15542 resultaten - Pagina 156 van 1037
... 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 ...
[9] Als je echter naar Hem toegaat, ga dan in de liefde van je hart naar Hem toe en niet puur verstandelijk! Want alleen door de liefde kun en zul je Hem winnen en Hem in Zijn goddelijkheid ook begrijpen; maar met het verstand zul je eeuwig niets bereiken! Want slechts de reine liefde is in staat om steeds toe te nemen, terwijl het verstand grenzen heeft die het nooit zal kunnen overschrijden. Maar de liefde van de mens tot God is, zoals gezegd, in staat om eeuwig toe te nemen, en hoe krachtiger de liefde tot Hem in je zal worden, des te lichter wordt het ook in je gehele wezen! Want de reine liefde tot God is een levend vuur en een stralend licht. Wie in dit licht wandelt, zal de dood in eeuwigheid met zien, zoals HIJ Zelf gezegd heeft. -En nu weet je al behoorlijk veel. wek jezelf op in je hart en ga naar Hem toe!"Hoofdstuk 77: Zorels besluit om zich te verbeteren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Hierna weet ZOREL echter van eerbied nauwelijks wat hij moet denken en doen. Want deze laatste mededeling laat hem geen twijfel over de volkomen aanwezigheid van God in Mij en daarom wordt hij door de steeds groeiende eerbied steeds moedelozer en banger. Na enige tijd diep nagedacht te hebben zegt hij: "Vriend! Hoe meer ik jouw woorden overdenk en bedenk, des te moeilijker wordt het mij naar Hem toe te gaan om Hem, terwijl ik Zijn genade het minst waardig ben, te vragen of Hij Zelf mij de lichte weg wil wijzen naar het leven! Het is op de man af gezegd, voor mij nu bijna onmogelijk naar Hem toe te gaan, want er stroomt mij uit Hem een bepaalde heiligheid tegemoet die steeds maar tegen mij zegt: "'Ga terug, onwaardige! Doe eerst jarenlang boete en.kom dan pas om te zien of je de zoom van Mijn kleed kunt aanraken! ' Zeg mij waar die bultengewone vrees vandaan komt die mijn gehele wezen doordringt!"
Hoofdstuk 77: Zorels besluit om zich te verbeteren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Maar tot grote verrassing en verbazing van Zorel zeg IK tegen hem: "Wie zijn gebreken berouwvol erkent en boete doet in de ware, levende deemoed van zijn hart: is Mij liever dan negenennegentig rechtvaardigen die de boetedoening nog nooit nodig hebben gehad. Kom daarom nu bij Mij, boetvaardige vriend, want in jou heerst nu het juiste deemoedige gevoel, dat Mij liever is dan dat van hen die vanaf het oerbegin rechtvaardig zijn en in hun harten roepen: 'Hosianna, God in de hoge, dat wij Uw heilige naam nooit ontheiligd hebben door een willens en wetens begane zonde!' Dat mogen zij roepen en daar hebben zij ook het recht toe, maar dat maakt ook dat zij met veroordelende ogen naar een zondaar kijken en zijn nabijheid mijden als de pest.
Hoofdstuk 78: De weg naar het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[17] Als een wellustig iemand echter naar andere bevredigingsmiddelen grijpt dan de door Mij daarvoor bestemde schoot van de vrouw, zal hij moeilijk ooit Mijn aanschijn zien! Mozes heeft weliswaar de steniging daarvoor gelast, die Ik daarom niet geheel ophef omdat het een harde straf is voor dergelijke reeds geheel duivelse misdaden en misdadigers, maar Ik geef jullie slechts de vaderlijke raad geef zulke zondaars uit de gemeenten te verwijderen, hen eerst in een verbanningsoord grote nood te laten lijden en pas wanneer zij bijna naakt bij de grenzen van het vaderland aankomen, weer aan te nemen, in een instituut voor geestelijke verzorging onder te brengen en hen daar niet eerder uit te laten tot zulke mensen zich geheel en al verbeterd hebben. Als zij na grondige controle gedurende langere tijd duidelijk bewezen hebben dat zij genezen zijn, kunnen zij weer in de gemeenschap terugkeren. Wanneer zich echter ook nog maar het geringste spoortje vertoont van zinnelijke aanvechtingen kunnen zij beter hun leven lang opgesloten blijven, wat veel beter en heilzamer is dan dat de onbedorven mensen van een gemeenschap door hen verpest worden.
