Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 159 van 1112

...  147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172  ...
[7] Neem nou eens een willekeurige, menselijke betrekking, bijvoorbeeld die van een veldheer of een andere hoge, keizerlijke dienaar! Zolang iemand die waardigheid bekleedt, zal hij ook aanspraak maken op de hem verschuldigde achting en eer, en hij krijgt die ook. Na verloop van tijd kan hij echter ongeschikt voor de dienst en gepensioneerd worden en dan is hij de facto (feitelijk) niets meer en hij maakt zich ook helemaal niet meer druk over zijn vroegere, zware ambt! Maar de hogepriester behoudt zijn aanzien tot aan het graf, en na zijn dood laten de levende priesters ten behoeve hun eigen eer en aanzien een op een tempel gelijkend gedenkteken op het graf zetten en hem goddelijke eer bewijzen! Het priesterdom weet op die wijze de waardigheid lange tijd onaantastbaar hoog te houden en in alle denkbare levensomstandigheden te bewaren.
Hoofdstuk 132: Priesters en hun waardigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] EBAHL zegt: "Wel, als het dat alleen is, dan is alles weer in orde! Als Raphaël hen met zijn opmerkingen niet zo snel tot een besluit had gebracht, zouden ze zeker hier zijn gebleven! De brave knaap ziet alles vlak bij, ook al is het nog zo ver weg en dat is erg misleidend! Hij zal nooit zo snel iemand wat afraden ook al zou het iets kwaads blijken te zijn, want op die manier wil hij dan iemand door bittere ervaringen op de goede weg brengen. Dat is de reden waarom hij de twee niet heeft afgeraden om U tegemoet te gaan, maar ze zelfs nog meer heeft aangespoord en daarom zijn ze nu ergens vermoeid gaan zitten en hebben geen idee van wat ze moeten doen! Maar het is Jarah's eigen schuld, want zij kent Raphaël's manier van doen en weet hoe ze daar op moet reageren. Hij heeft haar er weer in laten lopen en dat is heel gezond, maar hij kan zich wel vast verheugen op wat hem te wachten staat! Als zij terugkomt zal hem weer behoorlijk de les worden gelezen en kan hij zich weer verbazen over Jarah's welbespraaktheid!"
Hoofdstuk 133: Het zoeken van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Zij zijn zelfs van mening, dat op een werkdag een zonde tegen het gebod van God vrijwel geen zonde is en dat men zich reeds lang voor de avond weer gezuiverd kan hebben, terwijl men op een sabbat tot aan de avond onrein blijft. Dan begint de vorst der nacht echter al te heersen, zodat het best mogelijk is dat er dan een afgezant van satan komt, iemand onrein aantreft en daardoor in staat is de onreine ziel in bezit te nemen!
Hoofdstuk 134: De reden van de verwoesting van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] De zonde doet de mens alleen maar 's nachts kwaad en ook alleen nog maar tot na het middernachtelijk uur, omdat satan gedurende die tijd op jacht mag gaan. Overdag heeft hij geen macht en dan kan men naar hartelust zondigen, dat geeft niets. Wel moet men er op bedacht zijn, zich vóór zonsondergang op de door Mozes voorgeschreven wijze te reinigen, dan "heeft men voor de overdag begane zonden 's nachts niet het geringste te vrezen.
Hoofdstuk 134: De reden van de verwoesting van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Aan God storen deze blinden zich niet in het minst, ook al zouden zij overdag nóg zoveel zonden tegen Zijn geboden begaan hebben! Alles is hun eraan gelegen, dat de satan hen niet te pakken krijgt. Omdat dat op een sabbat het gemakkelijkst kan gebeuren, daar zij dan geen bok, geen lam en geen kalf mogen slachten, ja zich zelfs geen zeven maal mogen wassen, zorgen zij er angstvallig voor gedurende de sabbat zoveel mogelijk rein te blijven zodat de duivel hen niet in zijn macht kan krijgen als de zon is ondergegaan!
Hoofdstuk 134: De reden van de verwoesting van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] IK zeg: "Zeker, maar je zult je ook heel speciaal moeten voorbereiden! Denk maar niet dat je zo gemakkelijk met deze gepantserde helden van de nacht kunt discussiëren, want zij zijn voor heel veel gevallen tot aan de tanden gewapend!" Daarop begon Mathaël zich ook geconcentreerd innerlijk voor te bereiden.
Hoofdstuk 135: Gesprek met de orthodoxe Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Ook een paar leerlingen vragen Mij hoe zij zich in dit geval moeten gedragen.
Hoofdstuk 135: Gesprek met de orthodoxe Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Na verloop van een klein half uur vernamen degenen die aan de oever van de zee op Cyrenius wachtten, van een ons passerende Jood uit de stad die Cyrenius kende, dat Cyrenius zich in de tuin van de oude krijger bevond. Op dat bericht keerden alle orthodoxe Farizeeën en de orthodoxe joden terug op hun schreden en begaven zich zo snel mogelijk in onze richting.
Hoofdstuk 135: Gesprek met de orthodoxe Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Toen MATHAËL hen naar zich toe zag komen, zei hij: "Wel, geëerde vriend Cyrenius, bereid je voor, nu breekt de storm los! Ik ben erg benieuwd wat deze kerels allemaal naar voren zullen brengen!"
