Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 158 van 728

...  146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171  ...
[5] O Heer en Meester, U vroeg hoever wij reeds doorgedrongen waren in het Hooglied! Help, Elia, ik ben er nog helemaal niet in doorgedrongen, want ik zou het zonde gevonden hebben van mijn tijd! Maar Gabi kent het hele eerste hoofdstuk al uit zijn hoofd. Hij slikt en kauwt het nog steeds en hij heeft er altijd de mond van vol, maar van de betekenis van dit hoofdstuk weet hij net zo weinig als ik van de diepste bodem van de zee. Het mooiste daarbij is echter, dat je steeds minder gaat begrijpen van het eerste hoofdstuk van dit lied, hoe vaker je het leest! En wanneer je het op 't laatst ook nog van buiten kent, begrijp je het wel het allerminst!"
Hoofdstuk 169: Over het Hooglied van Salomo. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Overigens is het ook geen bijzonder compliment voor de liefde als men zegt dat zij lieflijker is dan wijn, als van die wijn tevoren niet gezegd wordt dat deze uitmuntend is. Want er zijn immers ook heel miserabele en slechte wijnen! Is de liefde echter alleen maar heerlijker of lieflijker dan de wijn, zonder onderscheid naar kwaliteit, dan is zo'n liefde bepaald niet zo bijzonder! Ondanks al dit commentaar kan het toch altijd nog wel iets bijzonders te betekenen hebben, maar ik kom daar op deze wereld nooit achter.
Hoofdstuk 169: Over het Hooglied van Salomo. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] SIMON zegt: "Dat zal nu kennelijk het volgende betekenen: Heer, als U mij echter kust met de kus van Uw mond, als Uw woord liefde wordt en dus een ware levenszalf, laat dan deze zalf, dit goddelijke woord van liefde van U, voor alle mensen begrijpelijk zijn. Want ook in de gewone taal gebruikt men vaak het sierlijke 'ruiken' in plaats van 'begrijpen'. Men zegt vaak: 'Je kunt toch wel ruiken waar dat op slaat?' of: 'Hij heeft geroken wat er aan de hand is!'
Hoofdstuk 170: De sleutel tot het begrijpen van het Hooglied. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] IK zeg: "Volkomen juist en fundamenteel waar! Met het erg onbegrijpelijk lijkende Hooglied is het zo, dat het heel gemakkelijk begrepen kan worden als men het eerste vers maar goed, door te begrijpen wat de beelden betekenen, heeft opgevat! " Maar nu je echter het tweede vers zo uitstekend hebt uitgelegd, moet je ook het derde vers nog proberen; misschien sla je daar ook de spijker op de kop!"
Hoofdstuk 170: De sleutel tot het begrijpen van het Hooglied. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] 'Trek mij, o Heer, achter U aan, dan lopen wij!' Wie, behalve de liefde, kan geestelijk trekken?! En het gevolg is dat degenen die met en door de liefde onderwezen en opgevoed worden, in één ogenblik meer opnemen en begrijpen en daardoor werkelijk lopen in de groei van hun kennis, dan in vele jaren van dorre en kille wijsheid. De enkelvoudige persoon en de eerste zin is dus slechts een morele persoon en deze verschijnt in het laatste deel van de tweede zin verdeeld over een veelvoud, dat voorlopig kennelijk nog gevormd wordt door ons, en vervolgens door heel Israël, en uiteindelijk zelfs door alles wat op de gehele aarde mens heet.
Hoofdstuk 170: De sleutel tot het begrijpen van het Hooglied. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[26] Wat is de mens van deze aarde toch een armzalige drommel! Hij begint met niets, leeft met niets en eindigt tenslotte weer met niets. Als hij gedurende de betere en heldere periode van zijn leven meent iets te begrijpen, maar vervolgens ongelukkigerwijs in aanraking komt met Salomo's Hooglied, is het helemaal gedaan met de dwaas; want zodra de mens eenmaal door woord of geschrift van een ander mens duidelijk is gemaakt dat zijn wijsheid helemaal niets voorstelt, is het ook helemaal gedaan met de mens zelf, dat wil zeggen, hij leeft nog wel verder, maar als een dwaas die niet meer in staat is nog iets te bevatten en te begrijpen! Als de mens net als ik zover is gekomen dat er geen vooruitgang meer is, keert hij om en begint als een dier alleen nog maar te vegeteren. Waarom zou hij ook verdere moeite doen voor niets en nog eens duizendmaal niets?!
Hoofdstuk 169: Over het Hooglied van Salomo. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Wie zijn de dochters van Jeruzalem? Dat zijn de hoogmoed, de trots, en de heers en hebzucht van de nakomelingen van Abraham; dat zijn de opgesmukte dochters van Jeruzalem, waarvoor echter de verachte, en dus voor hen zwarte, heer, de eerste mens van alle mensen, toch genadig en barmhartig is, en heerlijker en liefderijker dan de hutten van Kedar, die er van buiten erbarmelijk slecht uitzien, maar die van binnen toch rijkelijk uitgerust waren met allerlei schatten om onder de goede armen en noodlijdenden te verdelen, en ook heerlijker dan de meest waardevolle tapijten van Salomo, die van buiten aan de bovenkant bestonden uit een donkergrijze, harige stof, maar die aan de onderkant en van binnen bestonden uit de kostbaarste Indische zijde, doorweven met het fijnste goud.
