Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 162 van 728

...  150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175  ...
[3] Als jullie echter zwakker zullen worden in de liefde tot Mij en je armere broeders en zusters, dan zal het ook in jullie hart donker worden en Mijn kracht en macht in jullie zal afnemen en zeer gering worden! Ook al zullen jullie dan Mijn naam aanroepen en daardoor willen werken, dan zal hij jullie toch geen kracht en macht meer geven; want alle kracht, alle macht en alles wat jullie in Mijn naam volbrengen krijg je alleen maar door de liefde tot Mij en vervolgens tot de naaste!
Hoofdstuk 191: De nagereisde zwarten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Maar toen kwam ons juist de jongeling tegemoet en die heeft ons op zo 'n manier hierheen gebracht dat wij daarover alleen maar kunnen zeggen dat wij nu zelf tot onze verbazing hier zijn! Hoe wij echter van daar naar hier zijn gekomen, daarvan weten wij nog minder dan van een boze droom!
Hoofdstuk 191: De nagereisde zwarten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Ten behoeve van ons heeft die Verhevene jou nu echter iets opgedragen! Wat is dat? Spreek! Want hij ziet er volgens de visioenen die je ons zo vaak verteld hebt, wat uiterlijk betreft precies zo uit als degene, waarvoor jij en ook wij allen eigenlijk hiernaartoe gekomen zijn! Spreek, spreek!"
Hoofdstuk 191: De nagereisde zwarten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Toen echter desondanks in het hart van de wijze het verlangen om God te zien, heviger werd, zei de geest van God tegen hem dat hij zich in een rotsspleet moest verbergen en daaruit moest komen als hij geroepen werd. Dat deed de wijze, en toen hij geroepen werd, kwam hij te voorschijn en zag van enige afstand Gods rug, die meer licht gaf dan duizend zonnen! Zijn gelaat moet daarop echter dusdanig zijn gaan stralen, dat zeven jaar lang geen mens ernaar kon kijken zonder verblind te worden. Daarom moest deze wijze zijn gezicht dan ook gedurende deze tijd zwaar versluieren. Zo heeft, zoals jullie weten, de wijze overste ons dit alles verteld.
Hoofdstuk 193: De grote rotstempel Jabu Simbil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Hoe aangrijpend en hartverheffend was dat alles voor ons, toen wij daarna weer onder veel tranen en zuchten de prachtige tempel verlieten en de goede overste ons nog veel uit de oertijd van de aarde verhaalde, zodat wij tenslotte meteen al de gehele aarde voor een grote tempel van God begonnen aan te zien! Of die paar dagen heet of tamelijk koel waren, merkten wij helemaal niet, want onze harten werden te zeer in beslag genomen door alles wat ons dichter bij de Oergeest van God zou hebben kunnen brengen. En toch was dat voor ons duidelijk een slag in het duister. Wij wisten toen wel veel, maar I-sis bleef gesluierd en verhuld en geen sterveling was in staat op een of andere wijze dit mysterieuze gewaad van de eeuwige godheid op te lichten."
Hoofdstuk 193: De grote rotstempel Jabu Simbil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Zijn wij op de juiste plaats uit jouw visioenen, dan hebben wij alles gewonnen en dat zullen afdoende bewijzen ons zeker aantonen; mochten wij echter nog lang niet op de juiste plaats zijn, dan moeten wij onverrichter zake naar huis gaan of onze reis verder voortzetten, na de rechtschapen waard betaald te hebben voor wat wij hier gebruikten. Maar zeg jij nu ronduit of jij hoe dan ook bewijzen in handen hebt voor wat jij ons over die man hebt gezegd, en welke!"
Hoofdstuk 195: De twijfel van de zwarten aan de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Opdat jullie mij echter niet van lichtgelovigheid verdenken of mij daar zelfs van beschuldigen, moeten jullie zelf allemaal deze steen en deze pompoenschaal bekijken om vast te stellen of die niet dezelfde zijn die ik jullie thuis heb laten zien! En mijn dienaar hier weet ook waar ik hem in mijn hut bewaard heb en hoe! Wat zeggen jullie nu? Kan een van de beroemdste magiërs uit Cahirou (Kahi roug: van Kahi, een van de grootste stieren uit deze streek; hoorn, dat heilig was) dat ook? - Ik heb nu gesproken, nu zijn jullie weer aan de beurt!"
Hoofdstuk 196: Oubratouvishar probeert zijn mensen van Jezus' goddelijkheid te overtuigen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] De AANVOERDER zegt: "Dat begrijp ik beslist nog niet, maar net als jullie begrijp ik ook niet hoe die jongeman deze thuis achtergelaten steen in een oogwenk hier bij mij heeft gebracht! Laten wij echter geduldig in alle deemoed en ware liefde wachten op deze Enige, en dan zullen wij beslist nog meer licht krijgen!"
