Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 159 van 728

...  147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172  ...
[4] God als God kan onmogelijk tegen Zijn orde zondigen! Als Hij echter de menselijke natuur heeft aangenomen, is Zijn lichaam dan wel of niet tot zondigen in staat? Moet ook Hij tegen alle aanvechtingen van het lichaam strijden? Als Hij die heeft, wie Iaat ze dan over Hem komen? Is er nog een hogere en oudere God die deze jonge, die zich nu pas ontwikkelt, met allerlei moeilijke beproevingen versterkt en in de geest wedergeboren Iaat worden? Als deze jonge God nu als een mens zou zondigen, zou Hij dan ook net als de mens verworpen kunnen worden?
Hoofdstuk 175: Simons gedachte over de Heer als mens van het mannelijk geslacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Een mens kan immers zoveel denken; ja, hij heeft zelfs eigenlijk niet eens een greep op die gedachten! Een gedachte wordt ergens vandaan in mijn hart geblazen en blijft dan vaak enige tijd hangen; tenslotte vervaagt hij en dan herinner ik me hem vrijwel nooit meer. En zo kan deze geringe gedachte van twijfel ook wel ergens vandaan mijn hart binnengevlogen zijn, en ik heb hem gedacht maar ook meteen weer verworpen, omdat ik immers duizenden overtuigende bewijzen daartegen in hoofd en hart draag. Bovendien vond ik het wat ongepast deze gedachte hardop uit te spreken. Als U, o Heer, daar echter beslist op staat, dan wil ik hem ook wel graag uitspreken. -Beste, trouwe vrienden van de Heer, neem echter van mij aan dat ik hem nu al helemaal verworpen heb!
Hoofdstuk 174: Simons mening over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Die gedachte is echter de volgende: Omdat ik nu al sinds mijn aanwezigheid hier steeds het buitengewoon lieflijke en zeer vrouwelijke meisje aan de zijde van de Heer zie, kwam werkelijk helemaal vanzelf de belachelijke gedachte bij mij op, of de Heer soms ook op een vrouw verliefd zou kunnen zijn, tenminste zo lang Hij op deze aarde ook in een fysiek lichaam rondwandelt! Maar wat zou je in dat geval dan moeten denken van Zijn volkomen zuivere geestelijke bestaan? God kan weliswaar al Zijn schepselen heel zuiver liefhebben, maar of Hij heel speciaal een zeer aantrekkelijk, mooi meisje nu op aarde ook seksueel kan liefhebben, -die vraag was voor mijn verstand wat moeilijk met ja of nee te beantwoorden, hoewel ik mij in mijn hart toeriep: 'Bij U kan iedere liefde alleen maar in de hoogste graad zuiver zijn, ook een, die wij als mensen onder elkaar volkomen onzuiver zouden noemen! ,
Hoofdstuk 174: Simons mening over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Wat heb je dan liever: Dat men je alleen al liefheeft omdat je een mens bent, of dat men je alleen maar liefheeft omdat je een wijs mens bent en erg vaardig in allerlei kunsten? De eerste liefde gaat uit van het leven en heeft betrekking op het leven; de tweede gaat echter alleen maar uit van het gevoel voor kunst en heeft slechts betrekking op de kunst en de wetenschap van degene die deze bezit. Zeg eens, welke liefde zou je hoger waarderen?"
Hoofdstuk 175: Simons gedachte over de Heer als mens van het mannelijk geslacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Zouden de oude Egyptenaren soms gelijk kunnen hebben met hun genealogie van de hoofdgoden? Uranus verwekte met Gaea een Kronos (Saturnus, Tijd), die zijn werken steeds weer vernielt. Zeus, als de wil van Kronos, wordt gered door de liefde, groeit in het verborgene op en wordt oppermachtig. De macht van Zeus brengt Uranus en Kronos voor eeuwig tot rust, heerst alleen en schept de mensen op de aarde, waarvoor hij echter door de voorbeschikking van het ontzettende, onnaspeurlijke Fatum*), (*(nood)lot) als oudste oergodheid, ook geplaagd wordt met veel menselijke zwakheden. Het Fatum schijnt de onbekende grote god te zijn; maar nu, in zekere zin moe van het regeren, heeft hij onzichtbaar en zonder dat iemand dit weet een goddelijke vonk in een zuiver meisje gelegd en in een verjongde versie heeft hij nu in deze ene zoon voor een regeringsopvolger gezorgd en die staat nu voor ons en doet zijn eerste pogingen om als god te regeren!
Hoofdstuk 175: Simons gedachte over de Heer als mens van het mannelijk geslacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] SIMON zegt: "Duidelijk de eerste! Want wie mij al als mens liefheeft, zal mij dan ook als wijze en als kunstenaar des te meer liefhebben; wie mij echter lief zal hebben in de veronderstelling dat ik een wijze en een kunstenaar ben, zal al gauw de liefde de rug toekeren als hij mocht ontdekken dat ik geen wijze en ook geen kunstenaar ben! Daarom is de zuivere liefde van dit meisje voor U, o Heer, werkelijk een voorbeeldige liefde en overtreft die van ons allen in hoge mate!
Hoofdstuk 175: Simons gedachte over de Heer als mens van het mannelijk geslacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Weliswaar heeft een meisje een man als zodanig gemakkelijker en natuurlijker lief dan een man een andere man; als echter een man met zijn verstand en hart de waarde van een mens, een broeder, dieper beschouwt, zal hij, als hij zijn eigen waarde voelt en beseft, ook de naaste waarderen en liefhebben, zonder rekening te houden met zijn eigenschappen. En als hij daarna zelfs verborgen, zeer te waarderen eigenschappen bij hem ontdekt, zal zijn liefde voor hem beslist des te sterker worden! - O Heer! Ieder van Uw woorden en lessen is groot en verheven en in alle eeuwigheden der eeuwigheden waarheid!"
