Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 161 van 1088

...  149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174  ...
[26] STAHAR zegt: "Goed dan, als je dat beseft, vraag dan niet naar de reden van die dingen en verschijnselen die Gods wijsheid al van eeuwigheid heeft geregeld! Wij mensen begrijpen oneindig veel niet, ja, wij begrijpen eigenlijk helemaal niets. Want al ons verstand is vergeleken met de goddelijke wijsheid nauwelijks een zonnestofje, en kan de mens dan rekenschap van God vragen waarom Hij dit of dat beschikt en bepaald heeft?! Wij zijn nog lang niet bij de eerste aanzet tot de ALPHA gekomen en vragen reeds naar de essentie van de OMEGA! O, hoe blind en dom moeten wij nog zijn!
Hoofdstuk 216: Strijd van de Farizeeën over de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Maar nu weer terug naar onze Murel! Die zal ons weliswaar nog wel enige muggen om de oren laten zoemen, maar zijn geest zal daarna door eigen persoonlijke ontwikkeling reusachtig sterk worden."
Hoofdstuk 217: Wie zwijgt en luistert, verzamelt voortdurend. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] Vind je niet dat dat voor de almacht van de goddelijke geest veel verstandiger en waardiger zou zijn dan de bekende langzaamaan weg, waardoor niet zelden een hongerig kind een paar weken lang naar een boom moet kijken voordat aan diens takken de vruchten rijp worden?! Wat zou een om het welzijn van hun kinderen bezorgd ouderpaar zich verheugen, als die kinderen reeds vol wijsheid als een Samuël op de wereld zouden komen?1 Maar ze moeten onder veel pijn worden geboren en dan duurt het minstens twaalf jaar aleer een kind het zover heeft gebracht dat het geschikt is voor een hoger soort onderwijs en dan kan het tot de volwassen leeftijd alle ijver aanwenden om de nodige ondergrond te krijgen in een bepaalde kunst of wetenschap. Vind je dat wel passend voor de hoogste wijsheid van de goddelijke geest?!
Hoofdstuk 216: Strijd van de Farizeeën over de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[22] De tegenstander, die MUREL heette, zei: "Ja, ja, vriend Stahar, je hebt gelijk en ik zie het onbelangrijke van mijn eerdere bewering heel goed in! Maar desalniettemin houdt iets van wat ik heb beweerd mij toch nog bezig en dat heeft betrekking op de traagheid van God, die mij in veel dingen heel goed toeschijnt, maar in veel dingen weer helemaal niet! Ja, in veel zaken zou de traagheid zelfs nog wel meer mogen overheersen, zoals bijvoorbeeld in de dodelijke bliksem en in de te korte dag tijdens de winter; ook de volle maan zou zijn volle schijnsel best langer dan nauwelijks een paar dagen mogen behouden! Als de bliksem niet zo'n verschrikkelijke snelheid zou hebben dan zou men deze kunnen ontwijken en dan zou hij minder schade aanrichten; ook de stormwind zou wel minder hard kunnen waaien, waardoor veel schade vermeden zou kunnen worden! Men vindt in de schepping meestal dáár een enorme activiteit van de heersende macht van God, waar zij de levende natuur schaadt en dáár waar naar mijn mening een lange, vaak té lange duur , zeker geen nut heeft, is van voortgang haast geen sprake.
Hoofdstuk 216: Strijd van de Farizeeën over de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Maar God boven alles liefhebben betekent, Zijn geboden houden en niet buiten de orde van God willen leven. Als dit bij jou het geval is, spreek dan en Ik zal naar je luisteren en je antwoorden!"
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Onderweg ontmoette ik iemand die zich bij mijn karavaan aansloot en die in Perzië en zelfs bij de mensen van het oude geloof geweest was (Birmanen). Over hen vertelde hij mij wondere zaken. Na drie dagen werden wij het er samen over eens om via Perzië naar de beroemde mensen van het oude geloof te reizen. Onze reis daarheen, die vele gevaren en ongemakken met zich meebracht, duurde vijf volle weken. Wij vonden aldaar een ontzettend streng levend, boetedoend volk, dat echter overigens zeer gastvrij was en ons werkelijk met alle liefde opnam. Met de taal ging het mij weliswaar slecht, maar mijn gids was deze machtig. Hij vertaalde alles voor mij en maakte zodoende overleg mogelijk tussen mij en de beroemde mensen van het oude geloof, die di rekte afstammelingen moeten zijn van Noach. In korte tijd had ik mijzelf zoveel van hun taal eigen gemaakt dat ik met de goede mensen kon spreken. Ik vroeg natuurlijk vooral inlichtingen verband houdend met hun overtuiging over een leven in het hiernamaals.
