Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 159 van 1110

...  147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172  ...
[20] Daarom moeten jullie allen van nu af aan alles in het hart opnemen en alles ook in het hart ontwikkelen en uitwerken, want wat de hersenen produceren is alleen geschikt voor het vergankelijke leven van deze wereld en voor het sterfelijke lichaam.
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Zoeken jullie allen daarom slechts in je hart de wijsheid en de juiste openbaring uit Mij, dan zullen jullie die gemakkelijk begrijpen en voor je gehele leven en voor eeuwig behouden!"
Hoofdstuk 184: De taal van het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] IK zeg: "De Romeinen hebben een spreekwoord, dat zegt: Non statim fit Mercurius! (*Een houten Klaas wordt niet gauw een koopman.) En zo is het ook ongeveer bij jullie en Ik Zelf zou jullie zo nu en dan wel eens willen vragen: Hoe lang zal Ik jullie nog moeten verdragen aleer jullie diep in je hart iets zullen gaan verstaan en begrijpen?
Hoofdstuk 184: De taal van het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Ik heb toch al zo vaak tegen jullie gezegd dat je niet in je hoofd, maar alleen in je hart moet gaan denken om de volle waarheid te bereiken die je werkelijk vrij zou maken! Waarom doen jullie dat dan niet en blijven jullie liever bij het stoffelijke, dat niets bevat en niets kan geven?! Doe, wat Ik jullie leer, dan zullen ook jullie, net als nu Philopold, in ware wijsheid spreken!"
Hoofdstuk 184: De taal van het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] IK zeg: "Dat is een begin, oefen jullie daarin, dan zullen jullie weldra zover komen dat je in je hart tot de diepste en meest vrije gedachten komt!"
Hoofdstuk 184: De taal van het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Maar IK zei: "Denken jullie dan, dat de Mensenzoon zoals nu tot aan het einde der aarde lichamelijk onder de mensen zal wandelen en leren en wonderen doen?!
Hoofdstuk 184: De taal van het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] IK zeg: "Ik stel jullie daarvoor ook nog lang niet verantwoordelijk! Iedere leerling heeft een zekere tijd nodig aleer hij in datgene wat hij leert, thuis is en alles weet. Als hij zover is, houdt hij op leerling te zijn en is hij vanaf dat moment pas voor eventuele, latere fouten zelf verantwoordelijk! Daarom zijn jullie niet fout, als je nu nog veel niet begrijpt, maar later zal dat anders zijn! -Nu moeten we echter kalm zijn! Dadelijk zal er iets gebeuren, dat ons veel werk zal geven!"
Hoofdstuk 184: De taal van het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] IK zeg: "Zoals nu, moeten jullie ook in de storm en het gevaar niet alleen met je mond spreken, maar ook met je hart, dan zul je door je geloof en door je levende vertrouwen Mijn bescherming genieten. Maar als je in het gevaar zou beginnen te versagen, zou Mijn bescherming je niet zo erg veel baten!"
Hoofdstuk 186: Voorbereidingen voor de naderende storm. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] IK zeg: "O, zeker niet, - jullie zullen juist op deze avond Gods macht en heerlijkheid leren kennen en voelen! Bovendien móet deze storm komen terwille van de nog brandende stad, omdat zij anders nog een paar dagen zou blijven branden. Wel zal.die storm ongeveer drie uur duren en het zal een storm zijn zoals jullie nog nooit beleefd hebben, maar hij zal toch meer baten, dan schaden.
Hoofdstuk 186: Voorbereidingen voor de naderende storm. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Maar laten wij nu naar de zee gaan, want daar zal onze aanwezigheid het meest noodzakelijk zijn! Ook zullen jullie daar de woedende elementen het best kunnen zien en de heerlijkheid Gods zullen jullie daar ook beter ondervinden dan onder een dak!"
Hoofdstuk 186: Voorbereidingen voor de naderende storm. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] IK zeg: "Zei Ik dan niet tegen jullie dat de heerlijkheid van God zich juist hier het duidelijkst zou openbaren? Hoe kun je dan ondanks dat nog zo bezorgd zijn om jouw armzalige tenten, alsof het heil van de wereld daar maar enigszins van zou afhangen?! Kijk, de tenten zijn groot en zeer ruim. Laat, als de storm in alle heftigheid. over ons..los zal barsten, alle vrouwelijke gasten daarin gaan, en ook die mannelijke, die misschien toch door een te grote vrees bevangen zouden worden! Want de storm zal zeker niet om mee te spotten zijn, maar met jouw statietenten zal niets gebeuren, behalve dat ze wat nat zullen worden."
Hoofdstuk 186: Voorbereidingen voor de naderende storm. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] IK zeg: "Weet je, beste Marcus, iedereen spreekt volgens het begrip dat hij ergens van heeft en jij praat nu ook, zoals jij denkt dat het is! Ik zeg je: De Heer veegt niet vaak, maar als Hij veegt, veegt Hij schoon!
Hoofdstuk 188: Het oordeel over de landstreek van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[22] De ochtend deed veel goeds van jullie verwachten, maar de avond schijnt bij jullie weer een zieleavond te worden! O verschrikkelijk blinde mensheid! Zo nu en dan wordt je weliswaar een beetje verlicht, maar omdat dat licht niet op de eigen grond ontstaan is, is het niet blijvend en in weinige ogenblikken neemt de nacht weer de plaats in van de zielemorgen!"
Hoofdstuk 188: Het oordeel over de landstreek van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[24] IK zeg: "Niets, dan dat jij en je broeders allemaal blinde vissen zijn in troebel water! Zeg Mij eens wat jullie, terwijl Ik zo duidelijk bij jullie was, onder de tafels en banken gejaagd heeft!"
Hoofdstuk 188: Het oordeel over de landstreek van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[27] IK zeg: "Ik heb jullie allang alles vergeven en ten behoeve van de dwaasheid nog voor niemand een schuldenboek geopend. Want iedere dwaas heeft het aan zichzelf te wijten als hij schade oploopt. Maar denk op een andere keer, als je Mij niet zoals nu bij je zult hebben, met een waar, levendig geloof aan Mijn naam en dan zal deze jullie beter beschermen dan de een of andere zwakke en breekbare plank!"
Hoofdstuk 188: Het oordeel over de landstreek van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172  ...