Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 157 van 278

...  145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170  ...
[4] Ik legde hem uit dat de reden daarvan was, dat zijn ziel zich in een toestand van hoogste gelukzaligheid had bevonden, die het voor haar ondraaglijk zou maken om met die herinnering zich nu nog aan aardse bezigheden te wijden. Dat was vergelijkbaar met wanneer een zeer goede en wijze koning, die zich steeds in een hem waardig gezelschap had bewogen, plotseling gedwongen zou zijn met het allerslechtste volk om te gaan en in de meest erbarmelijke behuizing te leven, zonder in staat te zijn om zijn toestand te verbeteren.
Hoofdstuk 64: De belevenissen van Lazarus aan gene zijde - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[18] Maar ik weet nu ook dat ieder mens wat zijn lichaam betreft op die manier door U opgewekt moet worden, omdat er na het verlaten door de ziel in het lichaam nog veel achterblijft wat de ziel nodig heeft voor haar leven aan gene zijde. Dat berust op het feit dat die stoffen die in het lichaam de materie uitmaken, ook na hun oplossen en opstijgen uit de lichamelijke vorm een soort verwantschap met de ziel blijven bewaren - ongeveer zoals een mens, die lange tijd in een streek heeft geleefd, na het verlaten daarvan toch steeds een sympathie daarvoor houdt en de ervaringen die hij daar heeft opgedaan, in het gevoel van zijn ziel toch steeds met de omgeving samenhangen, zodat het een zonder de wisselwerking met het ander slechts een onduidelijk beeld zou geven.
Hoofdstuk 64: De belevenissen van Lazarus aan gene zijde - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] In stil gebed bleef de Mensenzoon nu op de berg, en begaf zich vervolgens voor zonsopgang naar beneden naar het huis van Lazarus, zonder dat iemand het had gemerkt.
Hoofdstuk 65: De Heer begeeft Zich alleen naar de top van de Olijfberg Het gesprek tussen de Godheid en de Mensenzoon Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Petrus vroeg Mij of Ik wilde gaan zonder afscheid van Bethanië te nemen en zonder Lazarus en zijn zusters op de hoogte te stellen.
Hoofdstuk 66: De intocht in Jeruzalem - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Vooral raadde de hogepriester Kajafas in een snel bijeengeroepen raad aan, af te wachten wat Ik eigenlijk van plan was en waar Ik de hele beweging heen dacht te sturen. Als Ik Mijzelf tot koning wilde laten uitroepen, zou de macht van de Romeinen hun zeer snel terzijde staan, maar als Ik het op de tempel en de dienaren gemunt had, zou Ik ook maar weinig kunnen doen zonder het volk vertoornd te maken, omdat het volk zich het geloof in Jehova niet zou laten ontnemen. Vooralsnog kwam het eropaan, af te wachten en slim gebruik te maken van alle eventuele fouten van Mijn kant.
Hoofdstuk 67: Jezus in de tempel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] De priesters zelfbesloten echter om zich niet te laten zien, maar de tem pel juist wijd open te zetten, zodat de heiligheid ervan tot het volk zou spreken. Snel werden dus alle poorten geopend, en ook het Heilige werd niet afgesloten - de ruimte die geen Israëliet zonder voorbereiding mocht betreden en waar ook geen priester zonder speciale ceremoniën, gebed en voorafgaande wassing binnenging.
Hoofdstuk 67: Jezus in de tempel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[16] Waarlijk, Ik zeg jullie: zonder het ware geloof zal niemand zalig kunnen worden! Maar Ik heb jullie gezegd wat en waarin jullie moeten geloven. Handel dus naar Mijn woorden, zoals Ik naar deze woorden van Mij heb gehandeld! Allen zullen dan kunnen doen wat Ik heb gedaan, en dan zal er niemand meer op aarde zijn die kan zeggen dat de wegen om de zaligheid te bereiken ontoegankelijk voor hem zijn.
Hoofdstuk 67: Jezus in de tempel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[18] Na deze woorden kwam Ik van het altaar af en begaf Mij naar de voorhoven, waar veel zieken lagen die wilden offeren en door de gebeden van de priesters gezond hoopten te worden -wat voornamelijk met Pasen een algemeen gebruik was, echter meestal alleen voor diegenen die een offergave in gouden munten konden geven, want anders verleenden de priesters zo'n zieke geen voorrang. Menigeen schraapte dus zijn laatste bezittingen bij elkaar om die laatste poging te doen zijn gezondheid te verkrijgen, en daarna verliet hij de tempel, zonder zijn gezondheid herkregen te hebben.
