2758 resultaten - Pagina 163 van 184
... 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 ...
[16] Zie, je hebt eerder gezegd, dat alle onderricht van buitenaf van nul en generlei waarde is; ik kan je niet zeggen, dat je ongelijk hebt! Maar als alle onderricht van buitenaf, dus ook alles wat men van buitenaf waarneemt - waar dat ook vandaan mag komen en door welk zintuig dat dan ook bij de mens terecht komt - slecht, nutteloos en daarom verwerpelijk is, dan zou ik toch nu vanuit jouw wijsheid te weten willen komen, waarvoor de grote Schepper van alle werelden, mensen en engelen ons uiterlijke zintuigen heeft gegeven? En waarvoor een naar buiten klinkende stem en daarbij een tong die kan spreken? Waartoe dienen eigenlijk alle uiterlijke vormen en alle uiterlijke verschijningsvormen van talloze dingen en wezens? - Of is er soms een wezen zonder enige uiterlijkheid denkbaar? Heft het wegnemen van alle uiterlijkheid elk wezen dan niet totaal op? Want zie, ik kan me in ieder geval geen wezen voorstellen, dat helemaal geen uiterlijk zou hebben! Je ziet nu dat ik terecht twijfel; heb daarom geduld en helder dit voor mij op!'Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[21] De uiterlijke taal dient er alleen maar toe om het uiterlijke te vatten en dan met het innerlijk te verenigen. Daardoor wordt een huwelijk tussen uiterlijk en innerlijk tot stand gebracht en door dit huwelijk het volle inzicht in de goddelijke orde. Dit inzicht is dan de eigenlijke wijsheid, waarnaar wij alleen moeten streven, omdat die de enige innerlijke kracht van de geest en zijn werkzaamheid bepaalt.
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[23] Als God Zelf je uiterlijk in alle wijsheid onderwees, zoals ik nu heb gedaan, dan zou ook dit onderricht van God geen zin voor je hebben, zolang Hij, de grote God, door Zijn allerheiligste geest je niet van binnen door je eigen geest zou onderrichten.
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[25] BISSCHOP MARTINUS zegt daarop: 'Vriend, ik zie nu opnieuw, dat jij bij al je uiterlijke nietigheid een in de grond waarlijk wijs wezen bent. Ik erken ook dat ik me met jou nog lang niet kan meten. Maar dat zul jij, vasthoudende wijze, mij toch moeten toegeven, dat ik als ik iemand uit grote liefde, ook al is dit slechts uiterlijk, onderricht geef in dingen die Gods orde, Diens macht, liefde en wijsheid betreffen, dat zulk onderricht toch onmogelijk een gericht kan zijn voor een onschuldige, gewillige leerling, maar alleen een juiste weg tot het eeuwige leven! Want ik heb juist helemaal niet zo veel op met wijsheid alleen, doch alleen met de liefde. Immers, waar deze ontbreekt, daar is wat mij betreft alle wijsheid nog geen simpele klomp leem waard!
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[28] Jullie maken van je kinderen eerst gevangenen en kunnen ze dan nooit vrij maken. Wij echter voeden onze kinderen op, zoals bij jullie een pottenbakker zijn pot vervaardigt die hij tegelijkertijd van binnen en van buiten op zijn draaischijf begint te vormen, omdat hij anders een zeer eenzijdige pot zou maken! Wil je dus leren hoe mensen opgevoed worden tot eeuwige vrijheid, ga dan naar de werkplaats van een pottenbakker, daar zul je je onbegrepen liefde leren kennen! Begrijp goed, bij een pottenbakker vind je meer wijsheid dan tot nu toe in jou!'
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[29] Na deze uithaal richt BISSCHOP MARTINUS zich weer tot Mij en zegt: 'O Heer, dit waarlijk radicale maanwezen is helemaal niet bij te houden! Want ik kan een zaak nog zo zuiver volgens Uw leer voorstellen, of hij is me warempel al weer zo'n duizend hele jaren voor! Het wonderlijkste van de zaak is, dat hij als maanbewoner de aarde, die hij toch zeker nooit als een ster heeft gezien, beter lijkt te kennen dan ikzelf! Hij gebood me naar een pottenbakker op aarde te gaan, waar ik de wijsheid en in zekere zin het geheim van de liefde moet bestuderen! Dat is toch wel heel grappig!
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] IK zeg: 'Hoe Mij dat mogelijk is, dat vermag geen geschapen geest volledig te bevatten. Maar de eeuwigheid zal je nog veel leren, wat nu nog duister voor je is. Zoek hier dus niet verder naar. Als Ik je de grootte van Mijn almachtige liefde en wijsheid zou tonen, dan zou je niet kunnen leven, want de diepten van Mijn Godheid zijn voor iedere geschapen geest te ondoorgrondelijk!
