2758 resultaten - Pagina 160 van 184
... 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 ...
[4] Wat betekent echter de hemelvaart van de Zoon, opdat daardoor de wachtenden en de getuigen de belofte van de Vader zullen ontvangen? - U weet wat men onder 'Zoon' moet verstaan, namelijk de wijsheid van de Vader. De zoon komt dus in elk mens overeen met dat, wat in ieder mens tot de wijsheid behoort. Tot de wijsheid behoren het verstand, de rede, allerlei soort wetenschap en kennis.Hoofdstuk 30: 'En Ik zend de belofte van mijn Vader op u; u echter, blijft in de stad totdat u wordt bekleed met kracht uit de hoogte' (Luk.24:49) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[5] Wat tot de wijsheid behoort moet echter tegelijkertijd ook in elk mens die verdeemoediging doormaken, als het ware een kruisiging, en moet dan als gedood in een nieuw graf in het hart worden gelegd, daaruit dan weer opstaan en dan, terwijl hij zich geheel aan de Vader geeft en opoffert, omhoog stijgen om één te worden met de Vader.
Hoofdstuk 30: 'En Ik zend de belofte van mijn Vader op u; u echter, blijft in de stad totdat u wordt bekleed met kracht uit de hoogte' (Luk.24:49) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[6] Daar deze woorden niet slechts door de mens Jezus, maar ook door de Zoon van God of de eeuwige wijsheid van de Vader zijn gesproken, verbergt er zich zeker nog een veel diepere en hoogst goddelijk geestelijk hemelse betekenis achter, die u echter even zomin in zijn volle diepte zult kunnen begrijpen als zoveel andere beweegredenen voor daden van de Godmens.
Hoofdstuk 32: 'Toen Jezus nu zijn moeder zag, en de discipel die Hij liefhad daarbij zag staan, zei Hij tot zijn moeder: Vrouw, zie, uw zoon. Daarna zei Hij tot de discipel: Zie, uw moeder. En van dat uur af nam de discipel haar in zijn ' huis'(Joh.19:26-27) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[7] Ik kan u daarom alleen aanduidingen daarover geven uit het gebied van de wijsheid. Maar vors daarin niet te veel; want u weet dat de dingen van de wijsheid nooit zo gemakkelijk te begrijpen zijn als de dingen die uit de zuivere liefde voortkomen, zoals de natuur u al laat zien.
Hoofdstuk 32: 'Toen Jezus nu zijn moeder zag, en de discipel die Hij liefhad daarbij zag staan, zei Hij tot zijn moeder: Vrouw, zie, uw zoon. Daarna zei Hij tot de discipel: Zie, uw moeder. En van dat uur af nam de discipel haar in zijn ' huis'(Joh.19:26-27) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[10] Daarom geldt ook de vroegere wenk dat u niet teveel moet speculeren over de zaken der wijsheid, want dan zult u nog minder resultaat boeken dan bij het beschouwen van de beelden in de vrije lichtstralen.
Hoofdstuk 32: 'Toen Jezus nu zijn moeder zag, en de discipel die Hij liefhad daarbij zag staan, zei Hij tot zijn moeder: Vrouw, zie, uw zoon. Daarna zei Hij tot de discipel: Zie, uw moeder. En van dat uur af nam de discipel haar in zijn ' huis'(Joh.19:26-27) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[15] Dieper gesproken: 'Gij, goddelijke wijsheid, neig u naar uw eeuwige oergrond en Gij, eeuwige oergrond, zie uw stralende Zoon en neem Hem op om er één mee te worden'.
Hoofdstuk 32: 'Toen Jezus nu zijn moeder zag, en de discipel die Hij liefhad daarbij zag staan, zei Hij tot zijn moeder: Vrouw, zie, uw zoon. Daarna zei Hij tot de discipel: Zie, uw moeder. En van dat uur af nam de discipel haar in zijn ' huis'(Joh.19:26-27) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[10] Hoe komt het dan dat hier staat: 'Wie in Mij gelooft, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien!'? Het levende water betekent immers ook de levende wijsheid uit de hemelen, die toch ook als een zeker criterium voor de goddelijkheid van Mijn woorden moet gelden.
Hoofdstuk 34: 'Wie in Mij gelooft, zoals de schrift zegt: stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien' (Joh 7:38) 135 - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[23] Als Ik echter hier zeg: 'Wie in Mij gelooft, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien!', dan zeg Ik zoveel als: 'Wie een levend, dus met liefde gepaard geloof heeft, die zal in de wijsheid van de hemel binnengevoerd worden'; en als u maar enigszins kunt denken, dan zult u gemakkelijk inzien, dat daarmee alleen de hemel van de laagste graad is beloofd.
