17481 resultaten - Pagina 162 van 1166
... 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 ...
[9] Toen liet de hoofdman door zijn dienaars meteen schrijfgerei brengen en schreef het volgende: 'Contract nr. 1: Degene, die het waagt over Jezus van Nazareth ook maar één beledigend woord te zeggen, hetzij onderling of tegen een vreemde, hetgeen onmiddellijk ontdekt zal worden, valt onder het gericht en krijgt de doodstraf! - Contract nr. 2: Degene die zich, over alles wat zich hier heeft toegedragen, in Jeruzalem en in de tempel ook maar één woord laat ontvallen en Jezus de Heer een slecht getuigenis geeft, hetzij in de tempel of in een ander huis, valt onder het pijnlijke gericht en vervolgens krijgt hij de folterendste doodstraf! En laat niemand zich sussen met: 'Het zal toch heus niet uitkomen!' Zoals reeds gezegd, op hetzelfde moment dat jullie ook maar één woord zullen vertellen waarover jullie volgens de twee contracten moeten zwijgen, zullen mijn spionnen het te weten komen en er zal met jullie gebeuren wat in deze contracten beloofd is!"Hoofdstuk 125: De drie documenten.(28.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De HOOFDMAN zegt: "Oh, ik dank U nog veel meer, o Heer! Nu weet ik precies wat ik in de toekomst zal moeten doen, en zou er zich een twijfelgeval voordoen, dan zult U mij wel toestaan dat ik Uw boven alles heilige en machtige naam aanroep en zeg: '0 grote almachtige geest van mijn Heer en Meester Jezus! Verlicht mijn hart opdat het er licht worde!', en U zult dit roepen van mij zeker ook tot aan het einde der wereld horen!"
Hoofdstuk 126: De Heer waarschuwt voor de wraak der Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] IK zeg: "O vriend en broeder, blijf zó in Mij en Mijn geest zal in je zijn, tot je hulp op ieder moment bij dag en bij nacht!"
Hoofdstuk 126: De Heer waarschuwt voor de wraak der Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] De naast Mij staande JARAH zegt: "Maar Heer, U spreekt alsof U ons al zou willen verlaten!? O ik smeek U, blijf toch nog een paar dagen bij ons, want U bent toch mijn leven! Hoe zou ik zonder U kunnen leven? U moet hier blijven, ik laat U niet gaan! Zonder U zou ik moeten sterven!"
Hoofdstuk 126: De Heer waarschuwt voor de wraak der Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] IK zeg heel vriendelijk: "O mijn geliefde Jarah, jou zal Ik eeuwig niet verlaten! En als Ik als mens Mij na enige dagen voor Mijn taak een tijdlang van hier moet verwijderen, dan zal Ik toch steeds in de geest bij je zijn, en je zult met Mij spreken, en Ik zal op ieder van je vragen een goed hoorbaar antwoord geven, daar kun je helemaal van verzekerd zijn! - Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 126: De Heer waarschuwt voor de wraak der Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] De kleine JARAH zegt: "Ja, mijn allerliefste Heer Jezus, dat begrijp ik heel goed en ik weet dat niets U onmogelijk is, maar ik zou toch graag willen dat U ook als mens nog langer bij ons bleef. Want kijk, nu U bij ons bent, ziet alles er zo stralend en hemels uit, ik kan mij nu al de hemel niet mooier en heerlijker voorstellen. Daarom moet U voor mij toch ook nog als mens een paar dagen hier blijven!"
Hoofdstuk 126: De Heer waarschuwt voor de wraak der Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] EBAHL zegt: "Mijn lieve kind, dat is een grote genade voor ons, die wij allen tesamen niet waard zijn, want Hij is een Heer van hemel en aarde! Wat Hij doet en doen wil, ligt in Zijn eeuwig ondoorgrondelijk raadsbesluit verborgen, volgens hetwelk iedere haar op ons hoofd net zo geteld is als het zand van de zee, en wij mensen kunnen daar niets aan veranderen. Maar ik ben ook van mening dat het bij Hem, voor wie duizend jaren zijn als een dag, nu juist niet op een dag zal aankomen om korter of langer bij ons te blijven. Houd jij Hem daarom maar vast en laat Hem niet gaan, want Hij heeft jou van ons allen het liefst!"