Hoofdstuk 51: Een blik door de twaalfde deur op het kleinste zonnengebied Martinus' vermoeden van de grootheid en genade van God - De vorm van de mens als blijvende, overal gelijke basisvorm - Gevaren aan gene zijde voor de nog niet volledig wedergeborene - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Alleen de vorm van de mens is blijvend en overal gelijk. Onder de ontelbaar vele bewoners van de verschillende werelden zijn er alleen verschillen met betrekking tot grootte, liefde, wijsheid en schoonheid. Maar aan al deze trappen ligt toch de onveranderde menselijke vorm ten grondslag, daar zij alle Mijn evenbeeld zijn. De meest wijzen zijn de mooisten en de met liefde vervulden zijn de liefelijkste en heerlijkste!
Hoofdstuk 51: Een blik door de twaalfde deur op het kleinste zonnengebied Martinus' vermoeden van de grootheid en genade van God - De vorm van de mens als blijvende, overal gelijke basisvorm - Gevaren aan gene zijde voor de nog niet volledig wedergeborene - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Laat je daarom niet verblinden door mijn bekoorlijkheden en wandel volgens de orde van die allerhoogste Geest van God, Wiens eeuwige wijsheid jou en mij zo mooi heeft gevormd.
Hoofdstuk 52: De zegen van het licht van Swedenborg - De oude Adam in Martinus - Wijze woorden van de vrouwen scherpe terechtwijzing van Borem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] (BISSCHOP MARTINUS:) 'Maar wat moet ik nu beginnen, waar zal ik me nu toe wenden? Zal ik misschien naar de deur van Mars gaan of van Venus, of zal ik naar de deur van Saturnus, van Uranus, of van Miron (Neptunus) gaan of naar die van de verschillende kleine planeetjes? Zal ik tenslotte nog grovere, nog onbeschaamdere dingen meemaken? Wat dan? Want van verweer van mij n kant kan immers geen sprake zijn, omdat ik het noch met mijn kracht noch met mijn wijsheid met iemand kan opnemen!
Hoofdstuk 56: Martinus' vergeefse poging om te slapen - Hij ontfermt zich over een schare ongelukkigen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] Tenslotte wordt dat alles dan vanuit de wijsheid verontschuldigd. Maar wee degene die onder het oordeel van een dergelijke wijsheid valt! Voor hem zou het oneindig veel beter zijn, als hij nooit geboren zou zijn! Daarom is de Heer ook altijd te verontschuldigen en zeer te prijzen, daar Hij bijna altijd in de willekeur van zulke geesten ingrijpt en hun wijsheid beschaamt.
Hoofdstuk 57: Het beklagenswaardige gezelschap wordt gesterkt - Dank en klachten over hun lotgevallen - De toespraak van de geredden en het antwoord van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Echt, in jullie vind ik nu mijn grootste vreugde! Ja, jullie zijn mij liever dan alle zogenaamde hemelse engelen van God, die in hun gelukzaligheid een arme drommel een hele eeuwigheid kunnen vergeten en zich helemaal niet kunnen of willen indenken, hoe het een ongelukkige te moede is. Ik zeg jullie: De Heer alleen is goed, dat moet ik zeggen. Maar al het andere hemelse gespuis kan mij voor eeuwig gestolen worden! Want dat heeft me een verwaandheid als het om wijsheid gaat, die voor een rondborstige, eerlijke kerel als ik ben en jullie zeker allemaal ook, ronduit stinkt! Maar zoals gezegd: God, de Heer Jezus, zonder ik daarvan uit. Die is werkelijk goed; ja Hij is heel goed!'
Hoofdstuk 56: Martinus' vergeefse poging om te slapen - Hij ontfermt zich over een schare ongelukkigen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] O, die hemelse engelen zijn stijfkoppen zonder weerga, wanneer zij alleen zijn. Alleen als de Heer komt, dan trekken ze vrijwel meteen hun staart in en doen zo zoet en bescheiden, alsof ze alle wijsheid met de grootste deemoed in pacht zouden hebben!
Hoofdstuk 57: Het beklagenswaardige gezelschap wordt gesterkt - Dank en klachten over hun lotgevallen - De toespraak van de geredden en het antwoord van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] ALLEN trekken de schouders op en zeggen: 'Jij hebt weliswaar gelijk, maar de duivel hale die wijsheid! Konden wij nog eens als kikvorsen op aarde worden en naar hartelust kwaken, dan zouden wij zeker beter af zijn! Maar waar niets meer aan te veranderen is, dat moet helaas zo blijven.'
Hoofdstuk 63: Martinus' gesprek met twee andere Jezuïeten en twee Redemptoristen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Houd je toch stil, dom vrouwvolk! De Heer zal jullie dadelijk wel een koekje van eigen deeg geven! Als jullie het evangelie niet tot eeuwig levensrichtsnoer wilt nemen, blijf dan maar een hele eeuwigheid lang in jullie domheid steken en teer op het spek van jullie lieve, roomse moeder. Dat iemand daarbij zeker niet te dik en mooi zal worden, daarvoor zal de wijsheid van de Heer wel zorgdragen! Want de Heer verstaat de kunst om zulke domme geesten op een behoorlijk homeopathisch dieet te zetten, dat dikwijls een kleine eeuwigheid duurt en zulke domme geesten beslist de beste dienst bewijst - wat ik uit ervaring weet!
Hoofdstuk 65: Bisschop Martinus maakt de geestelijk blinde Jezuïeten ziende - Jakob Lorber - Bisschop Martinus