Hoofdstuk 34: 'Wie in Mij gelooft, zoals de schrift zegt: stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien' (Joh 7:38) 135 - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[26] Uit deze eigen ervaring kunt u toch genoegzaam afleiden, dat Ik als de eeuwige waarheid en wijsheid Zelf in deze tekst onmogelijk alleen maar het geloof op zich heb kunnen bedoelen, maar slechts het aan al Mijn leerlingen welbekende geloof, dat met de liefde tot God en de naasten gepaard gaat.
Hoofdstuk 34: 'Wie in Mij gelooft, zoals de schrift zegt: stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien' (Joh 7:38) 135 - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[7] 'De Heer rolt het boek op' betekent dat Hij ook voor de toekomende wereld de geestelijke betekenis van het Woord wegsluit. 'Dan geeft Hij het opgerolde boek aan de dienaar van de synagoge' wil zoveel zeggen als: Hij geeft de verborgen wijsheid aan diegene, die in zijn tempel, die voor de toekomst het menselijk hart is, werkt.
Hoofdstuk 36: 'En nadat Hij het boek had opgerold en aan de dienaar teruggegeven, ging Hij zitten, en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem gericht' (Luk. 4 : 20) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[16] De wijze gever zal Ik met wijsheid belonen; maar voor de gever uit vrije liefde word Ik Zelf tot loon! Eenieder echter, die niet uit de vrije liefde zal handelen, zal het aangezicht van de Heer niet eerder aanschouwen, dan wanneer hij uit vrije liefde werkzaam wordt.
Hoofdstuk 37: 'Maar Ik ken u, dat u de liefde van God niet in uzelf hebt' (Joh.5:42) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[6] Nu richten wij onze ogen weer op de wandelaar. Langzaam en met behoedzame stappen gaat hij weer voorwaarts, bij iedere tred proberend of de grond wel sterk genoeg is om hem te dragen. Want de grond wordt nu hier en daar drassig en moerasachtig, wat betekent dat al zijn onjuiste en ongefundeerde opvattingen in een ondoorgrondelijke zee van geheimen zullen uitmonden. Daarom stoten zij nu reeds op verschillende kleine, mysterieuze poelen in de steeds toenemende duisternis. Een toestand die reeds op de aarde bij veel mensen is waar te nemen, zodra iemand met meer wijsheid met hen begint te spreken over het leven van de geest en de ziel na de dood. Direct proberen zij zich hieraan te onttrekken door op te merken, dat zo'n gesprek verward, treurig en ontstemd zou maken, en dat de mens, als hij veel over deze dingen zou nadenken, er gek van zou worden.
Hoofdstuk 10: Bisschop Martinus op dwaalwegen - Wenken van de Heer over geestelijke toestanden en de beelden die daarmee overeenkomen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] O, hoe heerlijk zou dat zijn op zo'n God je boosheid te koelen, als Hij zou bestaan! Maar helaas, er is geen God en er kan er nooit één geweest zijn! Want was er ergens een hoger goddelijk wezen, dan moest dit toch vanzelfsprekend wijzer zijn dan wij, zijn schepselen; maar hier is van wijsheid nergens ook maar het geringste spoor te ontdekken!
Hoofdstuk 11: De benauwde toestand van onze wandelaar; zijn verdere monoloog en zijn ergernis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] Laat zo'n onwijze God maar eens voor de dag komen! Laat Hij mij te woord staan als Hij bestaat, opdat Hij van mij wijsheid kan leren! Maar ik zou Hem eeuwenlang uit kunnen dagen, te voorschijn komen zal Hij niet! Waarom? Omdat Hij niet bestaat!'
Hoofdstuk 11: De benauwde toestand van onze wandelaar; zijn verdere monoloog en zijn ergernis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Daarop spreek IK als de vriendelijke schipper: 'Het mag dan wel echt vervelend zijn om langdurig alleen te wezen; maar zo'n langdurig alleen zijn heeft toch ook heel veel goeds in zich. Men heeft dan tijd over allerlei dwaasheden na te denken, ze te verafschuwen, er geheel van af te zien en uit zich te bannen. En kijk, dat is meer waard dan het grootste en mooiste gezelschap, waarin altijd meer domheid en slechtheid voorkomt, dan wijsheid en goedheid!
Hoofdstuk 13: De woorden van de goddelijke schipper over de zegen van de eenzaamheid - Een biechtspiegel ter bevordering van de zelfkennis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus