Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 166 van 278

...  154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179  ...
[3] Wat waren wij allen zonder haar? Niets dan halfverstandelijk bewegende machines, die tenslotte hun eigen waan zouden hebben verbruikt en de heer van de natuur zou een armzalige slaaf, zo nietig als een mug, zijn geworden, die bij het zien van een boomkikvors, door grote vrees gedreven, gevlucht zou zijn als een lam bij het zien van een verscheurende wolf. En wel, omdat hij niet wist wat in deze of gene woont en het allerminst, dat zijn eigen ziel een laatste en volledig gevormde onsterfelijke ziel is, ja een ziel waarin alle zielen van de schepselen verenigd zijn! En omdat hij, voor driekwart dood zijnde, dat vanuit zichzelf onmogelijk te weten kon komen, hoe zou hij dan wel zijn innerlijke leven, zijn liefde, zijn geest en de zuiver goddelijke afkomst daarvan hebben kunnen begrijpen?!
Hoofdstuk 68: Adams woorden tot de zijnen en de kinderen van de middag - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[23] Jullie vaderen hebben weliswaar veel gesproken over gehoorzaamheid en hebben daardoor de harten van deze kinderen zeer goed losgewoeld; ik zeg echter, wie liefheeft, kan het goed zonder de gehoorzaamheid stellen. Is de gehoorzaamheid dan niet de geestelijke weg naar de liefde, die het doel van al het leven is?! Maar heeft iemand op deze weg het doel bereikt, zeg me, waarom zou hij daarna die weg nog bewandelen?!
Hoofdstuk 70: Henoch predikt over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Wat valt hier aan te doen? Ik zou het Henoch wel willen vragen; maar waarlijk, hier op deze plek is het de eerste keer in mijn leven dat ik geen moed heb een kind te vragen dat bovendien nog een kind van nakomelingen is! -, hoe ik mijn moeheid, zonder mijn gelofte te breken, het hoofd zal bieden!
Hoofdstuk 79: Adams zwakheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] In je hart vragen jullie nu aan mij: 'Wanneer en hoe verontreinigden wij deze kinderen? En als het gebeurd is zonder dat wij het eigenlijk wilden, hoe kan deze fout weer goed te maken zijn?'
Hoofdstuk 81: De patriarchen bij de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] "O heilige, liefdevolle Vader, U die alle duisternis der wereld in het helderste licht doorschouwt", zo begon Henoch in zijn hart tot Mij te bidden en te vragen, "U weet, dat ik Uw heilige woord zonder toevoeging en zonder weglating getrouw aan Adam verkondigde! Hoe kan het dan, dat de zo waardige vader Seth het zo anders heeft opgevat?
Hoofdstuk 82: Seth verwijt Henoch zijn woorden van waarheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] O heilige Vader, Gij vol van liefde en erbarmen, toon mijn onvoorwaardelijke gehoorzaamheid ten opzichte van Uw heilige wil de oorzaak daarvan aan en hoe de zaak bij Seth weer volledig goedgemaakt zou kunnen worden! Ik, Uw arme, zwakke Henoch, beloof U in mijn U boven alles liefhebbende hart plechtig, dat zelfs niet één haar op mijn hoofd zich zal bewegen zonder Uw heilige wil! Amen."
Hoofdstuk 82: Seth verwijt Henoch zijn woorden van waarheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Nu maakte je weer een fout omdat je ten eerste Adam en mij meer vergevingsgezindheid toevertrouwt dan de eeuwige liefde van Jehova Zelf, wiens meest eigen kinderen wij toch allemaal zonder uitzondering zijn of we nu goed zijn of vol ongehoorzaamheid zitten, en ten tweede schijn je te menen dat alles slechts hoofdzakelijk van mijn woorden afhangt, zonder te bedenken dat ook het door een steen gesproken woord van de Heer, hetzelfde heilige, levende woord is.
Hoofdstuk 83: Henochs woorden over Seths vergissing - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Vandaar dat het Gods liefde ook niet onverschillig laat of wij zus of zo handelen. Als wij weliswaar de Liefde op zich beschouwen, dan is het daar zo mee gesteld, dat zij blind is voor alle handelingen van haar kinderen, net als een tedere moeder dat is ten opzichte van haar zuigeling; maar God zou zonder liefde geen God zijn en de Liefde zou zonder God geen Liefde zijn. En zo zijn God en Zijn liefde één wezen en is God machtig in Zijn liefde en de Liefde heilig door God. En deze aldus enige God is alles tezamen genomen onze meest liefdevolle, heilige Vader, zoals wij Zijn kinderen zijn, volkomen naar Zijn evenbeeld, omdat ook wij een hart en daarin een geest van de liefde hebben, evenals in ons gehele wezen een levende ziel met een volledig verstand woont en ook het verstand op zich gelijk is aan het wezen van God en de liefde van de geest in het hart met haar vrije wil gelijk is aan de liefde in God. En wanneer uit de ziel en uit de geest door de vrije wil het wezen één geheel wordt, dan gelijken ook wij in alles volkomen op God en zijn bijgevolg eerst dan Zijn kinderen.
