Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 158 van 215

...  146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171  ...
[12] Zie, al enkele malen brandde het hout op het altaar en geen van ons had de moed om zijn handen erop te leggen om daardoor op die wereld te komen die God de Heer voor Zijn kinderen heeft geschapen en juist daarop, hetzij in een nieuw lichaam of in de functie van beschermgeest, ook het kindschap Gods te verkrijgen. Maar nu hebben we de gelegenheid om de voorwaarden die daarvoor nodig zijn, grondig te leren kennen. Tot nu toe wisten we weliswaar uit de tekens in de vlam, wat de grote God allemaal verlangt van hen die tot Zijn kindschap willen overgaan. De tekens waren zeker juist, maar ons inzicht en ons geloof niet. Zij hier zullen ons zeggen wat men nu eigenlijk precies moet doen om zo'n eindeloze genade te verkrijgen. Let dus op, want de hoge geest in het midden heeft mij begrepen en hij zal ons meedelen wat de zuivere wil van God is en wat we moeten doen om Gods welgevallen te verwerven.
Hoofdstuk 59: Voorwaarden ter verkrijging van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] De Heer spreekt echter tot de rijke jongeling: 'Geef alles weg en volg Mij, dan zul je jezelf een schat in de hemel bereiden', of met andere woorden: dan zal de volmaaktheid van de geest jou ten deel vallen!
Hoofdstuk 54: Elfde verdieping. Het voortschrijden van de geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[20] Hé vriend, hoe is dat mogelijk? Als God pas dan God zou zijn als jullie Hem zouden bedenken, dan zou ik toch ook graag willen weten wie jullie heeft geschapen en als jullie al een god zouden kunnen bedenken, wie heeft jullie dan daartoe in staat gesteld? Want wat jullie over God zeggen, is immers nog veel dommer dan wanneer iemand in alle ernst zou willen beweren dat een huis vanzelf ontstaat, zonder bouwmeester, en dat een mens pas dan een bouwmeester wordt, wanneer een huis dat vanzelf ontstaan is, hem eventueel als zodanig wil aanvaarden.
Hoofdstuk 51: De oorsprong van alle dingen en verschijnselen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Ja, maar waarom zijn al deze opgetogen toehoorders dan zelf niet ook kunstenaars, maar slechts liefhebbers van deze kunst? Waarom is dat alleen de begaafde op het podium voor hen, die met zijn aan de hemel ontkende klanken het gemoed van de toehoorders zo bijzonder blij stemt en hun zielen een ander, hoger, volmaakter leven verkondigt?
Hoofdstuk 49: Over de voornaamste sleutel tot de geestelijke mysteries - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Wanneer een geest zegt: ik ben en denk, dan geeft hij daarmee aan dat de Heer in hem alles in alles is; en zegt hij van zichzelf: ik ben niet en denk niet, dan zegt hij, dat zonder de Heer geen enkel wezen vanuit zichzelf iets is of iets vermag. Maar wat betekent het dan als de Heer, die toch eeuwig alles in alles is, in diepe wijsheid iets dergelijks over Zichzelf zegt? Kijk, dat betekent dan, dat de Heer zelf in Zichzelf eeuwig volmaakt is en volmaakt denkt. Wanneer Hij echter zegt: Ik ben niet en denk niet, dan wil dat zeggen: alle wezens zijn weliswaar schepselen van Mij en zijn Mijn, door Mijn wil vastgehouden, levende gedachten en in de gehele oneindigheid bestaat er geen ding dat Ik niet heb gedacht en met Mijn wil heb geschapen; opdat echter Mijn schepselen volkomen vrij zullen zijn, laat Ik Mijn gedachten zo volkomen vrij, alsof Ik hen niet gedacht en niet geschapen had. Zo kunnen zij dan helemaal als vanuit zichzelf vrij denken en handelen, alsof ze helemaal niet van Mij afhankelijk zijn en alsof Ik helemaal niet meer aanwezig zou zijn.
