Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 159 van 215

...  147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172  ...
[2] Jullie zouden graag willen weten hoe zulke mensen nu bidden. Zulke mensen bidden op hun manier zoals jullie bidden op jullie manier. Ze bidden tot God, de allerhoogste Heer van hemel en aarde. Hun gebed is een bede waarin de levendige wens ligt besloten dat de Heer hun mag geven waar ze Hem om vragen. Jullie bidden op jullie manier - als jullie waarachtig bidden wel te verstaan - in je hart, en laten je gebed eveneens vergezeld gaan van de wens dat datgene waaruit het gebed eigenlijk bestaat, mag worden verhoord.
Hoofdstuk 24: Gebed vanuit het verstand en gebed vanuit het hart - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Ik zeg jullie: zoals wij het doen is het eigenlijk verkeerd, maar gelet op het feit dat de almachtige God van hemel en aarde Zich ook van onze domheid weet te bedienen, is het volkomen terecht wat er gebeurt, en heel in het bijzonder bij het wegschenken van een bruid, wanneer onze domheid ons parten speelt en de alwijze God een bloem uit ons hoofdpaleis wegneemt, voor wie nu juist ons paleis onwaardig is, evenals wij het zelf niet waard zijn dat deze heilige vlam nog even sterk op het altaar van God blijft branden.
Hoofdstuk 23: Wijze toespraak van de oudste tot zijn volk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Kijk, zojuist treedt onze oudste weer naar voren en spreekt alle aanwezigen als volgt toe: geliefde kinderen en kindskinderen, jullie weten waar we de stenen vandaan halen die als lichtgevende sterren zo prachtig in de andere kostbare bouwstenen zijn ingelegd. Het is de bodem van de grote, zeer diepe wateren waaruit onze goedgeoefende duikers ze omhooghalen. Zo ligt alles wat prachtig, groot en kostbaar is in moeilijk toegankelijke diepten verborgen; zo zijn ook wij oppervlakkig beschouwd door God de Almachtige zo geschapen dat we goed geschikt zijn om diepe wijsheid te bevatten.
Hoofdstuk 23: Wijze toespraak van de oudste tot zijn volk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Ik zeg jullie echter: het ene is even vanzelfsprekend als het andere. Juist om deze reden kan niets onreins het rijk Gods binnengaan, want de hemelen zijn het centrale regiment van de Heer. Zij zijn naar hun aard volkomen één met de wil van de Heer en zou iemand die met de wil van de Heer niet volkomen één zou zijn, in de hemel komen, dan zouden alle scheppingsgebieden dat onmiddellijk waarnemen. Dat zou namelijk heel wat wanorde in de schepping teweegbrengen en duizend grimmige hellen zouden in al hun ongebreidelde woede niet zoveel schade aanrichten als één enkele ongeordende geest in Gods rijk!
Hoofdstuk 18: Verenigd met de Heer verricht de wilskracht van de geest wonderen Reis over een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Het is heel gemakkelijk om deze aangename bestemming te bereiken. Want wie gelooft dat de Heer de enige God van de hemel is en heel de wereld die we met onze voeten betreden, en vanuit deze gedachte de Heer der heerlijkheid eert door offers en aanbidding op de manier zoals dat op deze hele wereld voor zover we haar kennen gebruikelijk is, die heeft zich zoals jullie allen weten voor deze aangename bestemming waardig getoond. De transformatie zal zoals jullie allen bekend is op een hoogst aangename en weldadige wijze geschieden. En iedere bewoner van deze wereld heeft het volste recht om zich daarop ten zeerste te verheugen.
Hoofdstuk 16: Tweeërlei mensen - schepselen en kinderen. Eerste voorwaarden om tot het kindschap Gods te komen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Jullie weten dat de Heer, onze enige God, tweeërlei wezens heeft geschapen, die vrij over zichzelf kunnen beslissen. De eerste soort zijn wij schepselen, begiftigd met een vrije wil en een verstandig gemoed, zodat wij tot onze vreugde en grote welvaart zelfwerkzaam kunnen zijn. Maar deze, Zijn schepselen, heeft de Heer slechts deze wereld zowel lichamelijk als geestelijk voorgoed als woonplaats toebedeeld.