Hoofdstuk 69: Seths troostende woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Toen Sethlahem die woorden had gehoord, sloeg hij zich op zijn borst en zei: "O Henoch, ik erken de grote waarheid in je woorden, maar jij hebt makkelijk praten omdat jij haar al hebt; want de Heer heeft haar uit Zichzelf voor niets aan jou gegeven, zonder dat je daarvoor hetzelfde hoefde te doen wat je mij nu opgedragen hebt te doen! O zie, in geborgenheid is het goed rusten en zonder onderpand is het goed nemen; alleen zo is het niet bij mij! Al heel lang werk ik en worstel ik niet aflatend voor datgene wat jou zonder moeite ten deel gevallen is; maar het is tevergeefs! Voor mij is de hemel met stenen versperd en het zou gemakkelijker zijn om in de aarde een gat te graven dat zou kunnen reiken tot waar geen aarde meer is, dan ook maar een enkel dauwdruppeltje leven van de liefde van boven op te vangen.
Hoofdstuk 71: Sethlahems verlangen naar de ware wijsheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Zeer verheugd over Asmahaëls mooie woorden, zei Adam: "Ik heb je terechte zuchten duidelijk verstaan en ken het slechte stof van de diepte, deze vijand van al het innerlijke schouwen, zeer goed; maar alvorens wij tot het een of andere heilzame werk overgaan, moet eerst de wil van onze grote Heer nauwgezet worden onderzocht. Want door ons zal nooit iets ondernomen worden zonder de goed gekende wil van boven; dus nog slechts een korte tijd en heden nog zal bepaald worden wat de grote Heer boven alle sterren besloten heeft te doen in de diepten der gruwelen en dat zal zeker het beste zijn. En hoe het ook mag uitvallen, voor of tegen, zo geschiede altijd met de meeste nauwgezetheid Zijn meest heilige wil! Amen."
Hoofdstuk 78: Asmahaëls woorden van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Vol hoogachting en liefde zei Henoch: "0 waardige vader Seth! Heeft een kind wel het recht zich tegen de vermaning van een vader te verzetten?! Je hebt mij weliswaar het woord van God verweten, dat ik heb moeten uitspreken; maar als je namens de Heer met mij spreekt, kan en mag ik vrijuit tot je spreken en je vragen en antwoorden! Als je echter als vader op de toon van een leraar met mij spreekt, zie, dan is het mijn kinderlijke plicht je onvoorwaardelijk te gehoorzamen, te zwijgen en me in mijn eigen hart onmiddellijk met de liefde van Jehova te verenigen. Kijk vol verwachting, maar zonder vrees naar de spreker die door het dier wordt gedragen; want het is nu de wil van de Heer, dat hij voorlopig tegenover jullie mijn plaats zal innemen! Vraag hem, en hij zal je het meest passende antwoord geven in naam van Degene die hem daartoe heeft geroepen!Amen."
Hoofdstuk 82: Seth verwijt Henoch zijn woorden van waarheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Laat niemand een te grote begeerte hebben een werktuig van de Heer te worden, maar laat iedereen volharden in alle heilige stilte en grote deemoed en verborgen liefde! Want er schuilt geen dankbaarheid in en het is zeer zeker geen verdienste als iemand door de Heer wordt geroepen om als een werktuig te dienen - want de Heer is in staat ook zonder werktuigen Zijn grote werken te verrichten -; maar alles berust daarop, dat wij niet een Heer zoeken om Hem onze onbeduidende belangen op te dringen om daarmee aan te tonen dat wij ook wat zouden zijn of zouden kunnen, maar dat wij allemaal een en dezelfde heilige Vader zoeken, opdat Hij ons vol genade als kinderen van het eeuwige leven op wil nemen door de genadige en liefdevolle opwekking van onze slapende geest en door de verlichting van onze door de wereld verduisterde ziel.
Hoofdstuk 83: Henochs woorden over Seths vergissing - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Wie is in staat God genoegdoening te geven?! Wie kan rein en volmaakt tot Hem bidden en zonder zonde Hem danken, Hem loven en prijzen en tot Hem met een smetteloze ziel bidden als een kind tot zijn vader?!
Hoofdstuk 84: Adam richt wijze woorden tot Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Nu zijn jullie in deze zo liefderijke positie als kinderen van de heilige Vaders geplaatst, jullie zijn vrij en vol leven en genade van boven; hoe kunnen jullie dan zo verblind zijn de kinderen van diezelfde heilige Vader zonder enige reden naar de verschillende oorden te verbannen onder de dwang van een duister gebod, dat hen niet tot leven brengt noch vreugde geeft, maar hen naar lichaam en geest doodt?!
Hoofdstuk 85: Asmahaëls woorden over de wet - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Maar Enos trok Jared aan zijn mouwen zei hem aan zijn oor, zonder dat beiden waren opgestaan: "Luister, Jared, jij bent de wijze onderwijzer van je zoon en je hebt hem duidelijk ingeprent God in zijn hart lief te hebben en ook dat de liefde tot God gelijk staat met de liefde van mens tot mens en inniger is dan de liefde van de man tot zijn vrouwen tot zijn kinderen. Kijk, hij ziet nu de grote verlegenheid waarin wij ons allemaal bevinden; waarom laat hij ons dan nu in de steek?
Hoofdstuk 86: De gedachten van de patriarchen over Asmahaëls woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179  ...