Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 158 van 373

...  146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171  ...
[39] En Adam willigde hetgeen Seths hart wenste in en zei tegen Henoch: "Zie hier een dode uit de diepte; wek hem weer tot leven en maak zijn tong los, opdat hij wat hem op het hart ligt aan ons allen bekend moge maken! Amen."
Hoofdstuk 57: Adams vrijwillige bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En zie, na dit gesprek boog Enos zich op verzoek van Adam voorover en tilde de zwartharige man op en verzocht daarop Adam's en Seths toestemming om voordat zij van dit punt zouden vertrokken, enige woorden te mogen spreken over hetgeen hem na aan het hart lag.
Hoofdstuk 58: Asmahaël, de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] O vaderen en kinderen! En nu zie ik te midden van ons dezelfde mens die ik toen zag, en ik zag ook zo-even de lichtende Abel deze plaats verlaten en waarlijk Henoch zag het ook, vandaar dat hij er het zwijgen toe deed. En zo heb ik geuit wat mij op het hart lag; - denk en doe ermee wat jullie het beste voorkomt! Amen"
Hoofdstuk 58: Asmahaël, de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[28] En zie, de naamloze hernam meteen het woord en antwoordde: "O vader der vaderen der aarde! U vraagt daarnaar, omdat u zich verbaast over mijn losgemaakte tong. Mijn jeugdige hart verheugt zich om ten overstaan van u, als vader van de wijste leraar, daarvan gewag te maken!
Hoofdstuk 58: Asmahaël, de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[33] Eindelijk overwon Adam zichzelf en hevig aangedaan zei hij tegen de naamloze: "Luister, beste vreemdeling uit de diepte der gruwelen, indien het er met jou zo voorstaat als je mij met je tong bevestigend hebt medegedeeld, zodat ik er nooit aan kan twijfelen, dat het niet zo zou zijn als jij hebt verklaard en God je reeds daardoor op wonderbaarlijke wijze een zeer grote genade heeft betoond, is het immers wel gevoeglijk dat wij, Zijn kinderen, ten opzichte van jou niet anders kunnen handelen dan ons aller grote, heilige Vader in Zijn oneindig erbarmen ten opzichte van jou gehandeld heeft; en zo zal gebeuren waarnaar je hart verlangt.
Hoofdstuk 58: Asmahaël, de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[41] De Heer opene je hart en alle zintuigen van je ziel tot het eeuwige leven van je geest in God! Amen."
Hoofdstuk 58: Asmahaël, de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] "O lieve Henoch, zie, hetgeen mijn hart reeds lang geweldig naar verlangde, is door de goede en rechtvaardige ordening van mijn en jouw vader nu bewerkstelligd! O, ik verheug me mateloos de heilige wil in deze zaak te vernemen! Want het is waar, dikwijls doen wij iets wat ons goeddunkt; maar of het wel goed en terecht is omdat het ons als zodanig voorkomt, dat is een geheel andere vraag!
Hoofdstuk 59: Over de deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] En hierna stond Henoch op en begon de volgende woorden tot allen te richten, nadat hij zich in zijn hart van tevoren tot Mij had gewend. In stilte zei hij:
Hoofdstuk 59: Over de deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] "O Gij heilige, liefdevolle, grote Vader, Heer en God, geef mij, de allerzwakste, Uw genade, opdat ik in staat zal zijn in alle liefde en deemoed Uw wil getrouw aan de vaderen te openbaren en hun uit U in overvloed dat te geven, waarnaar hun hart smacht.
Hoofdstuk 59: Over de deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Kijk omhoog naar de heldere ruimten van de oneindigheid! Wie van ons kan zeggen, dat hij niet in staat zou zijn de brede stromen van het licht en alle dingen die daardoor omgeven zijn, te aanschouwen?! Wiens oor hoort zelfs niet een zacht zuchtje waaien door het dorre loof! Of is er wel een onder ons aan wie niet alle zintuigen in de meest bruikbare staat zouden zijn gegeven en ook een levend voelend hart?!
Hoofdstuk 59: Over de deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Als jullie mij echter uit de Heer vragen, geloof dan ook dat ik uit de Heer spreek; maar twijfelt iemand in zijn hart, dan zijn immers vraag en antwoord zonder meer nutteloos omdat hij geen geloof heeft en zijn eigen hart wantrouwt.
Hoofdstuk 60: Henochs terechte geslotenheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Hoe kan echter iemand door zijn broeder vast in de liefde worden, als zijn hart aan de Heer twijfelt?! Vertrouw daarom het woord van de Heer, opdat jullie vast in de liefde mogen worden!
Hoofdstuk 60: Henochs terechte geslotenheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Luister, was mijn eerdere rede er niet een die slechts aan het edelste hart van een mens kon ontspruiten?! Wat is zij nu? Niets dan ijdele dwaasheid; en daardoor lijk ik op een verbijsterd mens, die met zijn gedachten over de hele wereld verstrooid, in zijn woning naar zijn huis vraagt!
Hoofdstuk 61: Het goddelijke woord in het mensenhart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Maar in mijn hart denk ik: de liefdevolle, heilige Vader zal in Zijn grote mildheid mij en ons allen onze bezorgde vreesachtigheid ten goede aanrekenen, en ons in Zijn liefde raad geven en niet in Zijn wijsheid, ten opzichte waarvan wij zo buitengewoon nietig zijn, en Hij zal ons aanzien als slapende kinderen die dromen dat zij wakker zijn, of tenminste met gesloten ogen van mening zijn dat als zij niets zien, ook de ontwaakten niets kunnen zien!
Hoofdstuk 61: Het goddelijke woord in het mensenhart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] In de toekomst zal het zo zijn, dat de Heer de kinderen tot leraren van hun ouders zal opwekken en de ouders een kinderlijk hart zal geven. En eens zullen er na ons nog kinderen komen die in hun onmacht grotere dingen zullen verrichten dan wij met al onze kracht. En zo zal altijd de wil van de Heer geschieden!
Hoofdstuk 61: Het goddelijke woord in het mensenhart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171  ...