Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 157 van 1112

...  145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170  ...
[5] Wij engelen zijn in wezen slechts het uitvoerende orgaan van de goddelijke wil, ofwel de gepersonifieerde wil van de Heer, en uit ons zelf kunnen wij niets, omdat wij zonder de goddelijke wil als zelfstandige wezens helemaal niet kunnen bestaan, net zoals jouw ogen in de spiegel zich geen waarachtig spiegelbeeld van de zon voor kunnen stellen als er niet eerst van de echte zon een straal op het oppervlak van de spiegel valt.
Hoofdstuk 122: Het wezen van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] JARAH zegt: "Wie God de Heer boven alles liefheeft, wordt weldra en gemakkelijk gewekt, wie Hem echter met het verstand zoekt, om Hem te gaan liefhebben als hij Hem met het verstand bewijsbaar heeft gevonden, die heeft een groot en vergeefs werk op zich genomen waarmee hij nooit op deze wereld aan het gewenste doel zal komen. Daarom hebt u ook zo snel Gods krachtigste genadelicht bereikt, want in het hart van uw ziel moeten de vlammen toch steeds hoog opgelaaid zijn, ofschoon u lichamelijk een hele tijd belegerd was door de kwade, helse geesten!"
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Het zal moeilijk zijn om hier in het Joodse rijk dit zuivere licht uit de hemelen te verbreiden, omdat de oude leer van Mozes al te veel ondergesneeuwd is met onwaarheden en bedriegerijen, waardoor het priesterdom te rijk is geworden en nu te goed leeft. Tevens speelt het priesterdom het altijd heel goed klaar om gemene zaak met de machthebbers te maken en zich vanwege allerlei politieke redenen onontbeerlijk te maken.
Hoofdstuk 124: De juiste wijsheid verschaft de juiste middelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] De machthebbers geven de priesters daarvoor gewoonlijk teveel vrijheden en privileges, waarmee zij dan het blinde volk door allerlei trucjes al gauw voor zich innemen en waardoor de machthebbers uiteindelijk het spel mee moeten spelen om niet alles te verliezen. Onder deze omstandigheden is het moeilijk om hoofd van een volk te zijn. Uiteindelijk moet men zelfs blij zijn dat men nog voor hoofd kan en mag spelen, hoewel men het in werkelijkheid allang niet meer is.
Hoofdstuk 124: De juiste wijsheid verschaft de juiste middelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] De ware wijsheid uit God moet ook overal de juiste middelen weten te gebruiken. Als zij dat niet weet, is zij nog lang geen ware wijsheid uit God. Wat bij één mens mogelijk is, moet ook bij duizenden mogelijk zijn, alleen vraagt dat natuurlijk meer tijd en geduld, maar alles gaat, als je de tijd en de daarvoor geëigende middelen gebruikt. Met één slag wordt geen boom geveld en met één emmer water is de bron niet droog. En zo gaat het overal: goede wil, tijd en de juiste middelen kunnen bergen verzetten en een zee droogleggen!
Hoofdstuk 124: De juiste wijsheid verschaft de juiste middelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] De oude priesters, die ter bekrachtiging van hun bedriegerijen ten aanschouwe van het volk al zo veel schijnwonderen hebben verricht, zullen nooit bereid zijn om die te herroepen! Want als zij dat doen, zal het hele volk zich op hen storten en hen in stukken scheuren, want een heel, groot volk laat zich nooit en te nimmer -zo vlug scholen als een enkel mens.
Hoofdstuk 125: Ouran toont aan dat Helena's vrees ongegrond is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Weet je, liefste echtgenoot Mathaël, ik twijfel geen ogenblik aan je grote wijsheid en ook niet aan de nodige, buitengewone hulp van de Heer, maar ik ken ook al de moeilijkheden die zich als reuzen tegen ons zullen verheffen en het is maar zeer de vraag of we niet op zekere dag in den vreemde moeten vluchten!
Hoofdstuk 125: Ouran toont aan dat Helena's vrees ongegrond is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] In Taurië, waarvan de zuidelijke kant ook onder mijn beheer staat, is het godendom allang ten einde, waaraan de Romeinse dichter OVIDIUS, die zich daar enige tijd heeft opgehouden, door zijn 'Metamorphosen' waarin hij het godendom op een nette en dichterlijke wijze belachelijk maakte - niet weinig bijdroeg. Plato, Socrates en Aristoteles zijn de goden van deze tijd en deze leer past daar heel wel bij, want deze drie geleerden prediken ook maar één God en verwerpen helemaal dat het veelgodendom iets reëels zou zijn en zij zien daarin slechts bepaalde eigenschappen van de ene en enig ware God. .
