17481 resultaten - Pagina 157 van 1166
... 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 ...
[3] Kijk, deze Johannes was toch echt wel een man, die zeer ver verwijderd van iedere wereldse verdienste, met de grootst mogelijke zelfverloochening de mensen met meeslepende overtuigingskracht de onverbloemde waarheid in het gezicht zei. En duizenden namen zijn met goddelijke geest doorgloeide leer aan, deden uit vrije wil boete en bekeerden zich tot het goede. Maar toen hij een paar maanden geleden Bethabara verliet, zoals men mij vertelde, en aan de grote Jordaan in de buurt van Jeruzalem begon te prediken en te dopen, duurde het maar een paar dagen, -en de gerechtsdienaars van Herodes pakten hem al op en wierpen hem in de gevangenis. Daar mochten slechts een paar welgestelde leerlingen tegen betaling van een zeker bedrag enige malen komen, voordat hij onthoofd werd, wat men mij een paar dagen geleden meedeelde. Natuurlijk kunnen zijn leerlingen de van hem gekregen leer nu wel in het geheim aan hun bekenden en verwanten doorvertellen, en die weer aan hun kinderen, maar een grote vraag is, of zijn leer na een paar honderd jaar nog zó bewaard zal zijn, zoals zij uit zijn mond kwam!Hoofdstuk 106: Hoe de Romeinse hoofdman de wereld ziet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] IK zeg: "Ik vind je een echt brave man en vriend, en wat je gezegd hebt is Jammer genoeg maar al te waar. Als Ik een mens zou zijn van de soort zoals de aardse mensen zijn, dan zou Ik jouw raad ook zonder meer opvolgen, want in jouw borst klopt een rechtschapen mannenhart, maar Ik ben een heel ander mens en een heel ander wezen dan waarvoor jij Mij houdt! Kijk, alle machten des hemels en van deze aarde moeten Mij gehoorzamen, en daarom heb Ik niets te vrezen. Wel zal de Schrift bitter en smartelijk aan Mij vervuld worden, maar niet volgens de wil van deze wereld, maar volgens de wil van de Vader in de hemel, die nu echter in Mij is, zoals Ik eeuwig in Hem ben! Maar terwille daarvan zal Mijn macht over hemel en aarde niet het geringste inboeten. Want als Ik het zou willen, dan zou deze aarde in een oogwenk veranderen in een nietig stofje tesamen met alles wat in en op haar is, ademt, leeft en beweegt, maar omdat Mijn fundament 'behoud' heet, gebeurt dat niet!
Hoofdstuk 107: De hoofdman krijgt uitleg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Maar nu, goede, beste vriend, vraag ik u mij mijn misschien een beetje te aanmatigende taal niet kwalijk te nemen, want ik heb slechts gesproken zoals ik het begrijp, en niet uit een kwaad hart, maar uit een beslist goed hart! Mijn ambtsbezigheden roepen mij nu echter, en daaraan moet ik gehoor geven. Maar morgen ben ik de gehele dag tot uw dienst!
Hoofdstuk 107: De hoofdman krijgt uitleg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Toch zal eenmaal het loon van een profeet groter zijn dan dat van een ander mens, want een profeet heeft altijd zevenmaal meer te dragen dan ieder ander mens. Allen, tegen wie een profeet gesproken heeft, worden in het hiernamaals aan hem overgedragen, zowel goeden als slechten, en hij zal hen in Mijn naam oordelen over ieder woord dat hij tevergeefs tot hen heeft gesproken!
Hoofdstuk 108: Verhouding van een profeet tot God en de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Wie echter een ware profeet in Mijn naam en in de naam van de profeet zelf opneemt en hem verzorgt en zijn vriend is, zal eenmaal ook het loon van een profeet ontvangen. En wie een profeet ondersteunt, zodat zijn zware taak hem makkelijker valt, zal ook het loon van een profeet ontvangen. Want in het hiernamaals zal de knecht van de profeet op gelijke hoogte naast de profeet staan en zal eveneens de geesten oordelen die aan de profeet zijn overgegeven, en voor altijd over hen heersen, en aan zijn rijk zal nooit een einde komen!
