Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 164 van 1490

...  152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177  ...
[9] Iedere gemeente had haar oudste als bestuurder en leider van alle werkzaamheden. Daarnaast was een priester de geestelijke leider, die het volk op bepaalde dagen onderricht moest geven en die bij gewichtige aangelegenheden moest profeteren. Dat het aantal van deze priesters al gauw erg vermeerderde, behoeft nauwelijks enig betoog, en ook, dat deze stand zich vrijwel niet bezig hield met het grove, lichamelijke werk, maar wel met nieuwe probeersels en verbeteringen aller aard.
Hoofdstuk 104: Het zevende, achtste en negende teken van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Het was dan ook de priesterstand, die de aardse metalen bestudeerde, verzamelde en voor gebruik geschikt maakte. Voor al deze technische zaken waren veel helpers nodig en ook goed opgeleide werkleiders, die allen geen tijd hadden om zich met de landbouw en de veeteelt bezig te houden. Daarom moesten zulke mensen door de gemeenten onderhouden worden. Maar hoe moest men nu vaststellen wat ieder lid van een gemeente in overeenstemming met zijn oogst aan de priesters en hun helpers moest afdragen?
Hoofdstuk 104: Het zevende, achtste en negende teken van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar na de Leeuw zien wij de 'Maagd' komen, dat lijkt toch niet zo erg bij het vorige te passen?! O ja, het hoort er vanzelfsprekend helemaal bij! Als de leeuwentijd voorbij was, waren de voornaamste jaarlijkse ongemakken in zekere zin ten einde en men liet de teugels wat vieren. Men organiseerde feesten, die vooral gericht waren op het geven van geschenken aan rechtschapen, zedelijk reine maagden, om ze daardoor aan te sporen op deze weg verder te gaan. Ook werden in deze tijd de huwelijken gesloten, waarbij slechts rein bevonden maagden als vrouw genomen konden worden. Een jonge vrouw, die haar maagdelijkheid niet goed bewaard had, werd van het huwelijk uitgesloten en kon in het gunstigste geval slechts een concubine worden van een man, die al één of meer wettige vrouwen had, -anders bleef er voor haar slechts de verachte en nederige slavenstand over. Daardoor kreeg deze periode ook weer een belangrijke betekenis, en omdat er omstreeks deze tijd weer een aardig sterrenbeeld van de zodiak boven de zon kwam te staan, noemde men dat de 'Maagd'. Maar een paar jaar geleden gaven de ijdele Romeinen ter ere van hun keizer Augustus deze periode ook de naam van de keizer. -En zo weet je, lieve Helena, nu ook hoe er na de Leeuw een Maagd tussen de sterren terecht kwam. -Maar nu verder!
Hoofdstuk 104: Het zevende, achtste en negende teken van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Uit deze ware geschiedkundige beschrijving zien we nu wel dat de periode volgend op die van de Maagd, hoofdzakelijk bestemd was voor het afwegen van de tiende gaven voor het priesterdom. Omdat in deze periode de zon weer onder een nieuw teken ging staan, noemde men dit teken in de zodiak de 'Weegschaal'. Iedereen, die maar enigermate met de zeden en gewoonten van de oude Egyptenaren vertrouwd is, zal dat begrijpen.
Hoofdstuk 104: Het zevende, achtste en negende teken van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] "Na de tijd van de Weegschaal kwam er een, zeg maar, heel inactieve periode. De kudden gingen meer en meer rusten, dat wil zeggen, ze weidden wel, maar sprongen op de weideplaatsen niet meer zo dartel rond als in het voorjaar. Ook de vruchtbomen vertoonden niet zo'n groei meer als in het voorjaar het geval was. De akkers lagen braak, en dus hadden de mensen ook een zekere rustperiode. Zij zouden nog meer van het prettige nietsdoen genoten hebben, als de Heer van hemel en aarde hen niet juist in deze rusttijd wat geprikkeld had met een uiterst lastig insect, dat voornamelijk in Egypte leeft.
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Men wees daarvoor de tiende aan, en ieder gemeentelid moest het tiende deel van al wat geoogst werd aan de priesterstand afstaan. Hoe mat men de tiende aft Heel eenvoudig: met de weegschaal! Men beschikte over grote en kleine weegschalen van de soort die eerder al werd genoemd. Iedere gemeente bezat enkele van zulke weegschalen en onder het toeziend oog van de gemeentebestuurder werden alle oogsten precies gewogen. Men woog dan steeds twee gevulde schalen tegen elkaar af. Negenmaal werden de gevulde schalen in de bak van het gemeentelid geleegd, de tiende maal echter in de bak van de priesters. De opperpriester was tevens ook de hoeder of herder van het gehele volk en werd aangeduid met Vara on ('hij hoedt' of 'hij is de beste'). Later werden deze 'Varaonen' echte koningen van het land, waarbij ook het priesterdom onder hun heerschappij stond.
