Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 159 van 1088

...  147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172  ...
[8] Want zie je, diezelfde mens die toen in Bethlehem in een schaapsstal werd geboren uit een jonge maagd en aan wie de drie wijzen, die jullie sterrenkoningen noemen, goud, wierook en mirre ten geschenke brachten, ben Ik - tóen een pasgeboren kind en nu een man in de bloei van zijn leven! Hoe bevalt jullie deze vreemde samenloop van omstandigheden en wat vinden jullie ervan?
Hoofdstuk 202: De uitwerking van het wonder op de Perzen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Dat Ik zonder meer Dezelfde ben, daar staan hier nog twee levende getuigen voor in. De ene is overste Cornelius, de jongste broeder van keizer Augustus en de andere is opperstadhouder Cyrenius, die Mijn vlucht naar Egypte geleid en verzorgd heeft en een oudere broeder van keizer Augustus is! Als je dat nu weet, zeg Mij dan nu, wat je van de Messias denkt die de drie sterrenkoningen bekend hebben gemaakt! Bestaat Hij, of bestaat Hij niet?"
Hoofdstuk 202: De uitwerking van het wonder op de Perzen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Kijk maar eens naar de priesterstand bij bijna alle volken! Zolang deze mensen moesten werken en net als ieder ander hun brood in het zweet huns aanschijns verdienden, stond de waarheid ook bij hen op het eerste plan en zij ontdekten en berekenden veel, waarover wij nu nog reden tot verbazing hebben. Zij brachten evenwicht in het menselijk denken en richtten scholen op voor de juiste vorming van de menselijke geest en de zelfkennis. In die tijd vonden zulke priesters de wegen naar God en leidden de medemensen in alle geest en oprechte goede wil tot hetzelfde inzicht.
Hoofdstuk 203: Het nut van werk en het kwade gevolg van nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Als er dan een hun nog onbekende ster verschijnt, zoals bijvoorbeeld een komeet, wel, dan wordt die het onderwerp van allerlei voorspellingen. Is zo'n voorspelling niet te gebruiken voor de eigen bewoners, dan gaat men daarmee naar het buitenland en dan vindt men ergens wel een plekje waar het verhaalopgang maakt. Wij als ingewijden weten dat maar al te goed en dat is dan vanzelfsprekend de verklaring van het feit, dat het destijds rondvertelde verhaal over de beloofde en geboren Messias van de Joden niet zo veel indruk op ons heeft gemaakt, toen de sterrenkoningen het bij hun terugkomst aan alle Joden met vreselijk veel bombarie verkondigden om er zelf materieel beter van te worden. Zij waren wel serieus met de zaak bezig, maar wij houden ons aan de oude spreuk: 'Wie meer dan eens fantaseert en liegt, wordt niet geloofd, ook als hij niet bedriegt!'
Hoofdstuk 202: De uitwerking van het wonder op de Perzen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Als de ziel tijdens de echte momenten van levensactie in het genoemde levenscentrum in het hart komt, heeft zij daardoor ook de openbaring van Gods geest bereikt, die zich in ieder hart bevindt en zij kan daar niets anders dan alleen maar de eeuwige, onveranderlijke waarheid uit God in zichzelf vinden. Dat is dan een - indirecte openbaring en het onderscheid met de directe is slechts, dat God, wanneer er grote duisternis onder de mensen heerst, geschikte mensen buiten hun toedoen opwekt en hun ziel eveneens naar hun levenscentrum leidt, om van daaruit de andere blinden het licht weer te brengen dat hun de ogen opent.
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] IK zeg: "Vriend, kijk eens naar boven naar de sterren! Ken je ze en begrijp je wat en waarvoor zij zijn? Moeten zij er daarom soms niet zijn, omdat tot op heden nog geen mens ze kon begrijpen? Begrijp jij soms, wat zon en maan zijn? Moeten ze er daarom niet zijn, omdat je ) ze niet begrijpt?!
Hoofdstuk 205: De uitdaging van het niet begrijpen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] " Jawel, jawel!" zeg IK en vraag hem dan: "Wel, beste vriend, omdat je naar de mening van de mensen, in ieder opzicht zeer intelligent schijnt te zijn en veel dingen heel juist en scherp beoordeelt, zeg Mij dan eens naar eer en geweten, wat je je dan van de Messias, die je nu in Mij ziet, voorstelt! Welk doel beoogt nu eigenlijk het huidige optreden van de Messias?!
Hoofdstuk 206: Schabbi en de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Een natuurlijke betekenis kan deze maaltijd niet hebben, maar alleen een geestelijke. Maar wie ontdekt die? Wie is de berg en wie dat vreemde vette maal? Ik vind, dat de mensheid daar eigenlijk mee voor de gek gehouden wordt! Op dezelfde berg zal de Heer, naar ik aanneem dus de Messias, het omhulsel dat de volken omhult, verwijderen en de bedekking van de gezichten der heidenen wegnemen. Dat zou nog te begrijpen zijn, maar de berg, de berg, waar is die dan en wat is hij?
Hoofdstuk 206: Schabbi en de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Wat kunt U mij nu naar aanleiding van de uitspraak van de profeet zeggen, als ik nu voor U neerkniel en U luid begin te aanbidden als de God van Abraham, Isaäk en Jacob?!"
