Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 165 van 1088

...  153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178  ...
[3] Onthoud dit allemaal goed, want zo zal het gebeuren opdat de mensen niet te veel de stem van hun arme broeders en zusters door het verafgoden van deze plaatsen zullen negeren! Het zal hen allen in verwarring brengen! In het verkeerde Nazareth zullen zij Mijn huis zoeken en het zal hun duizelen, want het echte Nazareth zal al gauw nadat Ik opgevaren zal zijn naar Mijn rijk, van de aardbodem worden verdelgd.
Hoofdstuk 2: Het lot van de plaatsen van Palestina. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Wie naar het vergankelijke zoekt, zal ook het vergankelijke vinden en daaraan sterven, wie echter het ware Nazareth in het hart zal zoeken zal het in iedere arme broeder vinden, en een waar Bethlehem in iedere arme zuster!
Hoofdstuk 2: Het lot van de plaatsen van Palestina. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Mijn Nazareth zal men niet meer vinden, maar wel een ander achter het gebergte, westelijk van hier. Genezareth zal ophouden te bestaan, slechts Tiberias aan deze zijde van de zee zal blijven. Caesarea Philippi, waar we nu zijn, is al verdwenen, maar er zal er een blijven boven het meer, waar de Jordaan vandaan komt, en een in het westen niet ver van de grote zoutzee, in de buurt van Tyrus en Sidon. Van het land Samaria zal slechts het gedeelte van hier in zuidelijke richting tot aan de grote zee blijven bestaan, het kleine deel dat meer naar het oosten ligt, met het echte Sichar en de echte berg Horeb, zal ophouden te bestaan, en de latere nakomelingen zullen het zoeken en niet ver van de grote zee vinden. Maar het zal niet meer zijn dan een naam en een ongenaakbare berg, en geen waarheid. En zo zal het ook gaan met Jeruzalem en nog heel veel plaatsen van het Beloofde land, dat herhaaldelijk in een woestenij veranderd zal worden.
Hoofdstuk 2: Het lot van de plaatsen van Palestina. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Streef er daarom naar, dat dwaasheid en blind bijgeloof niet om zich heen grijpen temidden van Mijn leer van het leven en de ware kennis van God op de enige weg van de daadwerkelijke liefde. Deze liefde zal iedereen het ware licht en het juiste en onbegrensde inzicht geven in alles wat zich in de natuurlijke en geestelijke wereld voordoet! Dat is en blijft eeuwig de alleen ware en effectieve weg naar Mij en Mijn eeuwige rijk.
Hoofdstuk 2: Het lot van de plaatsen van Palestina. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Laten we nu naar de negen verdronken mensen gaan. Marcus, laat wijn brengen, want die zullen wij nodig hebben!"
Hoofdstuk 2: Het lot van de plaatsen van Palestina. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Daarna gingen wij snel naar de negen verdronken mensen en Ik liet hen met de gezichten naar boven en de hoofden bergopwaarts neerleggen. Toen zij zo waren neergelegd, zei IK tegen Marcus: "Geef elk van hen enige druppels wijn in de mond!" Dat ging gemakkelijk, omdat allen met de mond open lagen. Terwijl dat gedaan werd, zei ik tegen alle aanwezigen: "Laat iedereen die nu nog twijfelt, eerst zelf controleren of alle negen wel helemaal dood zijn!"
Hoofdstuk 3: De Heer en de negen verdronken mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Als zij dan echter aan gene zijde naar Mij toe zullen komen om het vermeende loon voor hun moeite en opoffering te ontvangen, zal Ik hun laten zien hoe ontzettend dwaas zij gehandeld hebben en wat voor ellende zij met hun onzinnige daden, die Ik hun nooit heb opgedragen, onder de mensen hebben aangericht. Allereerst wel onder hen die direkt aan hun zorgen toevertrouwd waren, zoals de arme, zwakke vrouwen, kinderen en andere hulpbehoevenden van hun huishouding! En hun zal te kennen gegeven worden dat zij niet eerder tot Mijn genadelicht zullen komen dan nadat zij al het door hen aangerichte kwaad geheel in het reine gebracht zullen hebben. Dat zal echter erg moeilijk voor hen zijn, omdat zij daarvoor slechts heel gebrekkige middelen zullen hebben in het schamele schemerlicht van het geestenrijk boven en onder de aarde.
Hoofdstuk 2: Het lot van de plaatsen van Palestina. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Onder de dertig bekeerde Farizeeën bevond zich ook een DOKTER, die er verstand van had of een lichaam helemaal dood was of niet. Deze trad naderbij en zei: "Ik kom niet naar voren omdat ik ook maar de geringste twijfel aan de dood van deze verdronken mensen zou hebben maar om, als ter zake kundige, Jullie door mijn onderzoek het overtuigende bewijs te geven dat deze negen helemaal dood zijn." Toen betastte hij de negen, keek naar hun ogen en naar de Hippocratische neuzen, die een zeker teken zijn van de volledige dood en het algehele uitgeblust zijn van alle fysieke levensgeesten.
