5587 resultaten - Pagina 164 van 373
... 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 ...
[8] O moeder, ik, je geliefde zoon Seth is het die met je spreekt; open oog en hart en laat hem met enkele woorden je verdriet vernemen en, als het mogelijk zou zijn, misschien ook een verlichtend vonkje van boven! Amen."Hoofdstuk 87: Eva berispt Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Dadelijk antwoordde Eva Seth tamelijk ernstig: "Lieve zoon, door God mij gegeven in plaats van Abel, zie, aan de stilte van mijn wezen kun je altijd wel merken dat de in zichzelf gekeerde moeder van alle levende mensen op aarde nu juist niet veel redenen zou hebben om haar hart van vreugde te laten opspringen, vooral niet als zij moet merken dat zelfs haar lieveling haar meer sluw dan met een oprecht hart benadert!
Hoofdstuk 87: Eva berispt Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Seth, mijn beminde zoon, waarom vroeg Je mij naar mijn gezondheidstoestand, terwijl toch alleen het vonkje je na aan het hart lag?
Hoofdstuk 87: Eva berispt Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] O Seth, daarin vergis je je toch erg! Zie, rechtlijnige openheid - het hart op de tong en de tong in het hart -, dat is de grond van alle wijsheid! Waar je van houdt, wens dat, wat je tegenstaat, ontvlucht dat, opdat je met een oprecht hart zowel in stilte als ten overstaan van de hele wereld van God kunt houden; dan zal het nooit avond en middernacht in je hart worden!
Hoofdstuk 87: Eva berispt Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Begrijp je oude moeder goed en wees rustig in je hart en in God! Amen."
Hoofdstuk 87: Eva berispt Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] Toen Seth dat van Eva had gehoord, werd het hem angstig en bang te moede omdat hij bij zichzelf dacht: "Wat is het hier vanavond raar! Ieder woord is een vergissing, ieder medelijden op het verkeerde moment en op de verkeerde plaats; iedere beter schijnende gedachte die zich in mijn hart nog duidelijk uit, is niets anders dan de onregelmatige vlucht van een nachtvlinder die zolang om de vlam cirkelt, tot de heldere vlam hem van zijn luchtige vleugels heeft beroofd!
Hoofdstuk 87: Eva berispt Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Mijn wil is een dood willen en lijkt volkomen op die in een droom, waardoor ook juist alleen dat wordt bewerkstelligd wat men onvoorwaardelijk moet willen en wat een vreemde onnaspeurlijke macht je heimelijk dwingt te willen en te doen. Mijn liefde tot God komt mij voor als beminde ik de lucht en het water. Ik hoor het ruisen van de wind, maar er blaast zelfs nog geen vleugje zachtjes door mijn haar. Ik heb honger en dorst, maar wil eten noch drinken. Ik ben slaperig - en kan niet inslapen. Ik ben moe en mijn ledematen schuwen iedere rust. Ik bid tot God, maar mijn hart ligt als een steen onbeweeglijk op de grond. Ik kijk omhoog naar de lichtende hoogten, - zij zijn bedekt met de zwaarste wolkenmassa's. Ja, alles in me en buiten me komt mij zo heel vreemd voor! Ik ben, als was ik niets; en alles wat ik bekijk, schijnt slechts voor de helft te bestaan, of het is alsof het niet bestond, of alsof het spoedig zal vergaan.
Hoofdstuk 87: Eva berispt Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] "Luister, lieve vaderen! De Heer, God Jehova, ons aller meest liefdevolle, meest heilige Vader heeft in Zijn grote erbarmen de droefenis in onze verdeemoedigde harten aangezien en heeft ons genade verleend voor onze dwaasheid, waaraan wij reeds bijna driehonderd jaar hardnekkig vasthielden. Hij wil ons weer verheffen uit het slijk van onze nood; maar van tevoren is het nodig dat ieder van ons het dwaze onderscheid tussen de streken uit zijn hart verbant en vervolgens ook metterdaad!
