Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2682 resultaten - Pagina 158 van 179

...  146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171  ...
[7] Nu weet je ook van deze deur, wat je hiervan moet weten. Volg Mij daarom nu naar de negende deur, waar je weer nieuwe wonderen van Mijn liefde en wijsheid zult aanschouwen. Zo zij het!'
Hoofdstuk 45: De wereld van Miron, het geheim van het achtste vertrek – Het geestelijke als grondoorzaak en drager van de gehele schepping - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Nu wordt echter de ware, eigenlijke grootte van de geest niet naar zijn omvang, doch slechts naar zijn liefde en wijsheid bepaald. Maar zie, dat zijn nog oergeesten, die in vrije toestand een heel zonnestelsel in volledige werkzaamheid vervulden! Daar ze echter ook zalig deel zouden willen hebben aan Mijn Rijk, moeten ze ook de smalle weg van het vlees bewandelen! Wanneer ze het lichaam afleggen, dan zullen ze wegens hun grote deemoed en zachtmoedigheid ook slechts onze omvang hebben, - maar ook wel de vroegere, als ze deze nodig hebben.
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Werkelijk, Heer, als U dit wereldje hebt geschapen, heeft het zeker van Uw almacht en wijsheid niet veel gevergd, want voor zover ik dit wereldje zie is het vergeleken met alles wat ik eerder heb gezien eerder saai dan indrukwekkend. Dan moet ik weer terugnemen, wat ik bij nummer 10 zo denigrerend over de aarde heb gezegd! Want ten opzichte van deze wereld is ze toch wel - afgezien van haar mensen - een waar paradijs! - Zeg, o Heer, mij toch, hoe deze wereld heet! Die kan zich toch niet meer in het zonnegebied van onze aarde bevinden?'
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Opdat je echter in de praktijk zult leren inzien hoe het met de wijsheid van deze mensen staat, zullen er twee dichterbij komen en met jou over verschillende dingen praten. Zie, daar komt al zo'n bultig paartje aan: vraag hen naar verschillende dingen en je kunt er zeker van zijn, dat ze je het antwoord niet schuldig zullen blijven! Zo zij het!'
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] DE TWEE zeggen: 'Als mensen is er alleen een bepaald aantal van ons soort. Maar verder zijn er nog een heleboel schepselen en op het aan de andere kant gelegen deel van deze aarde wonen boetvaardige zondaars, die niet zelden naar ons toekomen om van ons de innerlijke wijsheid te leren. Deze boetelingen zijn echter gewoonlijk van een andere wereld afkomstig, waarschijnlijk van de wereld waar jij ook vandaan komt! Zij zijn wel groot van gestalte maar wat hun wezen betreft zijn ze nog zeer klein. Ook jij ziet er heel groot uit, maar de eigenlijke mens in je is nog maar nauwelijks zichtbaar!
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] Zie, jij grote mens, dat is onze wijsheid! Om deze te bewerkstelligen nemen wij de ons bewuste orde van de allerhoogste geest van God in acht en daardoor zijn wij volkomen wat wij zijn. Bestrijd jij nu maar hetgeen ik zeg, als je dat kunt; ik ben bereid om van jou alles te verdragen!'
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] ONZE MARTINUS kijkt na deze woorden verbouwereerd en verwonderd en is buitengewoon verbaasd over de hem zeer enorm voorkomende wijsheid van dit maan paartje. Pas na geruime tijd zegt hij: 'Nou, nou - wat ik wel het minst vermoed zou hebben bij jullie maanmensen, is wel zo'n diepe wijsheid! Wie gaf jullie deze grote wijsheid? Want die kan toch niet uit jullie zelf zijn ontstaan?
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] De mens van elke planeet heeft al een oneindige schat aan wijsheid in zich! Deze behoeft slechts door een deugdelijk middel te worden opgewekt, om dadelijk uit zichzelf de heerlijkste vruchten te dragen. Voor zo' n middel echter zorgt reeds de hoogste geest van God.
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Want alles wat van buiten af bij de mens komt, is en blijft eeuwig iets vreemds. Het kan de ontvangende geen ware, blijvende, eigen wijsheid geven, maar uitsluitend een wijsheid als van een parasitaire plant die het leven nooit helpt, maar het alleen maar doet verkommeren en tenslotte zelfs te gronde richt, omdat het als iets van buiten af zich steeds naar buiten keert in plaats van naar binnen, naar de woonplaats van het eigenlijke, ware, eeuwige leven uit God, de allerhoogste Geest!
