10915 resultaten - Pagina 157 van 728
... 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 ...
[3] Wat de nacht moet verlichten en deze in de dag moet veranderen, moet zelf een licht zijn zoals de zon, die nu bijna opgaat. Als de zon echter donker zou zijn en zwart als steenkool, zou zij dan de aardse nacht wel in de heerlijke dag kunnen veranderen? Ik denk, dat zij dan de nacht nog zwarter en lichtlozer zou maken dan de nacht op zichzelf eerst al was.Hoofdstuk 165: De echte leraren van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Daarvoor zijn echter geen speciale schoolgebouwen nodig, maar een echte hemelsbode gaat van gemeente tot gemeente en zegt: 'Vrede zij met u; het rijk van God is nu dicht bij u gekomen! ' Als de bode geaccepteerd wordt, moet hij blijven en prediken; wordt hij echter niet geaccepteerd door een gemeente die te werelds en duivels is, dan moet hij verder gaan en zelfs eerst het stof van zijn voeten schudden! Want zo'n gemeente is zelfs niet waard dat een echte hemelsbode het stof hiervan aan zijn voeten meedraagt.
Hoofdstuk 165: De echte leraren van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Mijn leer moet echter aan niemand opgedrongen worden, maar één of meer mensen uit zo'n gemeente moeten eerst over de onmetelijk grote voordelen van Mijn leer uit de hemelen horen. Als deze mensen de leer willen horen, moet deze hun kort en bondig verteld worden; willen zij dat echter niet of tonen zij weinig interesse, dan moet de hemelsbode meteen weer weggaan -want aan zwijnen moeten de kostbare parels nooit als voedsel.worden gegeven!
Hoofdstuk 165: De echte leraren van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Wie echter deze genade ten deel valt, moet met aarzelen om dat luid te verkondigen omdat hij misschien angst, vrees of schroom heeft om een.machthebber mogelijkerwijs te beledigen of zelfs kwaad te maken! Want wie meer vrees voor de wereld heeft dan voor Mij, is Mij zeker niet waard en evenmin Mijn geringste genade, en is nooit geschikt om hemelsbode te zijn.
Hoofdstuk 165: De echte leraren van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Jij zult het echter gemakkelijker hebben in jouw rijk, waar je wetgever en opperste rechter bent en waar jouw volkeren je vrezen omdat Zij de onherroepelijkheid kennen van jouw oordelen en uitspraken; een leraar echter, die als hemelsbode in een plaats zal komen die geregeerd wordt door een strenge vorst, zal beslist meer moed nodig hebben dan jij, als gevreesd vorst in je uitgestrekte land.
Hoofdstuk 165: De echte leraren van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Wie echter een echte hemelsbode is of wil zijn, moet.geen stok bij zich hebben, noch een ander wapen, ook moet hij geen zak bij zich hebben om iets in te doen; want Ik Zelf zal hem wel vrienden bezorgen, en die zullen hem geven wat hij als mens van vlees en bloed nodig heeft. Ook moet een echte hemelsbode behalve in de winter of in de koude landen van het noorden, met meer dan één mantel dragen, opdat niemand hem kan verwijten dat hij teveel en een ander daardoor te weinig heeft. Als iemand hem echter nog een tweede of een derde schenkt, moet bij die zeker aannemen; want hij zal gelegenheden te over vinden waar zulke vrome gaven heel goed te gebruiken zullen Zijn.
Hoofdstuk 165: De echte leraren van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] leder mens luistert toch al liever naar de woorden van een dokter dan naar die van een profeet, ook al geeft die nog zoveel licht. Wat Ik doe, moet ook een echte hemelsbode doen die door Mij naar alle landen van de aarde is gezonden. Alleen moet een echte hemelsbode ook voordat hij de handen oplegt steeds.goed onderkennen of een ziekte van dusdanige aard is, dat iemand zich al meer in het hiernamaals dan aan deze zijde bevindt. Als de ware hemelsbode de ziel van de zieke reeds buiten het lichaam ziet, moet hij hem nooit de handen opleggen, maar slechts voor hem bidden en in Mijn naam de van de wereld scheidende ziel zegenen. In het kort is het echter zo: Iedere echte hemelsbode zal op het juiste moment duidelijk beseffen wat hij moet doen. -Ouran, ben jij nu op de hoogte van alles wat je nog wilde weten?"
Hoofdstuk 165: De echte leraren van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] IK zeg: "Kijk, als de keizer van Rome hierheen zou komen, zouden de aan hem onderdanige volkeren alle denkbare feesten organiseren, ten dele uit vreugde omdat zij hun keizer een keer zien, ten dele echter ook om van hem als hij in een opgewekte bui is, veel gunsten en begrip te krijgen. Kijk, hier in Mijn persoon bevindt zich ook een keizer, en een alleenheerser over alle hemelen en werelden!
Hoofdstuk 166: Een heerlijke dageraad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Maar niet alleen op deze aarde, maar op alle werelden van de gehele, oneindige schepping wordt nu gedurende zeven uur een zelfde soort feest gevierd. In die tijd sterft er in de hele schepping geen enkel geschapen wezen en wordt er ook geen verwekt. Als de zeven uur echter voorbij zijn, is het feest afgelopen en gaat alles weer zijn natuurlijke gang.
Hoofdstuk 166: Een heerlijke dageraad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Marcus gaat zo snel mogelijk verder; alle aanwezigen nemen echter deel aan de hemelse vreugde en loven en prijzen Mij; het meest doet dat Jarah.
Hoofdstuk 166: Een heerlijke dageraad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Nadat allen Mij ruim een uur lang hemelhoog geprezen en geloofd hebben, komt Marcus ons uitnodigen voor de gereedstaande ochtendmaaltijd. Velen wilden nu echter nog langer op de berg blijven.
Hoofdstuk 166: Een heerlijke dageraad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] De EERSTE zegt: "Je hebt helemaal gelijk, broeder, geef mij er maar goed van langs! Ik heb inderdaad niets beters verdiend! Ik zal mij daarvoor echter nu ook zelf straffen! Je weet dat ik veel trek heb in de ochtendmaaltijd; maar nee, daar komt niets van in! Geen hap zal er tot vanavond over mijn lippen komen! O, ik zal mijn flauwe grap af weten te straffen!" - Daarop gaat deze jonge Farizeeër weer terug de berg op en hij gaat niet naar de ochtendmaaltijd.
Hoofdstuk 167: Over het vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Eet en drink dus nu en stel het vasten uit tot een andere keer! Zolang Ik bij jullie ben als een echte Vader van jullie geest en bruidegom van jullie zielen, moeten jullie lichamelijk noch geestelijk vasten; als Ik echter mettertijd niet meer zoals nu, persoonlijk bij jullie zal zijn, zullen jullie je weer van allerlei zaken moeten onthouden!"
Hoofdstuk 167: Over het vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[17] Iedereen beaamt dat en verheugt zich in Mijn vreugde. Daarna werd er echter van alle kanten een flinke aanval op de schalen gedaan en de grote, edele vissen lieten waarlijk niets te wensen over! Ook de wijn liet men zich goed smaken.
Hoofdstuk 167: Over het vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Na een half uur klonk er uit ons grote gezelschap een druk geroezemoes en Simon begon grappen te vertellen die beslist heel geestig waren. Gabi, een wat ernstiger jongmens van ruim twintig jaar, waarschuwde Simon echter meerdere malen om zich wat in te houden.
Hoofdstuk 168: Simon over het moraliseren uit eigenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)