Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 167 van 1166

...  155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180  ...
[3] IK zeg: "Mijn kindje, er is niets te vergeven, blijf maar op deze wijze van Mij houden! Want Ik zeg jullie allen nu: Wie Mij niet liefheeft zoals jij, Mijn liefste Jarah, Mij hebt liefgehad en nog liefhebt, diens liefde is voor Mij geen liefde!
Hoofdstuk 144: God, de volmaakte mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Wie God niet als een volmaakt mens liefheeft, kan nog minder zijn naaste liefhebben, die een nog heel onvolmaakt mens is! Als er echter geschreven staat dat God de mens geschapen heeft naar Zijn evenbeeld, wat moet God dan anders zijn -als de mens Zijn evenbeeld is -dan ook een mens, maar dan natuurlijk geheel volmaakt!? Of zie Ik er nu anders uit dan een mens omdat jij, Mijn kindje, een paar heel kleine druppeltjes van Mijn heerlijkheid hebt gezien?"
Hoofdstuk 144: God, de volmaakte mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De HOOFDMAN zegt: " Ja, ja, juist, ja, - van angst alleen al zou ik bijna die heerlijke droom vergeten zijn! Ja, als deze berg zo zou zijn als ik hem gisteren in mijn droom zag, dan zou het natuurlijk prettig zijn om hem nog wel duizend keer te bestijgen, maar een droom blijft een droom!"
Hoofdstuk 145: De werkelijkheid van de gezamenlijke droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] EBAHL antwoordt: "Als ik en mijn vrouwen en kinderen al op dit gezichtbedrog in alle richtingen rondgelopen hebben, dan zal jouw gezicht bedrog toch wel een zekere vaste grond hebben!? Kom, sta op en overtuig je zelf overal van!"
Hoofdstuk 145: De werkelijkheid van de gezamenlijke droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] JARAH zegt: "O nee, U ziet er nog steeds hetzelfde uit, en in mijn hart is het ook niet anders geworden! Ja, ik zou U van pure liefde nu nog liever helemaal in mijn hart willen hebben! Ik zou U zo stevig willen omarmen dat mijn aderen zouden kunnen scheuren en U dan nooit meer loslaten, ja, ik zou Uw gezicht met ontelbare kussen willen overdekken en nooit meer willen ophouden U te kussen! Kortom, ik heb helemaal geen woorden om te zeggen wat ik uit pure liefde wel allemaal voor U zou willen doen! Maar U bent nu het allerheiligste, allerhoogste Goddelijke wezen, en ik denk daarom in mijn hart dat ik veel te onwaardig ben om U zo lief te hebben alsof U een mens zou zijn. Maar ik heb er nu wel een idee van, wat ik kan en mag, maar toch houdt mijn hart daar geen rekening mee en houdt nog vuriger van U dan eerst!"
Hoofdstuk 144: God, de volmaakte mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] De HOOFDMAN begint zich heel behoedzaam van de grond op te richten en zegt: "Heer en Meester! Vóór alles wil ik U danken dat ik op deze hoogte nog leef! Hoe gemakkelijk zou ik door mij driemaal om te draaien, naar beneden in de diepte hebben kunnen storten en dan zou mijn armzalige leven in deze wereld voor goed beëindigd zijn! Maar ik leef nog, en wel op dezelfde plaats waar ik gisteren ging rusten, en dat heb ik alleen maar aan U te danken, en daarom dank ik U daarvoor ook uit de diepste grond van mijn hart! Ik vraag U echter tevens vurig, of U mij en alle anderen van deze ijzingwekkende hoogte behouden zou willen laten afdalen naar Genezareth, en wel zo snel mogelijk, want zolang ik mij in mijn hart nog bezig moet houden met de afdaling, kan er bij mij van opgewektheid geen sprake zijn!"
Hoofdstuk 145: De werkelijkheid van de gezamenlijke droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] EBAHL zegt: "Vriend, hoezeer ik je anders ook waardeer, toch ga je mij door je onophoudelijk getwijfel tegenstaan! Is mijn woord voor jou dan helemaal niets meer waard? Wanneer heb ik ooit iets onwaars tegen je gezegd, zodat je mij niet op mijn woord kunt geloven? Kom hier en probeer het zelf, en twijfel dan verder niet meer!"