Hoofdstuk 45: Goddelijk-geestelijke wijsheid is dwaasheid voor de wereld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Jullie zeggen nu: lieve vriend en broeder, het ornament op zich is hoogst eenvoudig voorzover wij het als geheel in ogenschouw kunnen nemen. In een heel eenvoudige gouden ring met een doorsnee van ruim twee klafter is een glazen bol aangebracht, ongeveer op de manier zoals bij ons op aarde een hemel- of aardglobe binnen een beweegbare messingen meridiaan. De bol draait voortdurend binnen deze grote ring, die hij bijna helemaal opvult. De ring is nergens meer vanaf de grond bevestigd maar hangt aan een massief gouden koord, dat met sterren is bezet vanaf het plafond tot op manshoogte omlaag. Bij de minste draaibeweging ontdekt men in deze doorzichtige glazen bol voortdurend nieuwe vormen die eveneens doorzichtig, maar toch bont gekleurd zijn, en die vormen zijn vaak zo bekoorlijk dat men er niet op uitgekeken raakt. Maar zodra men een vorm met zijn ogen zou willen vasthouden om hem te beschrijven, is hij al niet meer aanwezig en een andere, die met de vorige geen gelijkenis vertoont, neemt zijn plaats in en dat gaat alsmaar door.
Hoofdstuk 43: Absolute wijsheid niet geschikt voor een nog gebonden geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Dat de bol zo'n volmaaktheid aangeeft, kunnen jullie, wanneer jullie de verschillende hemellichamen beschouwen, overduidelijk opmaken uit het feit dat de Heer deze hemellichamen zoals ze zijn, volmaakt heeft geschapen. Maar hoe zien deze hemellichamen eruit? Kijk, het zijn volkomen ronde bollen. Maar waarom wordt door de bol het volmaakte uitgebeeld? Trek maar eens cirkels op een bol; dan zullen jullie merken dat jullie er talloos vele, van groot tot klein, over de bol kunnen trekken. Het oppervlak of de uitwendige omtrek van de bol zal naar alle richtingen dezelfde cirkel geven. Verder kunnen jullie waar je maar wilt op de bol een kleine cirkel trekken, toch zal hij zich overal precies in het midden van het hele oppervlak van de bol bevinden. Dat is op ieder anders gevormd lichaam niet mogelijk, ook niet op een cirkel. Want als jullie bij een cirkel, of beter gezegd op de oppervlakte van de cirkel, ergens een kleinere cirkel trekken, dan zal hij beslist niet meer in het midden van het cirkelvlak liggen; maar op het oppervlak van een bol ligt hij overal precies in het midden. Kijk, zo drukt een bol als geen ander lichaam de hoogst mogelijke volmaaktheid uit, evenals de hoogst mogelijke vrijheid van het geestelijke leven.
Hoofdstuk 38: Vijfde verdieping. Hogere trap van ontwikkeling van de mensengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] De mens die is uitgegroeid begint zijn inzichten en begeerten steeds meer op één punt te concentreren en dit punt is God, die boven ons is! Hoe meer hij zijn blik omhoog richt tot Hem, die hem voor een vrij leven heeft geschapen, in des te kleiner wordende kringen worden zijn inzichten en begeerten gedreven en getrokken, en wel net zo lang tot de mens door een totale verloochening van al zijn wereldse begeerten de top of het culminatiepunt van de deemoed heeft bereikt.
Hoofdstuk 37: Vierde verdieping. De gewone mens en de goddelijk-geestelijke mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] En kijk, hier is deze zaadkorrel van de eerste verdieping al in de aarde gelegd en er is al een klein boompje uit gegroeid. Het geeft de toestand weer van de mens, hoe hij een moreel wezen wordt zodra hij enige kennis omtrent God in zich heeft opgenomen, waardoor hij dan ook al voor een toekomstig vruchtdragen geschikt is, zoals het bieden van woonruimte aan de vogels van de hemel. Zo zullen jullie op deze tweede verdieping verhoudingsgewijs ook al het andere aantreffen.