Hoofdstuk 196: Oubratouvishar probeert zijn mensen van Jezus' goddelijkheid te overtuigen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] CYRENIUS zegt tegen Mij: "Heer, bij deze Moren zou ik niet zoveel wijsheid en volkomen helder verstand gezocht hebben, maar hun vele kennis en wonderbaarlijke ervaringen brengen mij werkelijk terecht in verbazing! De overste van Memphis, die Justus Platonicus heet, is mij als een zeer wijs man bekend; maar dat hij in alle oude Egyptische mysteries ingewijd zou zijn, heb ik echt niet geweten!
Hoofdstuk 197: Geestelijke voor en nadelen van de zwarten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Dat hij een groot geleerde is, weet ik; maar dat hij nu ook een wijze en een echte priester is geworden, wist ik natuurlijk niet! Ik moet hem nu echter meer in gedachte houden, want door zijn inspanning voor de Moren heeft hij zich voor mij heel verdienstelijk gemaakt. Het zou hem erg veel plezier doen als hij hier was! Wat denkt U eigenlijk over mijn Justus Platonicus? Hoe is zijnen ook mijn verhouding als heiden ten opzichte van het rijk van God op aarde?"
Hoofdstuk 197: Geestelijke voor en nadelen van de zwarten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] IK zeg: "Waarom vraag je dat? Justus is een man naar Mijn hart, hij heeft God lief boven alles en zijn medemensen meer dan zichzelf; en wie dat doet, is reeds in Mijn rijk, of hij Jood is of heiden! Ik zeg je dat Ik het eerder met hem zou kunnen vinden dan met jullie allen, maar Ik vind jullie ook goed! Om Mijn woorden te bewaren is echter niemand geschikter dan deze zwarten; want wat zij eenmaal hebben en begrepen hebben, blijft zo zuiver en onveranderd als een geslepen diamant. Iedereen kan voor hen instaan dat Mijn leer bij hen na tweeduizend jaar nog net zo zuiver zal zijn als zij die van Mij ontvangen!
Hoofdstuk 197: Geestelijke voor en nadelen van de zwarten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Deze zwarte mensensoort heeft de eigenschap een leer of gewoonte gedurende duizend en ook wel meer jaren helemaal kernzuiver te bewaren, dus precies zoals zij die in het begin gekregen heeft. Zij zullen niets weglaten en zeker niets toevoegen; maar dat alles wil niet zeggen dat zij als mensen voortreffelijker zouden zijn dan jullie blanken, zij staan echter als nakomelingen van Kaïn op een lager ontwikkelingsniveau en kunnen slechts heel moeilijk het kindschap van God bereiken omdat zij eigenlijk planeetmensen zijn die zuiver tot deze aarde behoren. Zij zijn pure schepsels van deze aarde, begaafd met intellect, verstand en geweten, maar met minder vrije wil dan jullie als blanke mensen.
Hoofdstuk 197: Geestelijke voor en nadelen van de zwarten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Maar hun minder vrije wil is veel sterker dan jullie volledig vrije! Wat de zwarten eenmaal willen, zetten zij ook door - ook al moesten zij daarvoor bergen verzetten! In het verloop van deze dag zullen zij nog wel een paar bewijzen van hun standvastige wil laten zien waarover jullie je zult verwonderen! Dat zij echter in al hun doen en laten onveranderlijker zijn dan jullie, als nakomelingen van Seth, bewijst en toont reeds hun gestalte.
Hoofdstuk 197: Geestelijke voor en nadelen van de zwarten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] De voortreffelijkheid van de ziel en haar geest zit echter niet in de bepaalde, meer dierlijke vastheid van de wil, maar in de eigenschap van de zielom gemakkelijk kennis in zich op te nemen, waardoor zij het licht der waarheid snel begrijpt en bevat, en in de gemakkelijke buigzaamheid van de wil, zodat de ziel het ware en goede inziet en met haar wil aangrijpt en in daden omzet, zonder welke geen enkele kennis nut heeft voor een ziel."
Hoofdstuk 197: Geestelijke voor en nadelen van de zwarten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Jullie blanken zijn vaak ziek en jullie huid is gevoelig voor allerlei kwalen; maar zij kennen, als zij zich aan hun natuurlijke voeding houden, geen lichamelijke aandoeningen. De meesten sterven aan ouderdomszwakte. Zoals hun lichamelijke natuur reeds onveranderlijker is dan die van jullie, zo is ook het innerlijke karakter van hun ziel heel anders en veel vaster dan dat van jullie; juist daardoor zullen zij echter in vergelijking met jullie veel geringere vorderingen maken met het tot volle wasdom brengen van hun geest, omdat hun daartoe de buigzaamheid van de wil vrijwel volledig ontbreekt. Hun wil laat zich weliswaar ook op een bepaalde manier een beetje buigen, maar daar is altijd grote ernst en veel moeite en werk voor nodig.
Hoofdstuk 197: Geestelijke voor en nadelen van de zwarten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175  ...