10915 resultaten - Pagina 164 van 728
... 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 ...
[15] Hoewel deze parel even oud is als de eerste en grootste, is zij echter toch pas honderd jaar later op deze wijze beschreven en van tekeningen voorzien, en wel ten tijde van het gereedkomen van de kleine rotstempel, toen echter het binnenste van de grote tempel nog niet geheel klaar was. Daarom is hier ook de kleine tempel reeds als geheel voltooid weergegeven.Hoofdstuk 202: De oorsprong van de Jabusimbil-tempel, de sfinx en de zuilen van Memnon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Wat bij de Egyptenaren echter toch bleef hangen van deze reusachtige mensengestalten, was, dat zij door de blijvende herinnering aan de reuzen de neiging kregen om alles kolossaal weer te geven, waarvan hun eerste beeldhouwwerken maar al te duidelijk het bewijs leveren.
Hoofdstuk 203: De zeven reuzen en de sarcofagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Wel, zij kwamen op een heel slimme gedachte! Zij nietselden uit steen deels zeer grote en later ook heel kleine doodskisten, waarin hoogstens een, twee tot drie lijken voldoende ruimte hadden. Iedere kist kreeg een naar verhouding groot en zwaar deksel. Als dan in zo 'n kist een of meer lijken werden gelegd, nadat zij eerst met Mum (Muma, ook mumie, betekent aardhars, aardbalsem) goed gebalsemd werden, werd het deksel gloeiend heet gemaakt en de kist werd met het gloeiend hete deksel zogezegd voor eeuwige tijden afgedekt. Daardoor droogden de lijken in de kist helemaal uit, en als het deksel erg groot en heet was, verkoolden zij ook vaak of verbrandden tot as.
Hoofdstuk 203: De zeven reuzen en de sarcofagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] In de grotere plaatsen en gemeenten had men echter ook algemene kisten, die iedere zeven jaar weer voor een deel werden geopend. Hier werden dan iedere keer lijken bijgelegd, die weer geheel afgedekt werden, waarna dan boven op het deksel een flink vuur werd gestookt, waardoor de lijken in de grote kist natuurlijk tot as werden. Als zo'n kist vol as was, werd hij met meer geopend, maar hij bleef ter gedachtenis aan de vergankelijkheid van al het aardse als een monument staan waaraan men eer bewees.
Hoofdstuk 203: De zeven reuzen en de sarcofagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Hier nog verder naar rechts zien jullie weer de herderskoning Shivinz (Sfinx), naast hem een reusachtig grote hond, en voor de hond een aantal stukken van de leeuw. Nog meer naar rechts echter, meer omhoog, zien wij dezelfde hond met daaronder de afbeelding van de zon en de maan. Wat betekent dat?
Hoofdstuk 204: De sterrenbeelden op de vierde parel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Naast de grote honden hielden de oude Egyptenaren echter ook graag een kleiner soort hond; hun naam was Mal pas (kleine hond). Dat waren de lawaaimakers; Poroshit betekent in de oude taal 'sein-' of 'lawaaimaker'. Als iets vreemds een huis of een kudde naderde, begonnen de kleine honden al te blaffen; dat trok de aandacht van de grote en die begonnen dan met hun geweldige geblaf de wilde beesten ontzag in te boezemen, waarop deze zich dan ook terug begonnen te trekken. ..
Hoofdstuk 204: De sterrenbeelden op de vierde parel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] De verstandigsten uit het volk maakte hij tot onderwijzers en priesters, en hij richtte overal scholen op voor alle mogelijke vakken die het nut van het doen en laten van de mensen op het oog hadden. De hoogste godgeleerdheid kon men echter alleen maar in Kar nag bij Korak en uiteindelijk in Ja bu sim bil in het geheim door vele en harde beproevingen verkrijgen.
Hoofdstuk 205: De indeling van de tijd op de vijfde parel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Luister! Onze Shivinz had als herderskoning een van de grootste honden, waarvoor werkelijk geen leeuwen geen panter veilig was. Deze hond bewaakte lange tijd de kudden van de Shivinz. Toen echter na verloop van tijd de hond van ouderdom stierf, nam Shivinz zich voor om uit achting en als nagedachtenis dit dier in een sterrenbeeld aan de zuidelijke hemel voor altijd te verzinnebeelden. Hij gaf dat sterrenbeeld de naam van de grote hond die jarenlang de kudde van de koning trouw bewaakt had. Dat de koning zijn hond tussen de sterren onderbracht is te zien aan het feit, dat onder de buik van de hond de zon en de maan te zien zijn. Alles waar de zon en de maan onder staan, bevindt zich zinnebeeldig tussen de sterren, ter nagedachtenis aan iets van grote betekenis.