Hoofdstuk 104: Het zevende, achtste en negende teken van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Direkt als deze periode begon, zag men overal de schorpioenen te voorschijn komen en tegen het midden van deze gezapige tijd vermeerderden zij zich als vliegen in een eetzaal. Zoals bekend is een steek van de staart van dit insekt niet alleen heel pijnlijk, maar ook erg gevaarlijk als men niet di rekt na de steek het juiste tegengif bij de hand heeft.
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Omdat de oude Egyptenaren zowel de schadelijkheid als de lastigheid van dit diertje maar al te gauw hebben moeten Ieren kennen, kon het niet uitblijven dat men naar middelen zocht om dit wezen tenminste enigermate de baas te kunnen worden. Allerlei bestrijdingsmiddelen werden geprobeerd, maar die hielpen alle weinig. Tenslotte ontdekte men dat de bast van struikgewas langs de Nijl, als deze gekookt werd, door haar damp de kamers bevrijdde van deze stekende parasiet. Ook natgemaakte bast van het genoemde struikgewas hield het stekende ongedierte op afstand van de bedden en de vloer, en doodde het zelfs.
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Met deze naam maakte men de nakomelingen als met een recept erop attent met welk middel men deze plaag het best bestrijdt. Nog heden ten dage krijgen wij zowel uit Egypte, als uit Arabië en uit Perzië een poeder, waarmee men zonder de menselijke gezondheid ook maar op enigerlei wijze te schaden, niet alleen schorpioenen, maar vrijwel alle andere lastige insecten kan verdelgen. Dit poeder wordt, afgezien van enige toevoegingen, hoofdzakelijk gemaakt van de bovenvermelde bast. -En nu maar weer verder met ons onderwerp!
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Zodra de schorpioen zich tijdens deze rustperiode begon te manifesteren, kwam de zon onder een nieuw sterrenbeeld van de grote kring te staan, en men gaf het de naam van het lastige insect dat zich juist in die tijd het meest vermeerderde en mens en dier het leven zuur maakte. Dit teken werd tot op heden nog het minst vereerd, behalve dat men het in zekere zin eer gaf vanwege de werkzaamheid van dit oude recept tegen dit lastige insect.
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Als de schorpioenen verdelgd waren liep de periode van nietsdoen ten einde en daarbij kwam ook een eind aan de in deze tijd in Egypte veel voorkomende onweders, waarvoor de Egyptenaren altijd veel respect hadden. Zij zeiden dan ook: 'De pijl van Zeus is sneller en treft zekerder dan de miserabele pijlen der mensen!'
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Omstreeks deze jachtperiode kwam de zon weer onder een nieuw sterrenbeeld in de grote zodiak en dat noemde men de 'Boogschutter', omdat deze tijd de schutters het meeste werk verschafte. De Boogschutter kreeg in de loop van de tijd ook een soort goddelijke verering, maar die stelde niet veel voor, tenminste als men Apollo niet daarbij betrekt, die ook als god van de jacht vereerd werd.
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Zo hebben we de Boogschutter nu dus ook gehad en komen we aan het hemelteken dat eigenlijk het zeldzaamste van de grote zodiak is! Kijk eens, een 'Steenbok', de bewoner van de hoogste rotspunten, glinstert in het zuidelijkste deel van de grote kring! Hoe kwam deze bewoner van het hooggebergte in de grote sterrenkring? Ik zeg jullie, net als alle eerdere op een heel gewone manier!
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] In deze laatste periode van het jaar zoekt al het wild een keer de dalen op om daar een bepaald soort voedsel te zoeken waar zijn natuur behoefte aan heeft.
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Omdat de steenbok dus bij de Egyptenaren in zo'n groot aanzien stond, waarvan men zich in dit land nog heden ten dage kan overtuigen, is het erg begrijpelijk dat de oude Egyptenaren deze periode waarin zij bezoek van de steenbok kregen, in de eerste plaats opdroegen aan dit kostbare dier en ook daarnaar noemden, evenals het sterrenbeeld waaronder de zon in die periode kwam te staan.
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177  ...