Hoofdstuk 125: Ouran toont aan dat Helena's vrees ongegrond is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Wij zouden waarschijnlijk toch nooit hier naar het Joodse land gereisd zijn als wij niet hadden gehoord dat in de tempel te Jeruzalem de enig ware God haast zichtbaar aanwezig was, waarvan speciaal Plato in zijn dialoog 'Symposion' beschrijft hoe men zich geestelijk met deze enig ware God kan verenigen! Mijn gehele volk weet daarvan en daarop kan best iets goeds gebouwd worden!
Hoofdstuk 125: Ouran toont aan dat Helena's vrees ongegrond is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Kijk, met mijn huidige kennis van de aarde en haar luchtregionen weet ik dat op een hoogte van slechts tien uur boven ons geen levend wezen zou kunnen bestaan, net als een vis niet zonder water kan, hoewel een vis toch nog langer buiten het water in leven zou kunnen blijven dan een mens op tien uur gaans hoog boven de aardbodem. Maar denk je nu eens de eindeloze afstand in van deze aarde tot een van die vaste sterren!
Hoofdstuk 126: Mathaël twijfelt aan de belevenissen van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Bij God kan wel heel veel nog mogelijk zijn wat ik nu ondanks al mijn wijsheid nog lang niet kan begrijpen, maar jouw bewering, liefste Jarah, verliest zich toch een beetje al te ver in het buitengewone. Dat kan ik niet eerder voor waar aannemen dan dat je mij begrijpelijk hebt uiteengezet hoe dat mogelijk is en met de eeuwige goddelijke orde in overeenstemming kan 2ijn.
Hoofdstuk 126: Mathaël twijfelt aan de belevenissen van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Kijk, ik kan het u zeggen omdat ik, zoals eerder geen levend wezen op deze aarde, het aan den lijve heb ondervonden dat er in het eindeloze wereldruim zulke verschrikkelijk grote zonnewerelden zijn dat zij, als ze hol zouden zijn, van binnen een grotere ruimte zouden hebben dan de hele wereldruimte die u hier ziet tot aan de vaste sterren van de eerste, tweede en derde grootte! Deze reusachtige zonnewereldlichamen, waaromheen zich hele melkwegstelsels met talloos vele centrale en planetaire zonnen bewegen, bewegen zich voor het verkrijgen van energie eveneens weer om een nog eindeloos groter centraalzonlichaam, en die beweging is zo snel dat uw gedachten niet eens snel genoeg zijn om haar in te halen!
Hoofdstuk 126: Mathaël twijfelt aan de belevenissen van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Pas na een hele tijd, toen de horizon al rood kleurde, opende de anders zeer zwijgzame ROB zijn mond en zei: "Beste vrienden, ik kan ondanks al dat nadenken nog geen rust vinden. Alles is hier zo buitengewoon merkwaardig dat je steeds bij jezelf denkt dat je droomt en je kunt doen wat je wilt, maar je kunt je met al het geziene en gehoorde toch nooit zo vereenzelvigen dat je je daarbij thuis voelt! En dat je steeds meer vreemd voelen is op zichzelf nog het gewoonste waarmee de gedachten van een denker zich kunnen bezighouden. We beleven niets dan een opeenvolging van wonderen van de kolossaalste orde!"
Hoofdstuk 127: Onheimelijke gevoelens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Er is geen twijfel aan, dat de hele rijkdom van de goddelijke oergeest werkzaam is door de zeer merkwaardige, goede en grote Meester, die geboortig is uit Nazareth en lichamelijk een zoon is van de plaatselijke timmerman. Maar welk mens kan zich thuis voelen naast zo'n grootheid? Als Hij spreekt, spreekt niet Hij, maar de eeuwige geest van God in Hem en als Hij wat doet, zou ik van de grootste geleerde wel eens willen horen wat God meer zou kunnen doen dan Hem mogelijk is! Hij is volmaakt God in woord en daad, Zijn wil beheerst actief de gehele oneindigheid en toch loopt Hij slechts als mens voor ons en naast ons, en eet en drinkt net als wij!
Hoofdstuk 127: Onheimelijke gevoelens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Voor Zijn persoon is de tempel wel enige duizenden malen te groot en de overal aanwezige, almachtige wil van onze Meester is niet God de Meester Zelf, maar slechts een onbegrijpelijke kracht van die ene Meester, die wij zien, horen en spreken kunnen, maar waarbij wij toch Zijn persoonlijke grootte net zo goed kennen als die van ons. Hoe is het mogelijk dat Zijn wil de gehele oneindigheid en eeuwigheid beheerst en Zijn oog en Zijn oor overal in optima forma tegenwoordig is? Kijk, dat alles zijn zaken, waar geen geest helemaal wijs uit kan worden, en het gevolg is dat men zich daarin ook niet thuis kan voelen!
Hoofdstuk 127: Onheimelijke gevoelens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170  ...