Hoofdstuk 67: Jezus in de tempel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] Petrus zei tegen hem: 'Judas, heb je dan nog nooit gezien hoe vaak zowel de Heer alsook wij in nood raakten, en dat wij zonder die in Hem wonende kracht allang ten onder gegaan zouden zijn?! Herinner je maar eens hoe Hij de storm gebood, en hoe vaak de aanslagen van de tempel, die de gerechtsdienaren op ons afstuurde, verijdeld werden!'
Hoofdstuk 68: Nicodemus en de oversten bij de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Na deze maaltijd kwam er een dienaar van Lazarus naar ons toe met de mededeling dat er enkele mannen buiten stonden die Mij en Lazarus wensten te spreken, maar zonder herkend te worden. Lazarus vroeg Mij wie dat dan waren.
Hoofdstuk 68: Nicodemus en de oversten bij de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[27] Nicodemus was weliswaar niet meteen gerustgesteld, omdat de vrees voor de tempel hem steeds achtervolgde. Maar tenslotte nam hij er toch genoegen mee, en vond dat hij gedaan had wat hij verschuldigd was. Ik erkende zijn goede wil dan ook, en weldra ging hij samen met zijn begeleiders onder bescherming van de duisternis weer terug naar Jeruzalem, waar hij ongehinderd en zonder herkend te worden aankwam.
Hoofdstuk 68: Nicodemus en de oversten bij de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[11] Nee, broeder, mijn hart is verbitterd! Voor jou open ik het; want jij bent altijd nog de enige die zijn verstand en oordeel niet onder stoelen of banken heeft gestoken -zoals de anderen, die alles onvoorwaardelijk geloven, zonder dat ze weten waarom. Nee, ik ben geen slaaf van bijgeloof en wil dat ook niet zijn -ik wil weten waar de weg heenleidt! Ik wil geen kinderspel, ik wil mannendaden zien!'
Hoofdstuk 69: Het gesprek tussen judas en Thomas. Het afscheid van Bethanië Verblijf aan de Jordaan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[29] Wij sloegen de weg naar Jericho in en zagen weldra judas naar ons toekomen, die vanaf de heuvelons vertrek had opgemerkt en zich bij ons aansloot, zonder op de gezichten van de apostelen te letten, die daar nu niet direct blij mee waren. Deze reis maakte Ik nu alleen met de twaalf, en van Mijn overige aanhangers was er verder niemand meer bij ons.
Hoofdstuk 69: Het gesprek tussen judas en Thomas. Het afscheid van Bethanië Verblijf aan de Jordaan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Hij deed Mij daarom de tweede dag van ons verblijf aan de Jordaan het voorstel om naar Jeruzalem te gaan zonder herkend te worden, om daar te kijken hoe de stemming ten aanzien van Mij was, en of het volk door Mijn verdwijning onrustig was geworden.
Hoofdstuk 70: Judas voor de Hoge Raad - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Ook Judas luisterde mee, maar zonder daardoor van zijn verkeerde opvattingen bevrijd te kunnen worden. Integendeel, hij raakte er alleen maar meer van overtuigd dat het iemand niet zo gauw zou lukken de kracht Gods zó met zichzelf te verenigen, dat er na Mij een ander als Messias zou kunnen optreden om de wereld te bevrijden. Hij beschouwde het daarom alleen maar als roemrijk en verheugde zich in zijn eerzuchtige gedachten, dat hij degene zou kunnen zijn die de naar zijn mening noodzakelijke, laatste dwingende stap zou voorbereiden die Mij ertoe moest brengen volgens zijn wensen van de Mij verleende macht gebruik te maken. Hij kwam zichzelf als een soort verlosser voor en meende in zijn verblinding door Mij te kunnen werken. Toen de gedachte, dat hij Mij zou kunnen dwingen, eenmaal in hem was ontwaakt en zijn vaste overtuiging bleef bestaan dat Ik ieder gevaar zou kunnen trotseren en ook gemakkelijk overwinnen, leek hem ook alles juist, wat ertoe kon bijdragen om dat plan te verwezenlijken.
Hoofdstuk 70: Judas voor de Hoge Raad - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170  ...