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[23] Na een kommervol jaar verliet ik ook de mensen van het oude geloof en trok met een Perzische karavaan naar huis, dat wil zeggen naar Jeruzalem, en daar werd ik in de tempel weldra leviet en vervolgens Farizeeër (Varizaer= beschermer, herder) en niet lang daarna kwam ik hierheen, waar ik nu al elf volle jaren dienst doe als Joods priester .
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[28] Zij houden hun arme medemensen dom door allerlei beloften over het hiernamaals, opdat zij zelf hier des te vrijer een goed leven kunnen leiden. Ik ken deze zaken en weet wat ik van een toekomstig leven aan gene zijde moet denken en wat ik ervan kan verwachten. Daarom ben ik ook niet bang -niet voor een almachtige God en nog minder voor een grote wereldheerser, al is hij nog zo machtig.
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] MUREL gaat nu, om de lange tafel heenlopend, naar Philopold en zegt: "De meester heeft mij naar jou verwezen om van jou in de zaak die mij zo zeer bezig houdt een eerste, waar vonkje licht te ontvangen. Zeg mij daarom iets goeds en waars!"
Hoofdstuk 219: Waar men de waarheid moet zoeken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan vraagt Murel aan Philopold om hem daarover de nodige uitleg te geven. Waarop PHILOPOLD zegt: "Vriend en beste broeder! Je hebt veel ondervonden en bent zelfs naar de Indiërs gegaan en naar de landen die nog heel ver achter de Ganges liggen, tot aan de bergen die nog geen sterveling heeft betreden, en voordien ben je zo ver in Egypte doorgedrongen tot waar de Nijl over rotsen bruist en dondert. De oude rotstempel van Jabusimbil bleef je niet onbekend en de Memnon-zuilen hoorde je op een morgen weergalmen. Je bestudeerde het oude spijkerschrift, en het nog oudere hiëroglyphenschrift trachtte jij te ontcijferen.
Hoofdstuk 220: Het verval van de Egyptische en de Indische wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Kijk naar boven, alle ontelbare sterren zijn werelden, heel veel groter en mooier dan deze aarde en op ieder van die werelden vind je mensen, die uiterlijk helemaal op ons lijken, en overal tref je veel wijsheid bij hen aan en ook liefde ontbreekt hen niet volledig. Zij komen echter, zo ongeveer als de aardse dieren, reeds volmaakt ter wereld en behoeven niet van het begin af aan alles te Ieren wat ze moeten en willen weten. De taal is bijna overal gelijk en hun kennis heeft heel bepaalde grenzen, maar overal gaat de kennis tot aan de hoogste goddelijke geest, welke kennis echter toch meer een vermoeden is dan een weten.
Hoofdstuk 221: Onze aarde de school voor de kinderen Gods. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Kort en goed, op al de talloze hemellichamen tref je mensen aan die vrijwel gelijk zijn aan de meer ontwikkelde heidenen van deze aarde, alleen met dit verschil, dat de mensen op de hemellichamen eigenlijk niets nieuws bedenken. Wat er is, is er zo volmaakt mogelijk, terwijl de heidenen op onze aarde toch altijd iets nieuws kunnen uitvinden, zodat voor hen daardoor de weg naar een eindeloze, steeds verdergaande vervolmaking met en nergens is versperd.
Hoofdstuk 221: Onze aarde de school voor de kinderen Gods. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Kijk, vriend Murel, wat ik je nu zo algemeen en zo kort mogelijk heb verteld, dat wordt precies zo aan een mens op een sterrewereld uitgelegd en als hij het dan volkomen ernstig wenst, verliest hij in een oogwenk het fijnstoffelijke lichaam en wordt onbewust, maar even snel, naar deze aarde gebracht om mens te worden en daar staat zo'n mens dan voor je, net als ik en jij nu zelf.
Hoofdstuk 221: Onze aarde de school voor de kinderen Gods. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] De grootste, geloofwaardigste getuige onder hen is wel de Heer Zelf, die jou naar mij toestuurde om van mij te horen of de mens, zoals jij dat denkt, God de Heer geen dank en geen lof en geen liefde verschuldigd zou zijn!"
Hoofdstuk 222: Philopolds terugblik op zijn vroegere leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Wij, mensen op deze aarde, zijn louter broeders en zusters en de heilige, goede Vader leidt ons door Zijn almachtige, wijze besturing naar een zeer verheven, heilig doel!
Hoofdstuk 224: Het dankwoord van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174  ...