Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 163 van 728

...  151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176  ...
[6] De verschillende temperaturen zijn een onvermijdelijk gevolg van de bolronde vorm van de aarde. De ronde vorm is echter noodzakelijk omdat bij iedere andere vorm het licht van de zon zich onmogelijk zo doelmatig zou kunnen verspreiden als juist bij de ronde vorm, -dan zou men een aarde door drie zonnen moeten laten verlichten, namelijk één boven iedere pool en één boven de evenaar! Maar dan vraag ik in de eerste plaats wie de hitte op de aardbodem zou verdragen en wat er dan terecht zou komen van de nacht, die alle schepselen versterkt, en in de tweede plaats hoe de beweging van de aarde er uit zou zien als die afhankelijk zou zijn van de even sterke aantrekkingskracht van drie gelijke zonnen?
Hoofdstuk 198: De verschillen in klimaten en rassen op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Ik heb jou en verschillende anderen van jullie immers toch uitgelegd hoe groot de zon is en zijn moet, en hoe klein daarentegen de aarde! Deze moet op een passende afstand en met een juiste snelheid om de zon cirkelen, omdat zij anders daarin zou vallen of, bij te grote snelheid, zich ervan zou moeten verwijderen de oneindigheid in. In het eerste geval zou de aarde in de lichtgloed van de buitenste zonneatmosfeer vrijwel ogenblikkelijk uiteenvallen in de oer-etherstaat of in de in haar materie gevangen gehouden oernatuurgeesten; in het tweede geval echter zou zij door gebrek aan warmte bevriezen tot een steenharde ijsklomp! In beide gevallen zou lichamelijk leven op de aardse vlakten niet denkbaar zijn.
Hoofdstuk 198: De verschillen in klimaten en rassen op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Je ziet dus dat volgens Mijn orde de ene noodzaak de andere met zich meebrengt en dat op deze aarde een gelijke temperatuur van pool tot pool onmogelijk is, maar dat het anderzijds toch noodzakelijk is dat de gehele aarde zoveel mogelijk helemaal bewoond is, opdat de uit de voorafgaande schepsels voortgekomen en vrijer geworden zielen in een lichaam kunnen incarneren dat met hun aard overeenkomt. Wat blijft er dan anders over dan de hete streken van de aarde te bevolken met mensen die een dusdanig lichaam hebben, dat het zo'n heet klimaat goed kan verdragen, en streken met een koud klimaat met mensen die in staat zijn wat voor koude streken dan ook te bewonen en enigermate te cultiveren.
Hoofdstuk 198: De verschillen in klimaten en rassen op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Het is echter allang bekend, dat mensen die iets gemakkelijk aanvaarden zonder eerst behoorlijk flink beproefd te zijn, de gemakkelijk aanvaarde en begrepen zaak ook heel gemakkelijk en snel weer laten varen, terwijl mensen die in zekere zin door louter porren en een harde aanpak een les leren aanvaarden en begrijpen, deze dan niet zo gemakkelijk ooit weer vergeten.
Hoofdstuk 199: Over langzaam en snel begrip van de waarheidsleer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Soms zijn er echter ook mensen die een waarheidgemakkelijk aanvaarden, onthouden en dan tijdens de nacht als heldere sterren blijven stralen en zichzelf en anderen veel voordeel brengen; maar van deze mensen zijn er maar weinig en zij zijn zeldzaam.
Hoofdstuk 199: Over langzaam en snel begrip van de waarheidsleer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Deze Moren behoren echter allen tot degenen die moeilijk aanvaarden; maar wat zij eenmaal aanvaard hebben is hun bezit, en zij zullen steeds licht blijven geven tot aan hun laatste nakomelingen, zoals de sterren in de Orion en zoals Sirjezc (Sirius) in de grote ruimte.
Hoofdstuk 199: Over langzaam en snel begrip van de waarheidsleer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Zo is het echter ook met de geestelijke schatten. Wie ze gemakkelijk verwerft, hecht er nauwelijks waarde aan omdat hij denkt en ook in zichzelf voelt, óf, dat hij ze nooit en te nimmer zou kunnen kwijtraken, óf, gesteld dat hij er iets of zelfs alles van zou kwijtraken, al het verlorene heel gemakkelijk weer terug kan krijgen. Maar dat is niet het geval, want wie geestelijk iets verliest, wint het verlorene een tweede maal niet zo gemakkelijk terug als hij het de eerste maal kreeg.