Hoofdstuk 145: De werkelijkheid van de gezamenlijke droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De HOOFDMAN zegt: " Ja, lieve kleine Jarah, mijn geloof is nu vaster dan deze berg en mijn hinderlijke angst is met de hulp van de almachtige Heer ook voor altijd verdwenen, -daar kun je van verzekerd zijn! Maar jouw souvenirs zijn ook van onschatbare aardse waarde. Die mossel met haar inhoud weegt op tegen de waarde van geheel Jeruzalem, want zij bevat vier en twintig parels ter grootte van een klein kippeëi, waarvan er één al honderdduizend pond goud waard is! Maar welke waarde deze zeer harde, doorzichtige en mooier dan de morgenster lichtende steen heeft, daar is op aarde geen maatstaf voor! Kortom, je bent nu niet alleen geestelijk, maar in werelds opzicht het rijkste meisje ter wereld! Waarlijk, je bent nu nog rijker dan alle koningen en keizers van de wereld bij elkaar! Wat vind je daarvan?"
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Nee, hoe langer ik deze mens beschouw, des te mooier en aantrekkelijker komt hij me voor! Zijn ouders zijn wel gelukkig te prijzen dat ze zo'n zoon hebben, en jij, lieve Jarah, kunt je voor zo'n geschenk wel buitengewoon gelukkig prijzen! Als er ergens ter wereld nog zo'n jongen te krijgen zou zijn, dan zou ik er echt al mijn schatten en landerijen voor over hebben!
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] JARAH zegt: "U zegt wat uw verstand u ingeeft, omdat u de geest niet kent! Deze jongeman zal tot en met mijn zestiende jaar mijn beschermer en leidsman zijn en hij zal mij onderwijzen in de wijsheid van Gods hemelen - en u ook, als u naar hem zult willen luisteren!"
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] JARAH zegt: "O beste Julius, dat was weer een vraag van u, die ik u niet in dank kan afnemen! Heb ik u dan niet meteen in het begin al gezegd dat deze jongeman na mijn zestiende jaar mij voor een tijdlang zal verlaten, zoals de Heer dat bepaald heeft? Dat zal mij echter niet deren, want mijn hart hoort helemaal aan de Heer, die eeuwig bij mij blijft! Maar als mijn hart een eigendom van God is, kan het niet ook nog eens het eigendom van een ander worden!
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] EBAHL zegt: "Ja, ja, mijn liefste dochter, daar heb je nu helemaal gelijk in! Maar jouw jaren zijn er nog niet; maar als ze zullen komen zul je een harde strijd met je lichaam te strijden krijgen! Ik wens je toe dat je het de baas zult worden!"
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[23] JULIUS zegt: "Dat nu juist niet! Maar - wat ik mij herinner van wat Hij vannacht tegen jou gezegd heeft - Hij is en blijft God, en de menselijke geest kan Hem pas dan geheel naderen als hij zich met de hem gegeven krachten zelf gevormd, ontwikkeld en staande gehouden heeft, waarbij hij tijdens deze zelf ontwikkelingsperiode door Hem geheel aan zichzelf wordt overgelaten! Als dat echter zo is, dan is God in die periode noodzakelijkerwijs een tiran met een blinddoek voor en verstopte oren! En als bij jou die door Hem Zelf aangekondigde periode zal komen, dan mijn allerliefste Jarah, zullen we daar verder over spreken!"
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Weliswaar ligt de oorzaak daarvan bij jullie niet in onkunde of eigenzinnigheid, maar in jullie oude gewoonte. Let echter in het vervolg toch meer op, opdat de mensen kunnen merken, dat jullie echt Mijn leerlingen zijn, en je voor de wereld niet de achting verliest die je voor je nieuwe ambt bovenal nodig hebt.
Hoofdstuk 147: De stem van de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Ga nu maar naar jullie leerlingen en leer ze dit, anders zullen ze jullie gaan vragen, wat en waarom jullie Mij hardop gevraagd hebben!"
Hoofdstuk 147: De stem van de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180  ...