Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2682 resultaten - Pagina 166 van 179

...  154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179
[1] (DE DRIE ZONNEDOCHTERS:)”Wij hebben wel gemerkt, dat vooral deze broeder die jullie 'Martinus' noemen, enkele zeer opmerkelijke vonkjes van een mystieke wijsheid bezit, overeenkomend met die van onze wijzen uit het hooggebergte. Die komen soms ook met dingen bij ons, die, evenals hun woningen, buiten ons gezichtsveld liggen en onze kennis te boven gaan. Maar wat heeft voor hem en jullie zo'n diepe mystiek voor nut, als jullie de eerste principes van de praktische levenswijsheid totaal ontbreken?
Hoofdstuk 148: Voortzetting van de toespraak door de drie zonnedochters van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Deze bestaan echter in de juiste inschikkelijkheid ten opzichte van zwakkeren. Want daar waar de sterke ten opzichte van de zwakke sterk wil zijn en hem wil overwinnen, daar gaat alle orde van de wijsheid verloren. Want elke kracht moet de overwinning vinden in haar helder bewustzijn en nooit in de smadelijke onderwerping van diegene, die van verre al als de zwakke re herkenbaar is.
Hoofdstuk 148: Voortzetting van de toespraak door de drie zonnedochters van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] En zo handelden ook wij, toen we jullie als de verreweg zwakkeren op onze grond zagen; wij deden wat jullie wilden, om jullie des te dieper te kunnen doorgronden. Wij hebben nu heel goed ingezien, dat jullie heel betreurenswaardige wezens zijn. Daarom nodigen wij jullie, ondanks dat jullie geesten zijn, ook uit, bij ons hier de juiste wijsheid te leren die jullie voor alles nodig hebben, willen jullie mettertijd betere gedachten en voorstellingen omtrent de allerhoogste Geest verkrijgen!
Hoofdstuk 148: Voortzetting van de toespraak door de drie zonnedochters van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Want zie, wij zijn immers juist door de echte wijsheid reeds nu als kinderen in de lichamen van deze aarde veel en veel zuiverder van geest, dan jullie het ooit zullen worden. Het geestelijke ligt toch zeker niet in het lichaam, maar in de eigenlijke geest, die toch steeds dezelfde is en blijft, of dat nu in een grover of fijner etherisch lichaam is.
Hoofdstuk 148: Voortzetting van de toespraak door de drie zonnedochters van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Opdat jij, Martinus, echter ziet dat onze wijsheid toch wel een beetje verder reikt en wij jou en jullie allen beter kennen dan jij denkt, zul je in de woning van onze ouderen een schouwspel aantreffen, waarin je je vanaf het allereerste begin tot precies op dit ogenblik helemaal zult terugvinden.
Hoofdstuk 148: Voortzetting van de toespraak door de drie zonnedochters van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Jij waant je nu wel heel ver buiten je grote hemelse huis te zijn? Zie, wij zijn op dit ogenblik daar en zien alles precies, hoe het daar toe gaat. Zo waren wij er ook getuigen van, toen jij de vermomde draak een vurige kus wilde geven. Maar denk nu niet na over de kracht van ons gezichtsvermogen, want te rechter tijd zul jij in de ware wijsheid de oorzaak van dit alles vinden. De vrije wil van jou en van jullie allen moge jullie begeleiden! Wij gaan nu vooruit!'
Hoofdstuk 148: Voortzetting van de toespraak door de drie zonnedochters van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] MARTINUS zegt: 'Heer, Gij weet dat ik nu zoals altijd zeg: 'Alleen Uw heilige wil geschiede!' Want ik weet immers, dat alleen U alle wegen kent die we hebben te gaan om tot dat doel te komen, dat U als God, Vader, Heer en Liefde en Wijsheid voor eeuwig voor ons hebt gesteld. Maar desalniettemin sta ik hier nu als het ware ten einde raad en kan op dit moment niet eens de vele tegenstrijdigheden op een rij zetten, die nu bij deze drie zonnegodinnen als in één stroom zijn opgeborreld.
Hoofdstuk 149: Ontnuchterende uitwerking van de wijsheid van de drie zonnedochters op Martinus' zekerheid omtrent zijn overwinning - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Maar het gaat nu, zoals het gaat. Als U het wilt, dan zal ik - zoals stellig wij allemaal - handelend optreden en zullen we nu naar hun woning gaan. Maar dat, o Heer, zult U mij wel toestaan, dat ik bij een voorkomende gelegenheid mijn tong niet hoef te beteugelen? Hun onmetelijke schoonheid zal mij nu niet meer in de war brengen. Verheug jullie daarom, jullie vrome wezens van deze planeet - nu zullen jullie Martinus op een manier leren kennen, waarbij jullie grote wijsheid je zal voorkomen als een worm vergeleken met een berg! Want tot Uw eer en om Uw naam zal ik een leeuw gelijk worden en met duizend gloeiende zwaarden tegelijk strijden! Maar natuurlijk mag U, o Heer over alles, mij niet in de steek laten. Want als U dat zou doen, dan zou ik met mijn grote moed pas goed in de puree komen!'