Hoofdstuk 88: Henochs legt Asmahaƫls woorden uit - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Wij waren een dubbel ding; wij waren dood en levend. Wij waren aan de ene kant de waarheid onbegrijpelijk nabij, aan de andere kant er weer onbegrijpelijk ver vanaf; want de wet en de vrijheid hebben voor het begrip van ons hart een onoverkomelijke kloof gevormd, waar we niet overheen konden springen, niet van de wet naar de vrijheid noch omgekeerd en we waren dus door onze eigen nood gedwongen Godzelf te zien vervagen, hetzij gebonden door een wet hetzij in een vernietigende, absolute vrijheid en we waren daarom links en rechts dood! (21 mei 1841)
Hoofdstuk 88: Henochs legt Asmahaƫls woorden uit - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En Adam stond op, vouwde zijn handen, sloeg zijn ogen op naar de hemel en terwijl hij zijn hart volledig tot Mij verhief, zei hij zeer ontroerd: "O Vader, grote, heilige Vader, o Gij eeuwige liefde! Hoe kan, hoe zal ik U danken?!
Hoofdstuk 89: Werken van wijsheid en werken van liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] O Vader, hoogst goede, grote, heilige Vader! Ons verdeemoedigde hart, nu boordevol kinderlijke liefde tot U, zie dat genadig aan en neem het aan als de beste dank die wij in staat zijn U te brengen; want wanneer onze tong iets voort moet brengen dat U volkomen waardig is, dan is hij in hoge mate afhankelijk van Uw zegen. En brengt hij dan iets voort, dan is dat niet meer ons, maar altijd alleen Uw werk; Uw woord en werk is immers voor U toch eeuwig de grootste lof, hetzij op zichzelf of door onze tong!
Hoofdstuk 89: Werken van wijsheid en werken van liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Nadat zij hun opdracht hadden uitgevoerd, stonden de kinderen meteen op en loofden en prezen Mij, dat Ik Adam's hart week gemaakt had; als dat niet gebeurd zou zijn, zouden zij Adam niet meer hebben aangekeken en indien zij nog langer door de avond terneergedrukt zouden zijn geweest, zouden zij zeker hebben moeten versmachten.
Hoofdstuk 90: De verlossende macht van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Toen Henoch hun uit hun vrome hart voortkomende ernstige en naar waarheid dankbare stemming ten opzichte van Mij en ook ten opzichte van de aartsvaderen had opgemerkt, verzonk hij terstond in de geest van Mijn getrouwe liefde en richtte uit Mij de volgende woorden tot de nu ontwaakte kinderen van de avond:
Hoofdstuk 90: De verlossende macht van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Waarlijk, wie van jullie vandaag begint, zal zich reeds morgen over een verheven en gezegend hart kunnen verheugen! Maar bij diegene die in de liefde talmt en zich meer met zijn verstand zal bezig houden, zal ook God talmen en Hij zal in plaats van zegen, aan het verstand harde stenen te kauwen geven, die het van de zwakke tanden eerder zullen winnen dan dat deze de niet fijn te kauwen, bikkelharde wijsheidsstenen meester zullen worden!
Hoofdstuk 90: De verlossende macht van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Zie, lieve broeders, precies zo is het bij God! Wie is er ooit toe in staat geweest God te dwingen om Zich aan iemand te vertonen of zich te onthullen?! En indien Hij dat zou doen, wie zou het dan kunnen bevatten en in leven blijven?! Indien je echter God boven alles liefhebt, zal Hij je steeds meer en meer van eeuwigheid tot eeuwigheid met alle wijsheid en met het allerhoogste begrip sturen en leiden steeds volgens de bekwaamheid en de grootte van de liefde die je voor Hem in je hart koestert!
Hoofdstuk 90: De verlossende macht van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)