Hoofdstuk 80: De lichamelijke lust. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[18] Jij, Zorel, was in dat opzicht ook niet helemaal zuiver, want reeds als knaap was je behept met allerlei onzuiverheid en een ergerlijk voorbeeld voor je medejongeren. Maar dat kan je toch niet als zonde aangerekend worden omdat je opvoeding niet zodanig was, dat je daaruit tot enige zuivere waarheid had kunnen komen waaraan je had kunnen zien wat volgens Gods orde geheel juist is. Het betere ben je pas in gaan zien toen je bij een advocaat de rechten van de Romeinse burgers hebt leren kennen. Vanaf die tijd was je weliswaar geen diermens meer, maar toch wel een wetsverdraaier eerste klas en je bedroog je naasten waar het maar mogelijk was. Maar dat is allemaal voorbij en je staat nu naar je huidige inzicht als een beter mens voor Mij!
Hoofdstuk 80: De lichamelijke lust. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Je kunt wel op rechtschapen wijze iets van je naaste kopen en het daarna rechtmatig en naar ieders mening eerlijk bezitten; maar als je iemand iets tegen zijn wil heimelijk afneemt, is dat zonde tegen de van God door Mozes aan de mensen gegeven wet, omdat zo'n handelwijze duidelijk in strijd is met elke naastenliefde. Want wat voor jóuw rechtsgevoelonaangenaam moet zijn als een ander je dat aandoet of aan zou doen, dat moet je ook je naaste niet aandoen!!
Hoofdstuk 81: Over het echte geven, dat God welgevallig is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Diefstal heeft meestal zijn oorsprong in eigenliefde, omdat daaruit traagheid, de hang naar een goed, luxueus leven en nietsdoen voortkomt. Dat veroorzaakt een zekere moedeloosheid die omgeven is door een hoogmoedige vrees, waardoor men er weliswaar niet toe overgaat om iets te vragen, wat enigszins lastig is, maar eerder heimelijk gaat stelen en ontvreemden. De diefstal vindt dus zijn oorsprong in een aantal gebreken, waarbij de te veelontwikkelde eigenliefde de duidelijkste oorzaak van al de andere is. Door een echte, levende naastenliefde kan men deze kwaal van de ziel te allen tijde het best te lijf gaan.
Hoofdstuk 81: Over het echte geven, dat God welgevallig is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Daarom moet je bij het geven en helpen ook geen ernstige en vaak bittere vermaningen meegeven, want die veroorzaken bij de arme broeder vaak veel droefheid die maakt dat hij er in zijn hart sterk naar gaat verlangen om van de weldoener, die hem steeds zo ernstig vermaant, toch maar niets meer te hoeven aannemen. De weldoener zelf wordt door die niet te pas komende vermaningen echter niet zelden wat trots, en degene die de weldaden aanvaardt, voelt zich daardoor teveel vernederd en voelt dan pas goed zijn nood naast de welstand van de weldoener, en dat maakt dan dat het nemen veel moeilijker wordt dan het geven.
Hoofdstuk 81: Over het echte geven, dat God welgevallig is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Mijd daarom allen vóór alles de hoogmoed, want niets ter wereld verwoest de ziel meer dan de schuimbekkende hoogmoed en trots! De begeleider daarvan is een voortdurende dorst naar wraak, zoals de eeuwige en onstilbare dorst naar regen de voortdurende begeleider is van Afrika' s grote, gloeiende zandwoestijn, en ook alle dieren die voet op deze bodem zetten worden maar al te snel door dezelfde plaag geteisterd, zoals de bedienden van iemand die trots is, tenslotte ook zelf verschrikkelijk trots en wraakzuchtig worden. Want wie diensten verleent aan een trots persoon, moet tenslotte ook zelf trots worden; hoe zou hij anders degene die trots is kunnen dienen?!"
Hoofdstuk 82: Deemoed en hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Kijk eens naar een trotse koning die vanwege een kleinigheid door zijn buurman beledigd werd! Zijn ziel raakt daardoor in vuur en vlam; zijn ogen sproeien toornige, laaiende vlammen en onherroepelijk klinkt het: 'De verschrikkelijkste wraak aan de eervergeten belediger!' En het vanouds bekende, treurige gevolg daarvan is een verwoestende oorlog, waarin zich honderdduizenden voor hun trotse en overmoedige koning op de ellendigste wijze moeten laten.verscheuren. Met groot welgevallen kijkt de in toorn ontstoken koning dan vanuit zijn tent toe bij de ontzettendste veldslagen en moorden, en iedere woeste krijgsman die de bevochten tegenstander een groot, gevoelig verlies heeft kunnen toebrengen, beloont hij trots met goud en edelstenen.