Hoofdstuk 206: Schabbi en de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Ik zeg jou en je metgezellen: Als jullie déze gouden sleutel niet gevonden en in je hart opgenomen zouden hebben, zouden jullie nooit de weg hierheen hebben gevonden! Wat het echter wil zeggen en wat het betekent dat jij en je metgezellen hierheen zijn gekomen, ook al is het door een kolossale storm in het uiterlijke leven, dat beginnen jullie nu al te bespeuren, - de nabije toekomst zal jullie pas naar het ware licht leiden! Pas als je Mij helemaal zult kennen, zul je ook begrijpen of Ik aanbeden kan worden of niet!"
Hoofdstuk 207: Een wijs en deemoedig hart om God te aanbidden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Deze woorden van Mij stemmen de Perzen erg tot nadenken en JURAH zegt tegen zijn metgezellen, terwijl Ik Mij naar de drie begaf, die uit de doden waren opgewekt, en hen lichamelijk liet verzorgen: "Vrienden! Zijn woorden zijn heel merkwaardig en klinken nog wonderbaarlijker dan zijn daden er uitzien, hoewel die al zodanig zijn dat wij nog nooit iets dergelijks zagen. Maar alle wonderen lijken op elkaar en een mens die daarin onervaren is, is blind en kijkt niet daar, waar hij het scherpst en aandachtigst toe zou moeten zien! De genezing van onze juwelier is wel buitengewoon verrassend, maar het is misschien niet onmogelijk zo iets op natuurlijke wijze tot stand te brengen. Wij weten natuurlijk niet hoe dat gedaan zou moeten worden, maar wij weten toch wel uit ervaring dat de Indiërs de beet van de giftigste slangen zonder kruid en sap en olie genezen. Hij heeft deze beiden ook zonder kruid, sap en olie genezen, hoe, dat weten wij niet -dat kunnen we ook niet weten!
Hoofdstuk 208: De eerbied van de Perzen voor de heiligheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] De drie drenkelingen zijn echt weer in het leven teruggeroepen, maar het is nog maar de vraag of ze werkelijk helemaal dood waren, of dat het soms simulanten waren! Kortom, daden bewijzen nog lang niet alles! Maar zijn machtige woord bewijst naar mijn mening méér dan de beide wonderen. Zo oneindig wijs en eeuwig waar spreekt geen mond van een sterveling! Schabbi, denk nu alleen maar eens na over de uitleg van de enig ware aanbidding van God, dan zul je ontdekken wat voor alles doordringende wijsheid daarin ligt. Dat is voor mij het bewijs van iets ontzaglijks. Ja iets, dat ik nauwelijks durf uit te spreken!"
Hoofdstuk 208: De eerbied van de Perzen voor de heiligheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] SCHABBI zegt: "Hoorde je, dat in Jesaja geschreven staat: 'En Hij zal het omhulsel, waarmee de heidenen omhuld zijn, wegnemen.'! Dat betekent zo ongeveer: Aan deze vooraanstaande heidenen heeft Hij Zich reeds geopenbaard! Zij kennen Hem reeds en betonen Hem da~rom..zo eerbiedig hun genegenheid. Zij zullen reeds ten volle ervan overtuigd zijn, dat Hij, de eeuwige Almachtige, hen met één zucht voor eeuwig als los kaf kan wegblazen en daarom hebben zij de grootste hoogachting voor Hem en het lijkt mij, dat Hij hen reeds heeft overwonnen en dat de goede Joden vrij zijn! -Dat is zo mijn mening.
Hoofdstuk 208: De eerbied van de Perzen voor de heiligheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] JURAH zegt: " Ja, volgens mij heb je nu de spijker op de kop geslagen! Zo zal het wel in elkaar zitten! Maar omdat het nu heel zeker zo is komt weer de grote en belangrijke vraag: Hoe kunnen wij naar Hem toegaan, terwijl we toch zeker tot over onze oren in de zonden steken? En toch staat er geschreven: 'God mag en kan niemand benaderen die zondig is!' Wij zijn ontzettend onrein! Waar zullen wij ons nu kunnen reinigen? Waar is hij, die een rechtsgeldig offer van ons aan zou nemen dat ons voor God zou reinigen van onze zonden?!"
Hoofdstuk 208: De eerbied van de Perzen voor de heiligheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] En verderop vind je ook nog bij de profeet: 'En de Heer zal de tranen van alle aangezichten afwissen en de smaad van zijn volk in alle landen wegnemen!' Dat betekent: zeker ook bij ons in Perzië. Wij zullen zeker niet de eersten zijn bij wie Hij dat doet, maar toch zijn wij nu aan de beurt en dit schijnt het moment te zijn waarop Hij aan de Joden in andere landen heeft gedacht. Bij ons is Hij begonnen onze tranen te drogen en onze smaad weg te nemen! Aards gezien gaat het met ons bij wijze van uitzondering wel zó goed, dat wij ook in den vreemde geen reden hebben voor tranen en wij hebben geen smaad te verduren, maar er zijn daar nog duizenden broeders en zusters, die toch grote nood lijden. Zij worden door de heidenen vaak afschuwelijk gehoond en allerwegen veracht. Maar wij zijn heel goed in staat hen allen te helpen en in Zijn naam hun tranen te drogen van hun aangezichten en hun jarenlange smaad te delgen! De Heer, die nu kennelijk hier is, schijnt ons ook gered en naar deze niet zo hoge berg gebracht te hebben om ons als Zijn werktuigen te gebruiken bij degenen die in vreemde landen wonen. Dat is zo mijn opvatting van het geheel. -En nu ben jij aan het woord, mijn vriend!"
Hoofdstuk 208: De eerbied van de Perzen voor de heiligheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172  ...