Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 156 van 215

...  144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169  ...
[11] Waar ligt nu deze wortel? We zullen hem dadelijk vinden. Jullie weten, dat de liefde de oergrond en de basisvoorwaarde van alle dingen is. Zonder liefde zou er nooit enig ding geschapen zijn en zonder liefde zou er, hoe dan ook, geen bestaan denkbaar zijn, evenmin als er zich zonder wederzijdse aantrekkingskracht ooit een wereld volgens de wil van de Schepper zou hebben gevormd. Wie dat niet kan bevatten, moet zich maar eens een wereld voorstellen zonder deze wederzijdse aantrekkingskracht, en dan zal hij spoedig zien hoe zich alle atomen van een wereld plotseling van elkaar zullen scheiden en als het ware in het niets vervluchtigen.
Hoofdstuk 80: Over tweeërlei liefdes - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Wie zo'n gebod rechtvaardig zou vinden, zou toch zeker werkelijk van een wereld moeten komen waarvan zelfs de Schepper van hemel en aarde geen weet heeft, dat wil zeggen van een wereld die nergens bestaat; of hij zou een afgevaardigde van de satan moeten zijn!
Hoofdstuk 80: Over tweeërlei liefdes - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Aldus leren ook de kinderen hier langs geestelijk praktische weg waaruit het behoud van de geschapen dingen bestaat en hoe hiermee, verenigd met de wil van de Heer, steeds op de meest zorgvuldige wijze moet worden omgegaan. En als jullie dit nu ook maar enigszins hebben begrepen, dan zullen jullie ook wel inzien hoe waardevol deze wet is, en bovendien waarom hij ook hier in het rijk der hemelse kindergeesten voorkomt. Omdat we dit nu weten, kunnen we ons ook dadelijk naar de zesde zaal begeven.
Hoofdstuk 78: Het vijfde gebod in de vijfde zaal, geestelijk belicht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Als hier dus van een gebod tot behoud sprake is, dan is het ook vanzelfsprekend dat men nog minder het recht heeft om de geest van zijn broeder, evenmin als zijn eigen geest, door welk middel dan ook te vernietigen en voor het verkrijgen van het eeuwige leven ongeschikt te maken. God doodt weliswaar dagelijks lichamen van mensen, maar op het juiste moment, als de geest op een of andere wijze een bepaalde rijpheid heeft bereikt. Ook de engelen uit de hemel, als bestendige dienaren van God, doden voortdurend lichamen van mensen op aarde, maar niet voordat ze van de Heer opdracht hebben gekregen en dan slechts op de manier, zoals de Heer het wil hebben.
Hoofdstuk 78: Het vijfde gebod in de vijfde zaal, geestelijk belicht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Opdat jullie echter de nu volgende verklaring gemakkelijk en terdege zullen begrijpen, maak ik jullie er alleen nog op attent dat in God het eeuwige behoud van de geschapen geesten de onwrikbare grondvoorwaarde van de gehele goddelijke ordening is. Nu jullie dat weten, kijk dan eens naar het tegenovergestelde, namelijk naar de vernietiging, en jullie hebben het gebod, zowel in geestelijke als in lichamelijke zin, betekenisvol voor je.
Hoofdstuk 78: Het vijfde gebod in de vijfde zaal, geestelijk belicht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Ik zie echter dat jullie nu na deze grondige behandeling van dit thema zelf niet meer weten wat jullie eigenlijk met dit gebod aan moeten. Maak je geen zorgen; enkele woorden zullen voldoende zijn om alles wat tot nu toe voor jullie twijfelachtig was in het helderste licht te plaatsen, en dan zal deze wet even waardig als op aarde, ook in de hemel als een zon aan de hemel stralen!
Hoofdstuk 78: Het vijfde gebod in de vijfde zaal, geestelijk belicht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] De vraag is dus: hoe moet het dan met dit gebod hier in het rijk der geesten, waar de kinderen voor eeuwig van hun ouders verstoken zijn? Maar als zij van hun ouders verstoken zijn, dan zijn ze toch zeker ook van de aardse plichten tegenover hen ontheven. Desondanks zien we dat dit gebod hier in deze vierde zaal op het bord geschreven staat. Zou het misschien voor deze kinderen op de Heer betrekking hebben? Dat zou aannemelijk zijn als daaronder maar niet de veelbelovende zin zou staan: 'Opdat u lang moge leven en het u goed moge gaan op aarde'. - Als daar zou staan: 'Opdat u eeuwig moge leven en het u goed moge gaan in de hemel', dan zou zo'n veranderde versie van het gebod heel goed te begrijpen zijn; maar een tijdelijke belofte in het eeuwige rijk der geesten klinkt dan toch een beetje vreemd.
Hoofdstuk 77: Het vierde gebod in de vierde zaal (in geestelijke zin) - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] De kinderen zeggen: o lieve wijze man, kijk, zo gaat dat niet. Aan de beantwoording van een andere vraag is ons niets gelegen; maar ons is er alles aan gelegen om te weten of er wel of geen hemelse Vader bestaat. Bestaat er echter een Vader in de hemel, dan zijn we allemaal overgelukkig; bestaat er geen, dan is het alsof we geen van allen grond onder de voeten hebben en niet weten waarvoor, waardoor en waarom? Daarom, als het jou mogelijk is, geef dan een antwoord op de eerste vraag; dat vragen wij jou allemaal heel nadrukkelijk.
