Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 155 van 1088

...  143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168  ...
[18] Om dat te bereiken, moest de mens eerst nog dieper en verder van U gescheiden worden, Hij moest falen en vallen en dan pas in die totale afgezonderdheid van U, heel moeizaam en onder allerlei verleidingen en moeilijkheden weer helemaal opnieuw tot zichzelf komen en met een neerslachtig en berouwvol hart naar U op zoek gaan,
Hoofdstuk 183: Philopold legt uit waarom de Heer mens werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Ook Jarah kijkt onderzoekend naar de wijze man en weet van louter verbazing over zijn wijsheid niet waar zij aan toe is.
Hoofdstuk 184: De taal van het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dat had Ik luid gezegd, zodat ook de gasten van de andere tafels het hoorden en onze STAHAR, de overste van Caesarea Philippi verhief zich heel ernstig van zijn plaats, kwam naar Mij toe en zei: "Heer! Ik hoorde alles, wat er hier aan deze verheven tafel gesproken en beoordeeld werd, veel wonderbaarlijks, verhevens, zeer wijze zaken, heel waarachtige en in iedere opzicht onweerlegbare zaken. Overal straalde Uw zuivere goddelijkheid als een zon midden op de dag naar buiten en alle engelen van de hemel zouden niets anders kunnen zeggen.
Hoofdstuk 185: De verheven luister. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Kort en goed, naar mijn bescheiden mening moest de mens, vooral in tegenwoordigheid van zijn God, zijn Schepper, zich toch niet zo prettig en zelfs zo op zijn gemak voelen, alsof hij thuis bij een linzenschotel zat en die heel behaaglijk zat op te peuzelen!
Hoofdstuk 185: De verheven luister. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] IK zeg: "Een oude boom Iaat zich moeilijk buigen, en heeft u nooit gehoord dat men zegt: 'Een hond keert steeds naar zijn braaksel terug en de varkens keren ook steeds terug naar de poelen, waarin zij zich verontreinigd hebben!'?
Hoofdstuk 185: De verheven luister. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[22] Maar als het u in de hel zo stichtelijk en godgevallig voorkomt, ga dan weer naar de hel en dien daar de God van uw verheven inbeelding en voel u thuis in uw luister!"
Hoofdstuk 185: De verheven luister. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[26] Na deze woorden staat Sta.har op, buigt zich zo diep mogelijk voor Mij, gaat snel naar zijn broeders en begint flink zijn mening te verkondigen en al gauw wordt het erg luidruchtig aan die tafel waaraan het eerst heel rustig was toegegaan, en Stahar had behoorlijk moeite met zijn door de wijn wat verhitte broeders.
Hoofdstuk 185: De verheven luister. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[29] CYRENIUS zegt: "Gewoonte is een machtig bolwerk voor alle domheid. In Europa vind je een volk waar iedere fout met stokslagen en de gesel bestraft wordt. Voor ieder nog zo gering vergrijp komt men in pijnlijke aanraking met de stok, de gesel, of een geduchte roede. Mijn broeder Augustus Caesar wilde de mensen daar vanaf brengen. Hij stelde opvoeders aan, die zich inzetten om het tegen te gaan en hij liet zelfs mannen en vrouwen naar Rome brengen, opdat zij daar de zegen der menselijkheid zouden Ieren kennen en zie: Die mensen kregen een ontzettend heimwee naar het land waar zij zeker eenmaal per maand blauwen bloedig geslagen werden!
Hoofdstuk 185: De verheven luister. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[30] Als een lichamelijke hel al zo alledaags voor een mens wordt dat hij ernaar terugverlangt zodra hij die mist bij een humaan opgevoed volk, hoeveel te meer zal hij dan terugverlangen naar de geestelijke hel, die de mensen zoveel aardse voordelen verschaft!
Hoofdstuk 185: De verheven luister. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Intussen ging HERME, de boodschapper en zanger uit Caesarea Philippi, op de berg eens zien, hoe het er met de afgebrande stad bijstond en hij zag dat hier en daar nog geweldige branden woedden. Maar hij ontdekte tevens, dat er juist in de richting van de stad een geweldig onweer snel kwam opzetten dat naar zijn mening niet zo lang meer op zich zou laten wachten.
Hoofdstuk 186: Voorbereidingen voor de naderende storm. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Maar laten wij nu naar de zee gaan, want daar zal onze aanwezigheid het meest noodzakelijk zijn! Ook zullen jullie daar de woedende elementen het best kunnen zien en de heerlijkheid Gods zullen jullie daar ook beter ondervinden dan onder een dak!"
Hoofdstuk 186: Voorbereidingen voor de naderende storm. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Na deze woorden trekt iedereen naar de zee, die heel rustig is. Maar daar ziet men ook al de zwarte wolken dichterbij komen en ook over de oostelijke en zuidelijke bergen torenen de wolken massaal omhoog en het wordt allen nu duidelijk dat er een geweldige storm op komst is. Boven zee zijn een massa stormvogels te zien.
Hoofdstuk 186: Voorbereidingen voor de naderende storm. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Ouran begint daarom bezorgd te worden voor zijn mooie kostbare tenten. Hij komt naar Mij toe en vraagt Mij, of Ik dit reisattribuut ook zou willen beschermen, want bij zo'n reuzestorm zouden de tenten er wel eens slecht af kunnen komen!
Hoofdstuk 186: Voorbereidingen voor de naderende storm. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] EBAHL zegt: "Natuurlijk niet, maar als er hagelkorrels van een pond vallen, wordt je onwillekeurig toch een beetje bang, vooral als ze in dichte massa 's uit de wolken naar beneden gaan vallen. Zo'n ijskogel als er nu net één voor mij op de grond viel, zou gemakkelijk je hoofd kunnen verpletteren!
Hoofdstuk 187: De storm. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Aan de andere kant moeten die bepaalde vrienden van de luister toch ook eens iets van zo'n ware luister ondervinden die zij bij Mij misten! Kijk eens, hoe ze stiekem uit de openingen van de tenten gluren en niet begrijpen, hoe wij buiten zo opgewekt dat onweer kunnen doorstaan! Maar om naar buiten te komen hebben ze geen durf genoeg. O, hoe ontzettend klein is hun geloof nog!"
Hoofdstuk 187: De storm. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168  ...