochtend nog waren, toen het woord van Uw onmeetbare Vaderlijke liefde onbegrepen aan ons hart klopte en als het woord van een vreemdeling klonk, terwijl het van U uit meer dan zonneklaar tot ons gericht was.
Hoofdstuk 137: Adams bekering en belijdenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Eindelijk bereikten wij de stenen wand van jullie hart. Door de bliksem en de donder van de ster stortte deze in en je kwam en zag de grote verlatenheid in je innerlijke leven. Je riep het leven; daarvan liet zich maar weinig weer terugvinden. Ik zag jullie grote nood, ging heen, riep en bracht je het leven in grote hoeveelheden!
Hoofdstuk 138: Emmanuëls woorden over Zijn komen bij de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] O vader, kijk, kijk: Hij, die eertijds door Zijn machtige woord hemel en aarde en alle dingen daarop heeft geschapen, Hij - 0 welk een aanblik! - Hij helpt nu Henoch dit kleine offeraltaar te bouwen!
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Heb jij daarstraks dan niet gehoord hoe Hij Zelf gezegd heeft dat Hij alleen naar het hart kijkt en naar niets anders?! Doe dan ook hetgeen volgens Zijn eigen wil het juiste is en vergeet de grote, heilige achting niet, die wij allen, naast de grootste, innerlijke liefde, God verschuldigd zijn, ja voor eeuwig verschuldigd zijn! Amen!"
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] "O vaderen, verneem in naam van Emmanuël een woord uit mijn mond! Het altaar is nu gereed, het is geheiligd en rein voor God, omdat God Zelf mijn zwakke handen hielp het te bouwen.
Hoofdstuk 141: Henoch wekt de vaderen op tot liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Mijn woord en Mijn liefde voor jullie is de liefdesdauw en doet hetzelfde met je als met de zaadkorrel in de aarde. Neem daarom Mijn woord in je op, opdat dat het wereldse in je vernietigen zal en dan je liefde, die het ware eeuwige leven is, waarachtig vrij zal maken! Pas in dit vrije leven zullen jullie dan een nuttige vruchtboom worden en kunnen doen, wat voor het leven noodzakelijk is; maar nu is jullie opgave geen andere dan je levend en vrij te maken in de ware liefde tot Mij, opdat je daardoor pas waarachtig levend zult worden in Mij en door Mij, je ware, eeuwige, heilige Vader! Amen.
Hoofdstuk 142: Over de vrijheid van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168  ...