Hoofdstuk 3: De Heer en de negen verdronken mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Na een nauwgezet onderzoek sprak de dokter luid zijn oordeel uit, daarin gesteund door het overeenkomstige getuigenis van allen die zijn conclusie juist en geldig en waar bevonden, en hij voegde daar nog aan toe: "Niet nu, maar reeds gisteren, een uur nadat zij in het water terechtkwamen, waren zij al net zo volkomen dood als zij nu zijn! Te oordelen naar de neus en de geur is de ontbinding al ingetreden. Geen menselijke kennis, kracht en macht roept deze negen mensen meer in het leven terug! Dat kan Hij alleen maar, die op de jongste dag alle doden uit de graven weer in het leven terug zal roepen !"
Hoofdstuk 3: De Heer en de negen verdronken mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Toen hoorden velen een STEM, die klonk als het rollen van vele donderslagen: "Ik heb hen door Jou, Mijn geliefde Zoon, verheerlijkt, want Jij bent het, aan wie Ik een waar welbehagen heb! Naar Jou moeten de mensen luisteren!"
Hoofdstuk 3: De Heer en de negen verdronken mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Maar laten we nu overgaan tot datgene, wat Ik voor jullie wil doen om het voor ieder van jullie duidelijk te maken dat alleen Ik waarlijk degene ben die zou komen volgens de voorspelling van alle profeten tot en met Simeon, Anna, Zacharias en Johannes, die door Herodes werd onthoofd! Kijk, deze negen zullen allemaal volkomen levend worden en naar huis, naar hun familie gaan! Zodra zij helemaal versterkt zullen ontwaken, mogen jullie ze echter niet ophouden, maar je moet hen meteen laten gaan. En pas wanneer Ik deze omgeving heb verlaten, kan iemand van jullie hun eventueel vertellen wat er hier met hen is gebeurd!"
Hoofdstuk 4: Voorbereidingen voor de opwekking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] De PERZEN zeggen: "Dat denken wij ook! Want wat alleen de macht van de goddelijke wil mogelijk is, is geen mens, die zelf slechts een schepsel is, mogelijk tenzij Gods wil met en door de menselijke wil werkt. Dat is onze mening en wij geloven daarmee niet op de verkeerde weg te zijn. -Maar nu gaat iedereen naar het water en daarom zullen wij nu ook aan boord van onze vaartuigen gaan, want bij deze gelegenheid zal beslist weer veel wonderbaarlijks gebeuren en daar moeten we bij zijn.
Hoofdstuk 6: De hebzucht van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Judas Iskariot zoekt echter zijn eigen vermaak en gaat helemaal alleen naar de geheel verwoeste stad om te onderzoeken hoe het er daar uitziet. Eertijds had hij immers horen vertellen dat de rijke Grieken daar enige straten met goud en zilver hadden willen plaveien. En hij had begrepen dat de rijken daar al uitgebreid mee begonnen zouden zijn. Hij sloop daarom naar de plaats van de brand om daar te gaan vissen naar goud, zilver en andere kostbaarheden zonder eigenaar.
Hoofdstuk 6: De hebzucht van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Toen onze goudvisser echter haastig weer naar het huis van Marcus ging, trof hij daar natuurlijk niemand aan behalve de vrouwen de dochters van Marcus. Daar had hij weinig aan, omdat zij de handen vol hadden aan het klaarmaken van het middagmaal en geen tijd voor hem hadden. Bovendien geloofden zij allen reeds te vast in Mij en waren daarom helemaal niet in de stemming om de wat brutale vragen van Judas Iskariot te beantwoorden. Ook stond deze leerling beslist niet zo erg bij hen in de gunst, omdat hij zich gedurende die paar dagen reeds meermalen zelfvoldaan en onuitstaanbaar had gedragen.
Hoofdstuk 6: De hebzucht van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Vervolgens zeg IK tegen de vele omstanders: "Dit werk is nu ook klaar! Laten wij deze plaats thans verlaten en aan de tafels gaan, waarop reeds een goed klaargemaakte ochtendmaaltijd op ons wacht! .Want als WIJ hier zouden blijven, zouden wij de opnieuw ontwaakten maar in de war brengen en zij zouden denken dat er iets buitengewoons met hen aan de hand was. Als zij echter niemand in hun omgeving zien, zal het hun voorkomen alsof zij door de storm van gisteren helemaal verdoofd en uitgeput op deze heuvel zijn ingeslapen en nu op de ochtend van deze eerstvolgende dag na de sabbat van gisteren weer uit de diepe slaap zijn ontwaakt! Dan zullen zij, zonder zich ook maar om ons te bekommeren, rustig opstaan en naar huis gaan, waar zij natuurlijk met buitengewone blijdschap ontvangen en gesterkt zullen worden."
Hoofdstuk 4: Voorbereidingen voor de opwekking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178  ...