Hoofdstuk 108: Verhouding van een profeet tot God en de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] IK zeg: "Ik ben geen profeet; want er staat geschreven: 'In Galiléa zal geen profeet opstaan!' Maar Ik ben méér dan een profeet! Want in Mijn borst woont dezelfde geest, die door de mond der profeten gesproken heeft en voortaan nog veel meer spreken zal. Want bij hen, die in het vervolg Mijn naam gelovig in hun hart zullen dragen, zal ook de geest der profetie wonen! Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 108: Verhouding van een profeet tot God en de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] De HOOFDMAN zegt: "Ja, heer en meester, u moet een God zijn! En nu schijnt onze Romeinse godenleer niet meer zo fantasierijk als voorheen, want door u wordt mijn overtuiging weer levend, dat er zo nu en dan toch een god zijn hemel heeft verlaten, en zich enige tijd dan weer zus en dan weer zo aan de sterfelijke kinderen vertoond heeft en ze met allerlei geestelijke en aardse schatten heeft verrijkt, opdat de sterfelijken de anders woeste aarde zo zouden bebouwen dat zij eenmaal ook een woonplaats voor onsterfelijke goden zou worden! -Heb ik gelijk of niet?"
Hoofdstuk 109: Het verschil tussen een profeet en de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Daarop ging Ik naar het voorportaal, hief Mijn handen op over de zieken, -en zij werden allen meteen gezond, slaakten vreugdekreten en loofden en roemden God in de hoge, die de mens zulk een macht gaf!
Hoofdstuk 110: De gezegende weide. De wandeling op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[19] "Kleingelovige" zei IK, "denk je dan dat Ik Mijn leven zou riskeren? Ik weet toch wie Ik ben en wat er allemaal aan Mijn wil moet gehoorzamen? -Wie van jullie moed en geloof heeft, volge Mij!"
Hoofdstuk 110: De gezegende weide. De wandeling op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] IK zeg: "Goed dan, Mijn beste vrienden, laten we dan nu weer naar de stad terugkeren!"
Hoofdstuk 111: Het echte gebed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Toen EBAHL dat van Mij hoorde zei hij: "Oh, als ze voor U maar niet te lastig zijn, zal ik ze dadelijk weer hier laten komen! Maar mijn kinderen staan graag met open mond toe te kijken en te kletsen, en daarom stuurde ik ze weg opdat ze U niet lastig zouden vallen."
Hoofdstuk 112: Huisregels en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Dan vallen allen neer en EBAHL pakt Mijn voeten vast en kust ze nederig en zegt na een verlegen pauze vanwege het grote ontzag: "Heer! Ik heb het allang gevoeld, maar mij ontbrak de moed daartoe!"
Hoofdstuk 112: Huisregels en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] De HOOFDMAN zegt: "Heer, ik heb behalve voor mijn vrouwen mijn vele kinderen, die zich in Rome bevinden, nooit liefde voor iemand gevoeld, maar handelde steeds redelijk naar recht en billijkheid. Ik handhaafde de wet nooit streng, maar altijd mild en dat ging steeds goed. Maar nu voel ik dat men de mensen moet liefhebben en hen uit liefde goed kan doen, dat wil zeggen: Men kan zelf willen om de mensen naar kracht en mogelijkheid dat te geven, wat men voor zichzelf als rechtvaardig en nodig ziet, -en dat is naastenliefde.
Hoofdstuk 112: Huisregels en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] Omdat ik nu na alles wat Ik van U gedurende deze paar dagen gezien en gehoord heb, zonder twijfel aanneem dat U de Schepper Zelf of anders zeker Zijn eeuwige Zoon bent, en U Zich hier op de aarde aan ons in onze vorm vertoont en ons leert om God en U te kennen, is het een noodzakelijk gevolg dat ook ik U boven alles moet liefhebben. Ook al heb ik niet de moed om U zo te omarmen als dit waarlijk heel gevoelige meisje, dan omarm ik U toch in mijn hart en prijs U boven alles! En ik geloof dat het zo ook goed is."
Hoofdstuk 112: Huisregels en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] EBAHL zegt: "Maar Heer, als U mijn Jarah zo prijst in het bijzijn van haar overige broers en zusters, maakt dat dan niet dat zij ijdel wordt?"
Hoofdstuk 113: Prijzen en liefhebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)