Hoofdstuk 199: Over langzaam en snel begrip van de waarheidsleer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Want de plaats van het verloren geestelijke wordt meteen ingenomen door het materiële, en dat is een gericht dat zich niet zo gemakkelijk meer opzij laat zetten als in het begin. Want zoals al het geestelijke voortdurend geestelijker en vrijer wordt, zo wordt ook al het stoffelijke steeds stoffelijker, wereldser en steeds voller van het gericht en de dood; wie zich echter eenmaal in het gericht bevindt en met zijn willen en kennen aan banden is gelegd, zichzelf moeilijk of nooit de vrijheid weer teruggeven.
Hoofdstuk 199: Over langzaam en snel begrip van de waarheidsleer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Het is met het grondig bevatten en het juiste begrijpen van Mijn leer ongeveer als met het verwerven van een vermogen: Wie heel gemakkelijk aan een aanzienlijk vermogen is gekomen, weet daar ook snel en gemakkelijk raad mee, want aan ontberingen is hij nooit gewend en sparen heeft hij nooit geprobeerd. Als hij eenmaal door een erfenis of door een ander gemakkelijk verkregen gewin in het bezit is gekomen van een vermogen, zal hij geen waarde hechten aan dat vermogen, want hij denkt, en voelt dat ook, dat men heel gemakkelijk een groot vermogen vergaart. Wie zich echter met hard werken een aanzienlijk vermogen vergaard heeft, kent de zware inspanningen en het vele werk en weet hoeveel zweetdruppels hem iedere penning gekost heeft; daarom waardeert hij ook zijn met moeite verworven vermogen en hij verkwist en verbrast het beslist nooit op een lichtvaardige manier.
Hoofdstuk 199: Over langzaam en snel begrip van de waarheidsleer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Dat echter deze Moren geen dienaren van twee heren, maar van de ene Heer willen en zullen zijn, kun je heel gemakkelijk zien aan de manier waarop de aanvoerder te kampen heeft met zijn metgezellen, bij wie de woorden van de overste nog te vast in het hart verankerd zitten en daar niet zo gemakkelijk verwijderd kunnen worden!
Hoofdstuk 199: Over langzaam en snel begrip van de waarheidsleer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] De ENGEL vertrekt echter helemaal niet, maar vraagt aan de man die eerst twijfelde: "Wel, heb je mijn afwezigheid opgemerkt?"
Hoofdstuk 200: Raphaël overtuigt de zwarten van de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Onze hak en snij gereedschappen zijn slecht en worden meteen bot, want zij zijn heel moeizaam uit hout en beenderen van dieren gemaakt. In Memphis hebben wij echter allerlei snijwerktuigen leren kennen die zelfs op steen niet zo gemakkelijk bot worden, -en zulke werktuigen zouden wij veel beter kunnen gebruiken dan ons geelglanzende metaal, dat zacht en onbruikbaar is! -Neem daarom deze twee stukken welwillend aan!"
Hoofdstuk 201: Schenking van de schatten aan Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Uw Romeinse wetten kunnen wel zeer goed zijn, maar zij zouden voor ons land en volk toch niet geschikt zijn. Ook de overste in Memphis heeft ons al zo'n aanbod gedaan, dat wij echter net zo min kunnen accepteren als nu dit voorstel van u. Ook al zou u ons land binnen kunnen dringen, dan zou u daar weinig aan hebben! U zou daar in de gloeiend hete woestijn ronddolen en met honderden versmachten en toch geen mensen, maar wel honderden kudden leeuwen, panters en tijgers aantreffen, die u verscheuren zouden; ook zou u de strijd met slangen en adders niet overleven!"
Hoofdstuk 201: Schenking van de schatten aan Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] De ENGEL zegt echter: "Wacht maar af, het zal je gauw duidelijk worden dat juist deze zeven stenen in aards opzicht van grote en onschatbare waarde zijn! Breng eens een stevige, ijzeren hamer, dan zullen.wij ze onderzoeken.
Hoofdstuk 202: De oorsprong van de Jabusimbil-tempel, de sfinx en de zuilen van Memnon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Deze parel had daarom niet alleen onschatbare waarde omdat zij in haar soort reusachtig groot was, maar ook uit historisch oogpunt. Tevens stamde zij uit een periode van de aarde vele duizenden jaren voor de eerste mens in een lichaam haar bodem betrad.
Hoofdstuk 202: De oorsprong van de Jabusimbil-tempel, de sfinx en de zuilen van Memnon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176  ...