Hoofdstuk 35: Tweede verdieping. Geestelijke vooruitgang, uitgebeeld door de paleisinrichtingen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Heeft deze tuinmanshandeling dan ook een of andere geestelijke achtergrond? O gewis mijn lieve vrienden en broeders! Op de eerste verdieping hebben we slechts een altaar in het midden gezien. Dat stelde het eerste en in zekere zin slechts letterlijke kennen van God voor, dus een zaadkorrel die eerst in de aarde moet vallen om daarin uit te groeien tot een boom waarin dan de vogels van de hemel kunnen wonen.
Hoofdstuk 35: Tweede verdieping. Geestelijke vooruitgang, uitgebeeld door de paleisinrichtingen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[23] Ik denk dat jullie door dit voorbeeldje gemakkelijk zullen begrijpen dat de Heer de zaadkorrel eerder heeft geschapen dan de boom, dat wil zeggen Hij schiep beide weliswaar gelijktijdig, maar de boom legde Hij tegelijkertijd onontwikkeld in de zaadkorrel.
Hoofdstuk 28: Tocht door een ander zonnedistrictsgebied. Liefde, de oergrond van geloof en hoop en tevens de vrucht van beide - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[20] Jullie zouden wel graag willen weten of de Heer eerst de boom of eerst de pit heeft geschapen? Ik denk dat dit geheim nu bijna geopenbaard is. Zou de Heer de boom eerder geschapen hebben dan de pit, dan kunnen jullie er zeker van zijn, dat Hij dat tegenwoordig ook zou doen, want Hij verandert Zijn handelwijze absoluut niet. Hij doet niet vandaag zus en morgen zo, want dan zouden jullie voortdurend als bij toverslag plotseling ontstane bomen zien. Jullie zien echter voortdurend hoe elke boom opnieuw geleidelijk steeds alsmaar uitgroeit en zich ontwikkelt.
Hoofdstuk 28: Tocht door een ander zonnedistrictsgebied. Liefde, de oergrond van geloof en hoop en tevens de vrucht van beide - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Kijk, daar heel in de verte duikt boven de stralende golven reeds een vaste oever op. Tot aan de hemel reikende bergen, begroeid met groenglanzende bossen, zijn de eerste trofeeën van een uitgestrekt, bewoonbaar districtsgebied, die onze ogen heel weldadig en verheven wondermooi begroeten. Zal men wel steil omhoog over deze bergen kunnen gaan?
Hoofdstuk 27: Waarom er op de centrale zonnen bijna geen dieren zijn. Een licht op het voorbeeld van de rijke jongeling. Tocht door een uitgestrekter zonnedistrict - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Onsterfelijke geest, verdeemoedig je in je grootheid; ontsteek in jezelf het vuur van de liefde voor God en keer zo terug naar Hem, die jou geschapen heeft. Aldaar in het grote vaderhuis zul je in eindeloze overvloed vinden wat je hier zozeer ontbreekt!
Hoofdstuk 24: Gebed vanuit het verstand en gebed vanuit het hart - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Deze mensen erkennen en zeggen: als we ons tot God zouden wenden opdat Hij ons de ware wijsheid moge geven, dan zouden we God daardoor een verwijt maken en Hem grote smaad berokkenen. We zouden daardoor jegens God toch beweren dat Hij, de Allerwijste en Allerrechtvaardigste ons zou willen bedriegen. Daarentegen moeten wij de wijsheid die God, de Heer van hemel en aarde (de bewoners van dit hemellichaam evenals die van alle andere, noemen hun ondergrond ook aarde, net als jullie) in ons heeft gelegd, hoog in ere houden en haar volgens Zijn ordening gebruiken. Als we deze wijsheid in ons hebben uitgeput en dan de behoefte aan een hogere wijsheid hebben, dan pas mogen wij God vragen om hetgeen ons ontbreekt doordat wij het onze hebben opgebruikt.
Hoofdstuk 24: Gebed vanuit het verstand en gebed vanuit het hart - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171  ...