Hoofdstuk 75: Het verlangen naar God - een getuigenis van Zijn bestaan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] De Heer zegt: o graag, van ganser harte, Mijn lieve kindertjes! Vraag maar, dan zal Ik wel een antwoord weten te vinden. De kinderen zeggen tegen de Heer: nu je ons hebt toegestaan om je iets te vragen, vragen we jou juist naar datgene wat ons allemaal het meest ter harte gaat. Kijk, we zoeken en proberen al geruime tijd op alle mogelijke manieren te bewijzen of er al dan niet een God bestaat, die een buitengewoon goede Vader in de hemel zou zijn voor alle mensen, die waar dan ook leven. We kunnen echter deze Vader nergens op het spoor komen en onze leraar zelf wil of kan ons hierover ook niets wezenlijks zeggen. Hij heeft ons echter wel gezegd dat jij echt buitengewoon wijs zou zijn. Daarom zouden we graag van jou willen horen of er al dan niet zo'n God en Vader bestaat. Als jij daarover ook maar iets weet, zeg het ons dan toch. We zullen heel oplettend naar je luisteren en aan ieder woord dat uit jouw mond komt graag de grootst mogelijke aandacht besteden.
Hoofdstuk 75: Het verlangen naar God - een getuigenis van Zijn bestaan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] Luister, het kind zegt: lieve, wijze leraar, kijk nu toch eens! Toen ik in mijn kamertje de lieve grote Hemelvader zo echt begon lief te hebben, kwam deze eenvoudige man naar me toe en vroeg mij of ik de Vader in de hemel werkelijk wel zo liefhad. Ik zei tegen Hem: och lieve man, dat kun je toch wel van mijn gezicht aflezen. Daarna vroeg de man mij hoe ik me de grote Hemelvader in mijn gemoed voorstelde. En ik zei tegen hem: ik stel me Hem als een mens voor; maar wel moet Hij heel groot en sterk zijn en ook zeker een grote glans om zich heen hebben, omdat deze wereld en de zon die op haar schijnt al zo buitengewoon heerlijk en stralend zijn.
Hoofdstuk 74: Hoe moet men God zoeken? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Kijk, de leraar raakt zijn borst aan. Meteen gaat er vanuit de aangeraakte plaats naar het nieuw geschapen mensenpaar een heldere straal, die zich eveneens als een derde lichtmens voor hen plaatst. En wat de leraar nu met de jullie bekende woorden van de Heer tegen de leerlingen zegt, dat zegt ook de derde mens die gevormd is uit de straal die uit de borst van de leraar kwam, tegen het eerst geschapen mensenpaar.
Hoofdstuk 72: Leszaal van de scheppingsgeschiedenis van de mens Schoolgebouw van de 12 goddelijke geboden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Kijk nu eens hoe de leraar zich aan dit eerst geschapen mensenpaar openbaart en hoe hij dit onderricht.
Hoofdstuk 72: Leszaal van de scheppingsgeschiedenis van de mens Schoolgebouw van de 12 goddelijke geboden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Zijn hemel, hel en sprookjes over de geestenwereld bedacht door arbeidsschuwe kloosterhokkers, of zou er toch iets van waar zijn? Zo niet, wat dan, en wat zal er dan met ons gebeuren? Is er wel iets van waar, waar komen we dan terecht, boven of beneden?
Hoofdstuk 71: Over de heilige school van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] Laat dat maar even rusten; het vervolg zal jullie tonen wat men hier nog allemaal moet leren. Jullie moeten vooral niet denken dat men in het rijk der geesten als geest al in zekere zin, zoals jullie plegen te zeggen, alle wijsheid van de hemel in pacht heeft, en dan nog een schepje erbovenop. Het zou werkelijk een buitengewoon eentonig leven zijn, als men zich in een situatie zou bevinden die niet vervolmaakt zou kunnen worden. Wanneer echter de Heer Zelf, wat jullie weliswaar niet helemaal zullen begrijpen, steeds in de ontwikkeling van Zijn oneindige kracht voortschrijdt, hetgeen jullie gemakkelijk kunnen opmaken uit het voortdurend scheppen en de voortplanting van alle dingen, hoe zou er dan voor Zijn kinderen ooit een of andere stilstand kunnen bestaan? - Hoe echter zulke verdere ontwikkelingen gebeuren, zal het vervolg tonen.
Hoofdstuk 68: Aanschouwelijk onderwijs in trapsgewijze afdelingen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Enerzijds valt niet te ontkennen dat bij de gedachte God als Vader te hebben, en wel door de allerintiemste wederzijdse liefde, elke andere gedachte volkomen teniet wordt gedaan omdat een geschapen wezen zich toch geen nauwere band kan voortellen; anderzijds als men bedenkt dat men met betrekking tot deze grootse gedachte en deze grootse naam, op zich toch zelf helemaal niets meer is en zijn mag, en dat men zelfs steeds klaar moet staan om alle schepselen de geringste dienst te bewijzen, dan zegt deze gedachte en deze grote naam ons, als mensen van deze wereld, helemaal niets meer.
Hoofdstuk 63: Over het wezen van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169  ...