Hoofdstuk 16: Tweeërlei mensen - schepselen en kinderen. Eerste voorwaarden om tot het kindschap Gods te komen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Kijken we echter omhoog naar de eindeloze blauwige luchtzee, dan kunnen jullie daar altijd hetzelfde door de grote Schepper opgetekend vinden wat onze hand hier heeft nagemaakt. Hoe luidt deze wenk dus? Luister, ik zal hem voor jullie herhalen: in het midden van de grote binnenplaats van het sterrenpaleis moet jij, oudste, voor de enige God een altaar oprichten en daarop hout dwars over elkaar leggen; het hout moet echter gaaf zijn en een uitstekende geur hebben. Toch mag je dit hout nooit met een werelds vuur aansteken, maar een vuur uit jouw hart moet dit hout doen ontvlammen. Wanneer het hout door het vuur van jouw hart ontvlamd is, ga dan jezelf en de jouwen in het licht van deze vlam doorvorsen om te zien of er in jouw huis iemand in staat is om de woonplaats van God te betreden. Wie zich daartoe in staat acht, moge voor het altaar treden en in de vlam de voorwaarden lezen die hij moet vervullen op de wereld, welke de grote God enkel voor zichzelf en voor zijn kinderen heeft geschapen. Aldus luidt de wenk.
Hoofdstuk 22: Onthulling van de voorwaarden voor het bereiken van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Kijk eens naar de grote pracht van een winterdag en ook van een heldere winternacht. Heel het wijde oppervlak van de aarde is overdekt met talloze diamanten die bij het licht van de zon als talloze sterren fonkelen en het oog van de toeschouwer door de overdadige lichtglans bijna verblinden. De takken van de bomen zijn met louter diamantkristallen bezet en bij heldere nacht fonkelen de sterren overvloedig en prachtig glanzend aan de hemel. Maar wanneer jullie deze, met talloze glinsterende diamanten overdekte, wijde vlakte overzien, dan lijkt ze dood, want het leven zoekt warme vertrekken en schept geen genoegen in deze koude verstarde pracht. Als echter in het voorjaar de stralen van de zon niet slechts licht maar ook warmte beginnen te geven, dan vergaat die grote pracht van de aarde; maar in plaats daarvan ontstaat vanuit de binnenste vertrekken leven dat zich voor de koude pracht had teruggetrokken. Dit leven verteert de winterpracht en vormt haar om tot iets veel mooiers.
Hoofdstuk 20: Beschrijving van nooit vermoede pracht. Gelijkenis van winterpracht en lentewarmte - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Maar laten we nu de centrale ruimte van dit gebouw binnengaan vanwaar ons reeds stromen van licht tegemoetkomen. Kijk, het is een heel grote ronde hal. De vloer is azuurblauw en is helemaal ingelegd met de jullie welbekende sterrenbeelden van jullie zichtbare hemel. De sterren stralen echter veel sterker dan die welke je 's nachts vanaf jullie aarde ziet. De wanden van deze ronde hal bestaan eveneens uit drie boven elkaar geplaatste machtige zuilenrijen. De onderste rij bestaat uit louter robijnen, de middelste uit louter smaragd en de bovenste uit de meest zuivere hyacint. De zuilen van elke rij zijn onderling verbonden door witte bogen waarboven prachtige galerijen van doorzichtig goud zijn aangebracht.