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] De dieren beseffen instinctmatig wel hun bestaansorde en ontwikkelen deze heel natuurlijk uit hun natuurlijke orde, die hun instinkt dan ook is. Ook alle gewassen moeten dát tot wasdom brengen, wat in hen is gelegd. Maar dieren en planten zijn nu juist daarom aan datgene, wat zij zijn, gebonden. De mens echter als vrij wezen moet dit alles eerst door leringen van buitenaf in zichzelf als in een volkomen leeg vat opnemen. En het Woord van de goddelijke wijsheid moet in zijn hart worden gelegd als een zaadje in de aarde, opdat hij dan pas tot inzicht in zichzelf en daardoor tot inzicht in God en Diens orde kan komen. Krijgt de mens helemaal geen onderricht, dan blijft hij dommer dan welk dier ook en begrijpt hij minder dan een steen.
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] Omdat niet valt te ontkennen, dat jullie ook mensen met dezelfde goddelijke rechten zijn als ons soort mensen, dan moeten ook jullie ooit onderricht, en wel van God Zelf direct of indirect hebben ontvangen, omdat anders jouw wijsheid het allergrootste wonder zou zijn, dat ik tot nu toe heb meegemaakt. Want bij alle oermensen moet God de eerste leraar zijn geweest, omdat anders alle mensen tot aan de huidige tijd wat hun ontwikkeling betreft veel lager zouden staan dan de dieren. Want als A blind zou zijn, wie zou dan aan B het licht hebben kunnen geven? En zou op die wijze noodzakelijkerwijs ook B blind zijn gebleven, van wie zou dan C enzovoort het licht hebben moeten krijgen? Daar jij echter een zeer verlicht mens bent, zeg mij daarom alsjeblieft, hoe het onmiskenbaar licht Gods bij jullie is gekomen en wanneer ongeveer?'
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Op deze manier komen wij tot onze wijsheid, namelijk alleen van binnenuit en niet van buitenaf! Als jullie echter ook nog onderricht van buitenaf nodig hebben, dan moeten jullie zeer verstokte wezens zijn en zeer zinnelijk en daardoor op grove wijze zondig: dus tegenstanders van de goddelijke orde en daardoor ook het anti-leven in jullie zelf. Dan moet A evenals B en C enzovoort zeker wel blind zijn en blijven, als onderricht van buitenaf hem niet wekt!
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Bisschop Martinus kijkt na deze woorden van de maanbewoner nog ongelukkiger, omdat hij nu inziet, dat hij met zijn wijsheid niet is opgewassen tegen de wijsheid van de maanbewoner. Hij denkt nu na wat hij moet doen om het maanpaartje te bewijzen, dat hij als bewoner van de aarde tenslotte toch wijzer is. Hij probeert van alles te bedenken, maar er wil hem helemaal niets verstandigs te binnen schieten.
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Dat zal te zijner tijd wat worden, als de bewoners van alle tot nu toe aan mij voorgestelde werelden mij als hun heer benaderen en mij laten zien, dat ik van deze hele schepping de allerdomste kerel ben! Ik denk dat het nodig zal zijn om ter voorkoming van deze schande hun meteen in het begin door een wijsheid die boven de hunne uitgaat te laten zien, dat ik volledig hun meester ben. Dan zullen ze het in de toekomst wel laten om ons soort mensen zo schoolmeesterachtig te benaderen en als analfabeten te behandelen!'
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] IK zeg: 'Luister, Mijn lieve Martinus! Denk je dan dat je door een steekhoudende woordenwisseling zo'n echte wijze de mond kunt snoeren? 0, dan heb je het toch wel heel erg mis! Zie, zoals er maar één waarheid is, zo is er ook maar één wijsheid, die evenals een eeuwige vesting ook voor alle eeuwigheid onoverwinnelijk is! Toen deze maanbewoner jou echter met de enige juiste waarheid tegemoet kwam, met welke nog grotere wijsheid had jij hem dan willen bestrijden?
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171  ...