Hoofdstuk 135: Gesprek met de orthodoxe Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Reeds tijdens de toespraak van Cyrenius verschoten de zwarte aanbieders van het verzoek als kameleons van kleur en hun inwendige woede was duidelijk aan hun gloeiende wolfsogen te zien. Maar nu zij de kans kregen om zich te verdedigen, konden ze van pure woede geen woord meer uitbrengen.
Hoofdstuk 135: Gesprek met de orthodoxe Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] MATHAËL zegt: "Geëerde vriend! We zullen het nog moeilijk krijgen. Want om te bewijzen wat zij gedaan zouden hebben als de omstandigheden zich daartoe hadden geleend, is een moeilijke opgave. Ook al zouden zij, wat ik niet wil ontkennen, heimelijk de slechtste bedoelingen hebben gehad, dan hebben.zij daartoe toch geen poging gedaan om die uit te voeren. Dan is er echter ook geen strafbare uitvoering van de kwade bedoeling, die zij wel, maar ook best helemaal niet zouden kunnen hebben? Wat kan een mensenhart niet allemaal voor gedachten koesteren als het van alle kanten onder druk wordt gezet?!
Hoofdstuk 136: Marcus klaagt de overste der Farizeeën aan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Gelukkig was er een verstandig en ervaren man, die enige gegoede mensen uit het volk, die hij kende, bij zich riep en hen vervolgens in alle rust en kalmte het verschijnsel op heel natuurlijke gronden verklaarde en zei dat hij het al meermalen had meegemaakt. Ter bekrachtiging van zijn verklaring bracht hij echter ook heel fijntjes onder hun aandacht, dat de priesters, als hun voorspelling waar zou zijn, zeker de moeite niet zouden nemen het volk zulke massale offers af te persen wanneer het verblijf op deze wereld volleugen en bedrog nog maar zo kort zou duren! De onverzadigbare, hebzuchtige en harteloze priesters wisten net zo goed als hij dat het hele gebeuren alleen maar kon betekenen, dat de weersomstandigheden de volgende dag mogelijkerwijs zouden veranderen. Maar zij kenden het bijgeloof van het volk en namen deze gelegenheid te baat om er zo gewetenloos mogelijk op los te zondigen!
Hoofdstuk 135: Gesprek met de orthodoxe Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Kijk, dat heeft een heel betrouwbare getuige mij vannacht meegedeeld! Wel, hoe ging het verder na dit wijze en actuele onderricht? De paar mensen, die op deze wijze met weinig woorden juist waren voorgelicht, haastten zich vervolgens naar het vertwijfelde volk en riepen opgewekt: 'Troost, troost, troost en nogmaals troost! Wees kalm en luister voor je bestwil naar ons!' Daarna legden zij alles op een begrijpelijke manier aan het volk uit. Toen het volk begreep wat er aan de hand was, ontbrandde het in toorn en woede tegen u en gaf u vervolgens een voorproefje van een oordeelsdag van Daniël. Omdat ik door deze getrouwe berichtgeving nu maar al te duidelijk inzie dat in werkelijkheid niet de moedwil van de heidenen de oorzaak ervan is, maar dat uzelf juist eraan schuldig bent dat in deze nacht de toch zo mooie en belangrijke stad in de as gelegd wordt als gevolg van de rechtvaardige woede van het volk over uw bedriegerijen, zult u hopelijk wel inzien dat ik uw zeer brutaal gestelde verzoek niet alleen niet kan inwilligen, maar dat ik u daarentegen als vice-regent hier, in het belang van mijn keizer en in het belang van het volk, streng ter verantwoording zal roepen en tot volledige schadevergoeding zal veroordelen! -Dit onder voorbehoud dat alles zich zo toegedragen heeft als ik van een maar al te geloofwaardige getuige heb vernomen! -Wat heeft u daartegen in te brengen? Spreek, als u daar iets tegen in kunt brengen!"
Hoofdstuk 135: Gesprek met de orthodoxe Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Mathaël fluisterde dit wat halfluid tegen Cyrenius, en daarop zei CYRENIUS tegen Mij, terwijl hij zich achter zijn oren krabde: "En wat is Uw mening?"
Hoofdstuk 136: Marcus klaagt de overste der Farizeeën aan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[21] Dan zegt de OVERSTE tenslotte: "Heer, de belastering is te groot! In zo'n geval kan men niet zo snel zijn kalmte herwinnen en weerwoord geven, maar daarbij moet men zich helemaal beheersen en bedenken hoe zo'n laster mogelijk is, en zinnen op de krachtigste middelen om deze neer te slaan en tot niets te reduceren. Wie kan bewijzen dat wij het volk dwongen te offeren?! Wij droegen slechts uit wat wij zelf ondervonden en vreesden! Wie kan bewijzen dat wij anders handelden dan wij volgens de profetie moesten aannemen?! Waren de tekenen er niet naar?! Of toont de geschiedenis ons niet voorbeelden in overvloed, waar Gods geduld ophield en plotseling een verschrikkelijk gericht over de mensen kwam?! Maar wij hebben ook genoeg voorbeelden, dat God, ondanks een zeker en onherroepelijk aangekondigd strafgericht, weer zijn grote genade en erbarming schonk aan de berouwvollen, als het volk terugkeerde tot ware boete en berouw.
Hoofdstuk 135: Gesprek met de orthodoxe Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172  ...