Hoofdstuk 175: Simons gedachte over de Heer als mens van het mannelijk geslacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Maar hier wordt niet alleen het binnenste van de tempel voor alle mensen geheel toegankelijk gemaakt, maar God, de eeuwig ontoegankelijke, openbaart Zich Zelf in eigen persoon geheel zoals Hij was, is en eeuwig zijn zal, aan de mensen. Dat maakt het anderzijds echter ook noodzakelijk om God niet slechts ten dele, maar met lichaam, ziel en geest geheel in zich op te nemen, door enkel en alleen Hem lief te hebben. Deze toenadering van de Schepper tot het schepsel en omgekeerd, moet immers uiteindelijk onvermijdelijk een volledige vereenzelviging van het scheppende Oerwezen met het later geschapen wezen ten gevolge hebben.
Hoofdstuk 176: De eenwording van de mens met God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Als wij willen wat de Heer wil, is ons willen volkomen vrij, omdat de wil van de Heer ook volkomen vrij is; willen wij dat echter niet, of maar ten dele, dan zijn wij miserabele slaven van onze eigen oneindige blindheid. Alleen in God kunnen wij volkomen vrij worden; buiten God bestaat er niets dan alleen maar gericht en dood!
Hoofdstuk 176: De eenwording van de mens met God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Dat wisten jullie weliswaar niet en dat konden jullie ook niet weten; maar jullie konden wel reeds weten, dat een van ons niet door de Heer in deze zichtbare vorm ontboden wordt om tot jullie ergernis als veelvraat of grappenmaker of sneltovenaar op te treden, maar om in vele opzichten nuttig voor jullie te zijn, en om jullie een tastbaar bewijs te geven van de aanwezigheid en de macht van de engelen Gods! Als jullie dat echter beseffen, hoe kunnen jullie dan spitse opmerkingen maken over mijn eten?"
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] RAPHAËL zegt: "Die dank komt alleen de Heer toe, die zowel jullie als onze Vader is van eeuwigheid! Gebruik deze les echter ook bij alle andere ervaringen en verschijnselen die je in je leven meemaakt, dan zullen jullie ons engelen binnen korte tijd als waardige broeders terzijde staan! Niets moeten jullie bekritiseren of daarom lachen, uitgezonderd leugen en bedrog! Want de leugenaar moet altijd aan de kaak gesteld worden en de bedrieger moet aan de schandpaal om de vrucht te proeven van leugen en bedrog!
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] En kijk, dat alles is bij jou niet het geval; integendeel, je hebt juist zelf al menige glorieuze overwinning over je lichaam behaald! Ook ben je in alle dingen matig geweest en nuchter in je verlangens. Wat min of meer slecht aan je was, was je ongeloof aan de Schrift, die je vroeger niet kon begrijpen; maar je ongeloof was redelijk, terwijl het ongeloof van Gabi echt, zoals dat typerend is voor Farizeeërs, onredelijk was. Jij verwierp daarom de Schrift echter niet; je zocht alleen licht en opheldering, en daarom bestudeerde je ook alle Egyptische en Griekse wereldse wijzen. Maar het werd je er toch niet duidelijker op; uiterlijk bleef je weliswaar een Farizeeër, maar innerlijk was je toch een altijd ijverig navorser van de waarheid. En omdat Ik daarvan overtuigd was, heb Ik je dan nu ook geroepen en voor jou, en daarmee ook voor alle anderen, de poorten geopend naar de stralendste waarheid.
Hoofdstuk 177: Over doel en wezen van de zinnelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Denk je soms dat je mijn werkelijke oerlichtgedaante zou kunnen verdragen als ik mij als zodanig aan je zou willen laten zien?! Weet dan dat de gloed van het licht van mijn oerwezen krachtig genoeg is om een ontelbaar aantal centrale oerzonnen te vernietigen, laat staan jou en deze hele aarde! Om echter te voorkomen dat dat door mijn aanwezigheid zou gebeuren, moet ik volgens de almachtige wil van de Heer dit schijnlichaam vormen, om mijn eigenlijke wezen zodanig te omhullen dat iedere verstoring van de orde binnen het gericht van de materie vermeden wordt. Maar de materie moet eerst door mijn innerlijke levensvuur geprepareerd worden om als beschermend omhulsel te kunnen dienen! En daarom ben ik genoodzaakt meer voedsel uit de materie tot mij te nemen dan iemand van jullie.
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[17] Als het bij de mens in zijn hart duister is, is meteen de gehele mens duister; als het daar echter licht en helder is, is de gehele mens licht, en het kan bij hem nooit meer duister worden! Neem wat je hoort daarom meteen in je hart op, dan zal het ook weldra licht in je worden!
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] Ik zeg jullie, van alles wat je op deze wereld slechts in je geheugen hebt opgenomen, zal in het hiernamaals geen jota overblijven; alle dorre, wereldse geleerden verschijnen dan ook in het hiernamaals als doven, blinden en stommen; zij weten helemaal niets en kunnen zich niets herinneren. Niet zelden komen zij daar zonder enig begrip aan, zoals een kind op deze wereld uit het moederlichaam komt. Zij moeten daar alles vanaf de eerste beginselen opnieuw gaan leren en ondervinden, omdat zij anders in eeuwigheid doof, blind en stom zouden blijven en alleen maar een vaag gevoel van het bestaan zouden hebben, zonder echter te voelen dat zij het zijn, die reeds op aarde bestonden. Dat moet hun allereerst bij stukjes en beetjes op zinvolle wijze bijgebracht worden.
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172  ...