Hoofdstuk 20: Beschrijving van nooit vermoede pracht. Gelijkenis van winterpracht en lentewarmte - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Hij begunstigt Petrus vanwege zijn standvastigheid in het geloof; verder noemt Hij iemand die op een rots bouwt een verstandige man; ook zegt Hij van Johannes de Doper dat hij geen rietstengel is, die door de wind heen en weer wordt bewogen. Heel vaak zegt Hij: 'Jou geschiede naar jouw geloof; jouw geloof heeft je geholpen!' Door te zeggen: 'Wees volmaakt zoals jullie Vader in de hemel volmaakt is' zegt Hij ook heel duidelijk dat zij, namelijk degenen tot wie Hij gesproken heeft, een aan God gelijke, standvastige wil moesten hebben en zich door niets van de standvastig gekozen richting van hun geest moeten laten afbrengen. Zo beveelt Hij de macht van een standvastige geest ook met de volgende woorden aan:
Hoofdstuk 18: Verenigd met de Heer verricht de wilskracht van de geest wonderen Reis over een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[27] Daarin ligt dan ook het verschil tussen kinderen van de wereld die van beneden komen en kinderen van de aarde zijn, en tussen de kinderen van het licht die van boven komen en kinderen van de zon of kinderen van het licht zijn. Deze zijn derhalve geroepen om de Heer op de een of andere wijze als knechten te dienen en de kinderen van de wereld te verlichten, opdat ook zij gewonnen mogen worden tot kinderen van het licht en waarachtige erfgenamen van het eeuwige leven dat de Heer van eeuwigheden her bereid heeft voor al Zijn geschapen geesten. Te dien einde heeft Hij voor hen in het oneindige scheppingsgebied talloze scholen geschapen voor het verkrijgen van de levensvrijheid. Hij heeft hen zelfs op deze aarde door Zijn kruis een heilig doel gesteld, opdat ze allemaal waarachtige kinderen van Zijn liefde en allerzaligste erfgenamen van Zijn erbarming en genade mogen worden!
Hoofdstuk 15: De drie wijzen uit het morgenland; hun wezen. De grote betekenis van onze aarde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] En een van de drie die verschenen, zei: hebben jullie ooit gehoord hoe het was bij het begin van de wereld? Zie, mij werd door God een lichaam gegeven; dat droeg ik negenhonderddertig jaar en werd zo geschapen als eerste mens van deze aarde; mijn naam was Adam, de eersteling van God op deze aarde. Na deze woorden liet de oudste zich door de geest van Adam aanraken en toen de geest de oudste aanraakte, werd hij terstond onzichtbaar; maar de oudste was vervuld van de geest van Adam.
Hoofdstuk 15: De drie wijzen uit het morgenland; hun wezen. De grote betekenis van onze aarde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Maar de drie verschenen mannen antwoordden: volstrekt niet; we willen jullie niet de macht van de hel openbaren, maar we willen jullie Gods kracht tonen en jullie daarheen leiden waar de eeuwige Heer van hemel en aarde in heel Zijn goddelijke volheid is neergedaald. Een maagd viel de eindeloze genade ten deel: zij heeft ontvangen van de Heer en heeft een Kind aller kinderen, een Mens aller mensen en een God aller goden gebaard! Zie, dat willen we jullie laten zien en laat daarom toe dat we jullie aanraken. En de wijzen zeiden: het zij dan zoals jullie willen, maar zeg ons eerst wie jullie zijn.
Hoofdstuk 15: De drie wijzen uit het morgenland; hun wezen. De grote betekenis van onze aarde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Ik zie in jullie nu wel een vraag betreffende de zojuist genoemde drie wijze sterrenkundigen uit het morgenland. Ik weet, dat jullie daarover ook al opheldering hebben gekregen. Maar jullie weten niet, dat vanuit de hemel nu eenmaal geen boodschap volkomen ontsluierd tot de mensen op aarde kan komen, maar dat elke boodschap nog altijd door een huls omsloten is. Want zonder zo'n hulsachtige omsluiting kan geen boodschap, die zuiver geestelijk is, uit de hemelen tot de mensen komen, evenmin als iemand van jullie in staat zou zijn om de etherische voedingsstoffen die voor het lichaam geschikt zijn, zonder toevoeging van grovere materie in zich op te nemen.
Hoofdstuk 15: De drie wijzen uit het morgenland; hun wezen. De grote betekenis van onze aarde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Door deze onbegrijpelijke daad heeft Hij alle dingen van de hemel anders ingericht. Ook al woont Hij in Zijn genadezon, van waaruit het licht onuitputtelijk naar alle hemelen stroomt, toch is Hij helemaal dezelfde waarachtige Jezus die in heel Zijn goddelijke volheid op aarde heeft gewandeld en als een waarachtige vader en broeder, als volmaakte mens bij Zijn kinderen aanwezig was. Hij geeft aan al Zijn kinderen heel Zijn genade, liefde en macht en leidt hen Zelf in eigen persoon om hen eindeloos machtig te laten werken in Zijn ordening.
Hoofdstuk 13: Jezus, de Naam aller namen en zijn uitwerking. Het geheim van de menswording van God in Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172  ...