Hoofdstuk 171: Simon legt enige verzen van het Hooglied uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] SIMON zegt: "U zij eeuwig mijn volle liefde en mijn innigste dank, omdat U, o Heer, mij, een jonge knaap, in Uw genade en liefde waardig achtte hier voor hen die U liefhebben die verborgen geheimen te ontsluieren, die, sinds zij geschreven zijn tot op heden, nog niemand heeft ontsluierd! Mijn ziel verheugt zich uitermate over deze genade. Dat wil echter niet zeggen dat zij daarom hoogmoedig is; integendeel, ik wordt alleen maar steeds deemoediger hoe meer ik Uw alles en mijn totale niets inzie en begrijp. Maar U, o Heer, weet wel dat ik steeds moeite heb met mijn gevoel voor humor, en de heerlijke wijn wakkert die neiging nog meer aan en daarom kan ik hier bij het gevraagde zesde vers niet nalaten, hoe ernstig het ook is, enige humor toe te voegen."
Hoofdstuk 171: Simon legt enige verzen van het Hooglied uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] IK zeg: "Ondanks de humor, die je hier heel passend ingevoegd hebt, ook hier volmaakt! Omdat we nu echter hebben gezien, dat ook het Hooglied van Salomo ontsluierd kan worden en jij, Simon, daar zelf een heel andere mening over hebt gekregen, moet nu ook jouw corrector Gabi iets ten beste geven. Ik zou graag uit zijn mond willen horen, waarom hij zo ingenomen was met het Hooglied van Salomo, zonder er ook maar iets van begrepen te hebben! -Gabi, doe je mond daarom open en vertel ons daar iets over! "
Hoofdstuk 171: Simon legt enige verzen van het Hooglied uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] GABI zegt: "Ik doe wat ik doe, en daar hoef jij je helemaal niet druk over te maken! Van mens tot mens is spreken gemakkelijk, maar hier is God en hier zijn engelen aanwezig, en dan moet een menselijke stem niet te vrijpostig worden, maar heel deemoedig en bescheiden zwijgen! Ik heet Gabi, de stille, en niet Simon de vrijpostige!"
Hoofdstuk 172: Gabi bekent zijn domheid en ijdelheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Ik wilde niet alleen bij mijn collega's, maar ook bij alle andere mensen, doorgaan voor een wijs man, zeer onderlegd in de Schrift, en daarom had ik uit de hele Schrift juist dat als lievelingsstudie gekozen, waarvan ik de overtuiging had dat het door de hele schare schriftgeleerden, net zo min als door mijzelf, begrepen werd. Ik was echter erg slim en deed voor de schijn heel verstandig, ernstig en wijs.
Hoofdstuk 172: Gabi bekent zijn domheid en ijdelheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Mocht ik mij nu in tegenwoordigheid van de Heer enigszins ongepast gedragen hebben, dan vraag ik eerst aan U, o Heer en Meester, zoals ook aan al Uw vrienden groot en klein, uit het diepst van mijn hart om vergeving! Want ik wilde door mijn aanvankelijke zwijgen immers niemand nadeel berokkenen, maar alleen maar een beetje mijn oude schande verbergen. Dat kon er echter hier voor Uw heilig, alziend oog niet mee door en daarom heb ik dan laten zien hoe ik was en hoe ik nu ben. Daarmee ben ik echter ook met wat ik ten nadele van mijzelf te zeggen heb helemaal klaar en meer weet ik niet."
Hoofdstuk 172: Gabi bekent zijn domheid en ijdelheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Als leraar van het volk moest men er alleen voor zorgen, dat de gewone menselijke lastdieren steeds in het diepste bijgeloof gehouden werden! Zolang dat nagestreefd werd, zouden de eigenlijke intelligente mensen goed kunnen leven; als men hun echter de waarheid zou laten zien en hen voor zou lichten, zouden de eigenlijke intelligente mensen zelf de hak, de ploeg en de sikkel ter hand moeten nemen en in het zweet van hun aanschijn het met moeite verworven, harde brood moeten nuttigen.
Hoofdstuk 173: Gabi's beginselen als Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Ik ben nu weer uitgesproken en geloof voldoende bewezen te hebben dat mijn vroegere overtuigingen onmogelijk anders konden zijn; want zoals het onderricht is, zo is de mens en zo ook zijn wil en zijn daden! Dat ik nu met de diepste verachting terug kan kijken op dat echt helse onderricht, spreekt wel vanzelf! Ik verwacht nu echter ook van U, o Heer, dat U tengevolge van Uw liefde en wijsheid, mijn gedachten en daden die ik hier getrouwen waarachtig heb 'verteld, genadig door de vingers zult zien en zult vergeven!"
Hoofdstuk 173: Gabi's beginselen als Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Als de geslachtsdaad een zonde in het lichaam is en ziel en geest verzwakt, waarom heb Ik dan de mens voor zijn voortplanting deze zondige handeling in het lichaam en in de ziel meegegeven? Had Ik niet op een zuiverder manier de voortplanting teweeg kunnen brengen?! Als deze daad van de voortplanting echter volgens Gods orde de enig juiste en mogelijke is, dan moet God die net zo goed kunnen uitvoeren als de mens! Waarom is de geslachtsdaad voor de mensen een zonde en voor God niet; of kan God onder bepaalde omstandigheden ook tegen Zijn orde zondigen? Maar hoe kan God zuivere liefde zijn als Hij ook schuldig zou zijn aan een zondige menselijke zwakheid?!
Hoofdstuk 175: Simons gedachte over de Heer als mens van het mannelijk geslacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171  ...