Hoofdstuk 204: De sterrenbeelden op de vierde parel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Toen vroeg de oude waard MARKUS, terwijl hij de engel bij zijn uitleg onderbrak: "Zeer beminnelijke vriend, nu je toch bezig bent een verklaring over de parels te geven, zou je ons dan ook niet willen uitleggen wat er met die hoogst merkwaardige sfinx aan de hand is, die als half vrouw en als half dier de mensen steeds op leven en dood het beroemde raadsel opgaf, welk dier 's morgens op alle vier, 's middags op twee en 's avonds op drie voeten loopt? Wie het raadsel niet wist op te lossen, werd door de raadsel sfinx gedood; wie het echter op zou kunnen lossen, mocht de sfinx doden! -Is daar feitelijk wel iets van waar, of niet?"
Hoofdstuk 205: De indeling van de tijd op de vijfde parel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] In deze tijd bevinden er zich echter in het uitgestrekte en zeer lange Nijldal nog veel piramiden en allerlei tempels die pas veellater onder de Farao's ten tijde van Abraham, Isaäk en Jacob gebouwd zijn; die worden hier niet bedoeld, maar alleen slechts die, welke onder Shivinz gebouwd werden.
Hoofdstuk 206: De piramiden, de obelisken en de sfinx. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] De vraag werd echter drie dagen tevoren reeds aan de klanten bekendgemaakt, zodat zij erover na konden denken. Op de derde dag, als zij deze zelfde vraag uit de mond van het beeld moesten krijgen waarbij hun leven van het goede antwoord afhing, liet echter beslist niemand het er op aankomen, maar iedereen trok zich heel bescheiden terug, betaalde het verlangde bedrag voor de vooraf gekregen vraag en reisde terug naar zijn eigen land, dat vaak heel ver weg lag.
Hoofdstuk 206: De piramiden, de obelisken en de sfinx. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] En IK zei tegen hem: "Heel noodzakelijk! Want over een aantal eeuwen zullen er allerlei onderzoekers opstaan en dit land zeer nauwkeurig doorzoeken, en zij zullen nog veel zaken vinden die nu door Raphaël genoemd zijn. Dat zal hen zeer verwarren, zoals het jullie en in die tijd jullie nakomelingen ook zeer zou verwarren; maar door deze volledig ware onthulling weten jullie ook hier alles van. In latere tijd zal Ik echter weer mannen opwekken die voor de zoekende en onderzoekende mensen deze oude raadsels nogmaals zullen onthullen. - Maar nu zullen wij zelf naar hen toegaan en hun het ware hemelse evangelie geven."
Hoofdstuk 207: De sterrenbeelden van de zevende parel. Het verval van de Egyptische cultuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] O Heer, wat zijn veel blanken in dit opzicht toch dom, dat zij niet inzien dat wanneer het verstand het eerst ontwikkeld wordt, het altijd een moordenaar is van het hart! Want het pure verstand maakt het kind ingebeeld en hoogmoedig; als echter inbeelding, eigendunk en hoogmoed eenmaal bezit genomen hebben van het hart, moet iemand maar eens proberen het om te vormen, dan zal hij er wel heel vlug van overtuigd raken dat een oude, kromgegroeide boom nooit recht te buigen is.
Hoofdstuk 209: De ontwikkeling van het verstand en het gemoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Deze mensen met die lichte huidskleur hebben daarom heel hard Mijn lessen en Mijn daden nodig om te beseffen wie Degene is die hun leert en wat Hij wil. Jullie bevinden je echter nog in de heerlijke oertoestand. Jullie levensschool begint met de juiste middelen ook op de juiste plaats. Jullie beginnen de mens pas daar als mens te vormen, waar hij het eerst en voor alles gevormd moet worden, en dat moeten de blanken in het vervolg ook, want Ik wijs hun daartoe nu de weg.
Hoofdstuk 210: Over de onbedorven oertoestand van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Ik had ook naar jullie kunnen komen, omdat jullie nu toch onvergelijkelijk veel beter zijn dan de blanken; maar jullie hebben Mijn komst nog nooit nodig gehad. Ik had jullie nu echter hier nodig als getuigen van Mijn oorspronkelijke orde, en liet jullie daarom door Mijn wil leiden en tenslotte zelfs aansporen om hierheen te komen, opdat de blanken kunnen zien wat de mens in zijn onbedorven oertoestand is en moet zijn.
Hoofdstuk 210: Over de onbedorven oertoestand van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)