Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 161 van 1166

...  149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174  ...
[5] Toen Ik, de hoofdman en de leerlingen al aan tafel zaten, kwamen ook zo'n tweehonderd zieken de eetzaal in en vroegen Mij of zij de zoom van Mijn overkleed mochten aanraken. En Ik stond hen toe, om dat te doen terwijl Ik met Mijn leerlingen en de anderen het morgenmaal gebruikte. Weldra drong toen alles wat ziek was zich in Mijn richting en raakte de buitenzijde van Mijn opperkleed aan; en allen, die dat deden werden gezond. (Matth. 14:36)
Hoofdstuk 122: De test van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Maar de buitengewoon jaloerse FARIZEEËN en schriftgeleerden verscholen zich achter enige zieken en zeiden heimelijk tegen hen: "Raak het opperkleed van deze Nazareeër, die wij nu wel kennen, niet aan, dan zul je tóch gezond worden!" -En degenen, die zich zo door de Farizeeën lieten bepraten en Mijn opperkleed niet aanraakten, bleven ziek.
Hoofdstuk 122: De test van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Toen zij dat echter merkten, kwamen ze bij Mij terug en smeekten Mij of zij Mijn opperkleed mochten aanraken. Maar IK verbood het hen en zei: "Zijn jullie voor Mij of zijn jullie voor die Farizeeën hierheen gekomen, die jullie afgeraden hebben Mijn opperkleed aan te raken? Die je geloofd hebt, die moet je ook helpen, ga daar maar heen!"
Hoofdstuk 122: De test van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Ik geef de overste geen antwoord op zijn vraag, alleen de HOOFDMAN , die bij Mij - dat wil zeggen aan Mijn rechterhand - aan tafel zat, zegt met een donderende stem: "Ja, Deze is het, wiens aangezicht jullie ellendigen niet waard zijn om te zien! Waarom hebben jullie deze arme mensen afgeraden om Zijn kleed aan te raken, zodat zij ook net als hun metgezellen gezond zouden zijn geworden? Ellendige honden, weten jullie op de wereld werkelijk niets anders te verzinnen, dan mensen ongelukkig te maken als er zich maar ergens een gelegenheid voordoet?!"
Hoofdstuk 122: De test van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] IK zeg: "Kom dan maar en raak Mijn kleed aan!"
Hoofdstuk 122: De test van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] Toen kwamen de nog zieken, raakten de zoom van Mijn opperkleed aan en werden allen opeens volkomen gezond.
Hoofdstuk 122: De test van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zeg: "Het zijn Mijn leerlingen!"
Hoofdstuk 123: De geestelijk doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] De HOOFDMAN zegt daarop: "Dat heet bij ons Romeinen: Ars longa, vita brevis! ('De kunst duurt lang, het leven kort!'), ofwel, men wil om bepaalde redenen de zaak op de zogenaamde lange baan schuiven, om niets te hoeven doen. Dat zeg ik jullie openlijk waar het volk bij is, want voor een Meester, zoals Jezus van Nazareth er een is, zou jullie beste getuigenis nog veel te armzalig en slecht zijn! Als jullie het zouden wagen in de tempel ook maar het een of andere onjuiste bericht over Jezus aan jullie huichelachtige collega's over te brengen, dan zal ik op datzelfde ogenblik een bericht naar de keizer in Rome laten gaan en hem daarin haarfijn, voorzien van honderd getuigenissen, uit de doeken doen hoe jullie en jullie collega's op jullie bevel de beruchte belastingroof hebben uitgevoerd! Geen jaar later zal jullie hellenest zo verwoest zijn, dat men dan vrijwel niet meer kan zien waar het eens gestaan heeft! Denk daar wel aan! Want wat een Romein zegt, dat houdt hij, ook al zouden daardoor hemel en aarde te gronde gaan 'Fiat iustitia, pereat mundus!' (Het recht geschiede al zou de wereld te gronde gaan!) -Hebben jullie mij begrepen?"
Hoofdstuk 123: De geestelijk doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De HOOFDMAN zegt: "Ja, dat doet Hij wel, en er zal Hem niets kwalijks overkomen! Onthoud dat, ellendige geldwolven! Hier heb ik het voor het zeggen, maar één verdachte beweging van jullie en ik laat je in stukken hakken en in zee werpen als voer voor de draken, zo waar ik Julius heet! Moet je die booswichten zien! De geschiedenis wijst uit dat de tempelpriesters al meer dan driehonderd jaar geen mens iets goeds hebben gedaan. En als er zo nu en dan een hoogstaande ziel onder hen was, dan deden ze daarmee wat zij naar mijn weten voor nauwelijks dertig jaar met de vrome rechtschapen Zacharias deden. Als er onder hun geloofsgenoten iemand vol waarheid, eerlijkheid en kracht van God opstaat en de arme mensen met alle soorten weldaden overlaadt, dan zijn deze booswichten er ook meteen bij om hem te vernietigen! Oh, aan jullie miserabele praktijken moet snel een eind gemaakt worden!