Hoofdstuk 126: De Heer waarschuwt voor de wraak der Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Dan kom IK van achteren stilletjes naar Jarah toe, til haar op van de grond en zeg: "Maar mijn allerliefste kindje, hoe zou je Mij tegen kunnen houden? Kijk, Ik ben toch veel sterker dan jij!"
Hoofdstuk 127: De Heer spreekt over de geest der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Als Ik haar weer op de grond zet zegt de KLEINE: "Ik weet wel dat U ontzettend veel sterker bent dan ik, die voor U nauwelijks een mugje ben, want U draagt met Uw almachtige wilskracht hemel en aarde en houdt de zee in zijn diepte, hoe zou ik mij dan in kracht met U willen meten?! Maar ik bedoel dat U, omdat ik U toch zo onbeschrijfelijk lief heb, terwille van mijn liefde voor U, Zich een beetje langer hier wilt laten vasthouden!"
Hoofdstuk 127: De Heer spreekt over de geest der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] IK zeg: "Ja, daar heb jij weer gelijk in, want met de liefde kan men bij Mij alles gedaan krijgen! De liefde tot jullie mensen trok Mij toch naar deze aarde! Wie zo'n liefde heeft als jij, kan daarom met Mij echt doen wat hij wil! Want die liefde is Mijn geest in de harten der mensen. En wat die liefde verlangt en wil, komt uit het diepst van de goddelijke orde, en je kunt Mij daarom met je hart behoorlijk vasthouden en Ik zal Mij nooit en nimmer scheiden van jouw hart!
Hoofdstuk 127: De Heer spreekt over de geest der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Maar Mijn zichtbare persoon is niet belangrijk, alles gebeurt door Mijn geest! Wat Ik doe, dat doet Mijn persoon niet, maar alleen Mijn geest, maar voor jou zal Ik toch een paar dagen hier blijven, -want morgen is het sabbat en overmorgen een na sabbat! Die beide dagen zal Ik hier nog blijven, dan zal Ik verder trekken, en wel naar Sidon en Tyrus, - Ik zal daarna weer terugkomen en misschien de halve winter bij jullie doorbrengen. "
Hoofdstuk 127: De Heer spreekt over de geest der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] JARAH zegt: "Dat de mens geen God is, weet ik al sinds mijn prille jeugd, maar de mens kan door zijn ware liefde tot God een meester van zijn vlees en bloed worden dank zij de zekere hulp van God. Wie God helpt, die helpt hij helemaal en niet voor de helft, wat jullie vanmorgen vroeg zelf aan jullie zieke vlees en bloed hebben ondervonden! Want dat was geen mensenhulp, maar dat was Gods hulp!" -Na deze woorden van Jarah verstommen de ouden en niemand durft meer een woord tegen haar te zeggen.
Hoofdstuk 127: De Heer spreekt over de geest der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Met een lief glimlachje zegt JARAH halfluid tegen Mij: "Het is makkelijk profetisch te spreken als men bij U is en U iemand de woorden in het hart en in de mond legt! Als ik mijn eigen woorden gebruikt zou hebben, dan zouden er zeker heel veel domheden gezegd zijn!"
Hoofdstuk 127: De Heer spreekt over de geest der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] IK zeg ook zo halfluid: "Dat zou best zo kunnen zijn, Mijn allerliefste Jarah! Maar van nu af aan zul je steeds in staat zijn om zo wijs te spreken, alleen moet je Mij als je ouder wordt niet op een keer toch ontrouw worden!"
Hoofdstuk 127: De Heer spreekt over de geest der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] JARAH zegt, terwijl zij Mij vast om Mijn middel pakt en aan haar borst drukt: " Ja, zoiets moet eeuwig onmogelijk blijven! Want alleen als je waanzinnig was, gaf je een pond zuiver goud weg voor een pond stinkende modder! "
Hoofdstuk 127: De Heer spreekt over de geest der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)