Hoofdstuk 149: Ontnuchterende uitwerking van de wijsheid van de drie zonnedochters op Martinus' zekerheid omtrent zijn overwinning - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Geloof maar niet dat deze drie nu, omdat ze door Mij noodzakelijkerwijs wat teruggedrongen werden, zich afgekeerd hebben van de liefde in hun hart, blijkens hun lange toespraak over de waarheid. Zouden ze dat hebben gedaan, dan zouden ze ons nimmer hebben verzocht hen te volgen en zouden ze ook niet zo veel woorden tot ons hebben gericht; want hun wijsheid wordt anders in heel weinig woorden uitgedrukt.
Hoofdstuk 150: Liefdevolle wijze gedragsregels van de Heer aan Martinus - Wenken over wat er innerlijk bij de drie schoonheden omgaat - Martinus' ergernis en de geruststellende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Het zou daarom heel onbillijk zijn, als wij hen naar hun eerdere, puur uit jaloezie voortkomende woorden wilden beoordelen, - welke jaloezie juist door de nieuw ontwaakte liefde in hen is ontstaan. Ze zagen dat hun schoonheid ons in zekere zin koud laat en ze zich bij ons noch door hun schoonheid, noch door hun hevige liefde echt geliefd kunnen maken. Daarom namen ze hun toevlucht tot een goedmoedige wijsheid en willen ons zoveel mogelijk behulpzaam zijn.
Hoofdstuk 150: Liefdevolle wijze gedragsregels van de Heer aan Martinus - Wenken over wat er innerlijk bij de drie schoonheden omgaat - Martinus' ergernis en de geruststellende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] MARTINUS zegt: 'O Heer, geef mij toch een beetje meer inzicht en doorzicht, opdat ik in het vervolg beter kan beoordelen, wanneer de drie schoonheden weer met hun frappante wijsheid zullen komen. Anders sta ik er niet voor in, dat ik niet weer een hele ezelachtige streek uithaal.'
Hoofdstuk 150: Liefdevolle wijze gedragsregels van de Heer aan Martinus - Wenken over wat er innerlijk bij de drie schoonheden omgaat - Martinus' ergernis en de geruststellende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Deze mensen verliezen ook gauw het plezier in een geest, als ze merken dat hij hen in wijsheid evenaart of, zoals bij Petrus en bij Johannes het geval is, hen verre overtreft. Dan worden ze buitengewoon bits en zeer terughoudend. Maar als ze te maken hebben met iemand zoals jij bent, dan zijn het de voorkomendste wezens die je maar kunt vinden en je kunt ze dan ook zogezegd om de vinger winden. Blijf daarom zoals je bent, dan zul je Mij hier het allerbeste kunnen dienen! Maar wees nu stil, ze komen al vlak bij ons.'
Hoofdstuk 150: Liefdevolle wijze gedragsregels van de Heer aan Martinus - Wenken over wat er innerlijk bij de drie schoonheden omgaat - Martinus' ergernis en de geruststellende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Als echter alle engelen en geesten ons een dergelijk getuigenis geven en bij ons helemaal niet terughoudend zijn, dan begrijpen wij niet wat jullie dan toch wel bij ons ontdekken, waarom jullie je zo weinig tot ons voelt aangetrokken. Wij vragen de andere geesten nooit om bij ons te komen. Maar toch komen ze graag, omdat ze bij ons steeds datgene vinden, wat hun groot plezier doet en vreugde geeft. Maar jullie nodigden wij dringend uit zo goed we maar konden langs de zuivere weg van de wijsheid van onze hoogste wijzen. Maar op jullie lijkt dat weinig of helemaal geen uitwerking te hebben gehad. Zeg ons toch, jij verhevene, wat daarvan nu de werkelijke oorzaak kan zijn. Zeg ons waarom jullie nog niet in onze woningen zijn gekomen, waar duizenden op jullie wachten!'
Hoofdstuk 151: Vraag van de drie schoonheden aan de Heer, waarom Hij en de Zijnen niet in hun woningen zijn gekomen - Het wijze antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Maar dit moeten jullie bij al je wijsheid toch ook weten, dat wij door wijsheid alleen helemaal niet worden aangetrokken, maar slechts door de juiste, levende liefde! Als men ons op juiste wijze lief heeft, dan zullen wij de drang van jullie hart wel volgen. Maar jullie vermeende grote wijsheid zal ons nooit ook maar een halve stap verder brengen!
Hoofdstuk 151: Vraag van de drie schoonheden aan de Heer, waarom Hij en de Zijnen niet in hun woningen zijn gekomen - Het wijze antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Uit louter heimelijke gal, omdat deze zonnemeisjes inderdaad oneindig veel mooier en wijzer zijn dan zij, vallen deze zottinnen als gevulde strozakken op de grond en roepen: 'O wee, wee, wij lelijkerds.', alleen omdat hun onverdraaglijke ijdelheid gekrenkt werd. 0 jullie ganzen, willen jullie dan soms vanuit je onnozelheid nog mooier zijn dan deze dochters van de hemelse wijsheid, die zo hoog is, dat ze ons mannelijke geesten de zeer terechte bewondering afdwingt? Ik zeg jullie, dat je er nog lang niet bent!
Hoofdstuk 152: Verdeemoedigende werking van de lichamelijke schoonheid van de drie zonnemeisjes op de andere vrouwen - Martinus' donderpreek en de raad van de Heer aan de geërgerde vrouwen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179