Hoofdstuk 124: Julius trekt fel van leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Kijk, deze waarachtige man van God kwam hier in deze streek, die vanwege haar ongezonde ligging alom bekend is. Er waren hier in de gehele streek een paar duizend zieken -inheemsen en vreemden -, zelfs mijn soldaten waren voor meer dan de helft door hinderlijke en kwade koortsen geveld, menigeen al meer dan een jaar. Toen kwam deze zuivere Godmens hierheen en genas allen die om hulp vroegen. Moest men voor zo'n man niet met recht een altaar bouwen, aan hem als aan een God offeren en hem op alle denkbare manieren eren en zalven? Maar wat voor goeds hebben jullie hem bewezen toen jullie hierheen kwamen? De kelder en voorraadkamer van Ebahl zullen weldra honderd groschen minder waard zijn!
Hoofdstuk 124: Julius trekt fel van leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] IK antwoordde de leerlingen met luide stem: " Alle planten, die Mijn hemelse vader niet heeft geplant, worden uitgeroeid. (Matth. 15:13) Laat hen gaan! Het zijn blinde leiders van blinden. Maar als een blinde een blinde leidt, vallen beiden zeker in een greppel! (Matth. 15:14) ZIJ kunnen zich ergeren zoveel ze maar willen, want hun vader is een andere dan de onze. Onze vader is boven -en de hunne beneden!"
Hoofdstuk 125: De drie documenten.(28.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Toen de hoofdman zag, dat zijn toespraak een ontzettende indruk op hen had gemaakt, zei hij verder: "Vóór ik jullie laat vertrekken, zullen wij nog veel met elkaar te bespreken hebben en eerst zullen jullie nog in het bijzijn van het volk een paar contracten en een getuigenis met jullie handschrift moeten ondertekenen. Maar zowel de contracten als het getuigenis zijn zaken van leven en dood! Goed begrepen! Want als ik door mijn scherp oplettende spionnen te weten zou komen dat jullie ook maar één punt van de contracten niet zouden houden, dan zijn jullie dezelfde dag nog dood, ook al zouden jullie je achter duizend tempels verbergen!"
Hoofdstuk 125: De drie documenten.(28.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Toen deze controleurs en onderzoekers al in geen velden of wegen meer te bekennen waren, zei de HOOFDMAN: "Heer, die zullen hopelijk zwijgen, want deze drie koorden zouden wel eens sterk genoeg kunnen zijn! Overigens is het de volle waarheid dat ik binnen hoogstens acht dagen hoor wat één van hen ook nog zo heimelijk ergens gezegd heeft, bovendien is hun geloof nog sterker dan mijn ver verspreide boodschappers en hun grote angst is hun tuchtmeester. Ik sta er dan ook voor in, dat geen van hen ook maar een woord van alles wat hij hier heeft beleefd tegen iemand zal zeggen!"
Hoofdstuk 126: De Heer waarschuwt voor de wraak der Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De HOOFDMAN zegt: "Heer, ik dank U met mijn hele hart voor deze waarschuwing! Maar omdat ik dat nu weet zal het iedere vreemde in het vervolg heel vreemd te moede worden, vooral echter als hij uit Jeruzalem hierheen komt! Waarlijk, gloeiende kolen zullen op zijn hoofd worden gestapeld! Als we er één een keer pakken, dan zal het een tweede voor altijd de lust benemen om boodschapper van de duivel te zijn!"
Hoofdstuk 126: De Heer waarschuwt voor de wraak der Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Dan zegt de OVERSTE met trillende stem: "Heer hoofdman! Waar haalt u het bewijs vandaan dat wij slechts gekomen zouden zijn om deze mens te vernietigen? Wij zijn wel gekomen om een onderzoek naar hem in te stellen en te testen, wat men ons toch onmogelijk kwalijk kan nemen, maar van vernietigen kan toch bij God geen sprake zijn! U kunt nu makkelijk praten, want u heeft al voldoende gelegenheid gehad om hem door zijn daden en spreken te leren kennen; maar wij hebben behalve de huidige wonderbare genezing nog maar weinig gehoord en gezien, uw zeker niet zo menselijke bedreigingen niet meegerekend. Het zou ons dan ook, daar wij in zekere zin nog totaal vreemd in deze zaak zijn, geoorloofd moeten zijn deze wonderdoener wat langer mee te maken!
Hoofdstuk 124: Julius trekt fel van leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174  ...