Hoofdstuk 82: Deemoed en hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Iedere ziel heeft een hoogheidsgevoel, dat naar Gods idee en wil uit Hem is geërfd. Het bestaan van dit hoogheidsgevoel kan men goed afleiden uit het schaamtegevoel van kinderen.
Hoofdstuk 83: Opvoeding tot deemoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Als zwakke en kortzichtige ouders dan trachten het beledigde kind te kalmeren door de belediger van het kind, ook al is dat slechts schijnbaar, ter verantwoording te roepen en straf te geven, is door hen bij het kind reeds de eerste kiem gelegd van het stillen van de dorst naar wraak. Als de ouders hun kind steeds op deze wijze kalmeren, heeft dat niet zelden tot gevolg dat het zowel voor hen als voor veel andere mensen een duivel wordt. Maar als de ouders verstandig zijn en het kind al vroegtijdig voortdurend wijzen op de grotere waarde in andere mensen en kinderen, en zo het schaamtegevoel ombuigen tot ware deemoed, zullen zij van hun kinderen engelen maken, die later als echte levensvoorbeelden de anderen met hun licht zullen voorgaan als stralende sterren in de nacht van het aardse leven, en die hen zullen verkwikken met hun zachtmoedigheid en geduld.
Hoofdstuk 83: Opvoeding tot deemoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Wie bij zichzelf wil vaststellen of hij volkomen deemoedig is, moet zich innerlijk afvragen of er nog iets is wat hem beledigen kan, of hij zijn ergste beledigers en vervolgers gemakkelijk van ganser harte kan vergeven en diegenen goed kan doen die hem kwaad hebben gedaan, of hij zo nu en dan niet enig verlangen voelt naar wereldse luister en of hij het zelfs aangenaam vindt zich de minste onder de minsten te voelen om iedereen in alles te kunnen dienen! Wie dat alles zonder verdriet en weemoed kan, is reeds hier iemand die thuis hoort in de hoogste hemelen van God en hij zal het eeuwig blijven, want door zo'n ware deemoed wordt niet alleen zijn ziel geheel één met haar geest, maar ook het grootste deel van zijn lichaam.
Hoofdstuk 83: Opvoeding tot deemoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Nu zag je wat de ware deemoed is en wat deze doet; leg je in het vervolg dus op deze deugd toe! Wie dit, wat Ik nu tegen je heb gezegd, getrouw opvolgt, zal bij zichzelf constateren dat deze eenvoudig te begrijpen woorden, hoewel ze alle gegeven zijn zonder enige oratorische, nietszeggende verfraaiing, met afkomstig zijn van een mens, maar van God. En wie daarnaar leeft en handelt, wandelt op de goede weg naar de ware, innerlijke, geestelijke voltooiing van het leven. - Maar zeg jij Mij nu ook of dit alles je wel helemaal duidelijk en begrijpelijk is geworden!"
Hoofdstuk 83: Opvoeding tot deemoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Wie na deze woorden de juiste weg naar de innerlijke, geestelijke voltooiing van zijn leven nog niet zou vinden en niet de sterke aandrang in zich zou krijgen nauwkeurig al zijn doen en laten daarnaar te richten, moet werkelijk óf helemaal geen mens zijn óf hij moet zich heel erg gewend hebben aan de domme, dode wereld, en zijn ziel moet helemaal diamanthard zijn geworden. Anders zou het toch absoluut niet denkbaar zijn dat een mens die deze les gehoord en begrepen heeft, ook niet zijn gehele leven daarnaar zou inrichten, daar hij .toch het daardoor te bereiken einddoel zo helder en duidelijk als de zon op het middaguur voor zich zou moeten zien! Daarmee wil ik mij er echter niet op voor laten staan dat ik al iets bereikt zou hebben; maar een diep in het levensbesef doordringend, en volkomen duidelijk inzicht in de zuivere waarheid van die les is toch ook al iets dat -tenminste voor mij -heel belangrijk en waardevol voor mijn leven is.
Hoofdstuk 84: Zorels goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)