Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 167 van 278

...  155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180  ...
[3] Luister, de Heer, God Jehova, onze meest liefdevolle, meest heilige Vader heeft het behaagd Asmahaël op te wekken, opdat hij ons allen de dwaasheid van de wet zou tonen, indien deze niet ten nauwste samenhangt met de goddelijke ordening! Wij bevonden ons allen buiten de ordening en konden daardoor ook niets van dat alles begrijpen; want aan de ene kant waren wij verstrikt in de ijzeren noodzaak van de wet en waren we dood in ieder woord, elke gedachte, elke wil en dus ook in iedere daad, - aan de andere kant hadden wij sterk voelbaar in onze harten de behoefte aan de ware vrijheid van het leven, zonder welke het leven geen leven zou zijn en ook nooit zou kunnen worden.
Hoofdstuk 88: Henochs legt Asmahaëls woorden uit - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Luister, je bent aan God en aan mij trouw verschuldigd; spreek daarom zonder dralen en verontschuldiging! Amen."
Hoofdstuk 93: Adams nieuwsgierigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] De valstrik van de wijsheid deugt er slechts voor om zware, ruwe kluiten zonder enige orde voor een korte tijd aan elkaar te hechten; maar de tere draden van de liefde omwinden het meest innerlijke tere leven en nemen zodoende heel gemakkelijk de zachtste trillingen van de schouwende ziel waar!
Hoofdstuk 95: Adam wordt terechtgewezen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Nu kwam ook Jared naar Henoch toe en vroeg hem heimelijk: "Luister, mijn geliefde zoon, alles komt mij nu zo vreemd voor! Deze Asmahaël, die jouw leerling zal zijn en in mijn woning zal wonen, heeft naar mijn begrip zo veel wijsheid en kennis over alle dingen, dat zijn woorden de jouwe verreweg overtreffen! Daaromtrent wil ik je geen verwijt maken - want jouw woorden zijn immers woorden van boven en geen woord ervan is ijdel en ieder woord toont volkomen de bedoeling aan zowel lichamelijk als geestelijk, en van alles wat je zegt bevinden zich in het hart van ieder mens levende overeenkomstige vormen -; maar ongeacht al dit goede en ware en zonder er ook maar de geringste afbreuk aan te doen, is er toch een groot verschil tussen jouwen Asmahaëls taal!
Hoofdstuk 100: Jareds gedachten over het wezen van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Zijn ouders werden op de meest onmenselijke manier ter wereld gedood. Hij vluchtte naar ons toe en betrad hedenmorgen voor de ogen van ons allen de gezegende bodem van de geheiligde hoogten, zonder naam en vol boze gedachten. Voor Adam hielp jij hem overeind, Adam erkende hem, zegende hem en gaf hem een naam, hij gaf hem aan mij en jou over, omdat hij vanuit het meest levendige verlangen van zijn hart zei, dat hij God wilde zoeken en vinden.
Hoofdstuk 100: Jareds gedachten over het wezen van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Daarna aten en dronken wij zonder dat, zoals anders, ons geweten ons ook maar in het geringste plaagde; en nu heeft hij het al zo ver gebracht, dat zelfs Adam hem schijnt aan te hangen, evenals Seth en Kenan!
Hoofdstuk 100: Jareds gedachten over het wezen van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Het merkwaardigste daarbij is, dat hij ten eerste - tenminste voorzover ik weet - nog helemaal niets gegeten heeft en ten tweede, dat hij in zekere zin met één slag alle vroeger zo onaantastbare wetten van Adam vernietigd heeft en dat nog wel zonder de geringste tegenspraak van Adam!
Hoofdstuk 100: Jareds gedachten over het wezen van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Zijn ijver was bovenmate groot, Zijn liefde zonder grenzen; wat Hij bij ons zocht, had Hij reeds in Zijn oneindige ijver volledig met Zich meegebracht, zodat het nu betamelijk is dat wij van Zijn grote overvloed eerder iets kunnen ontvangen dan dat wij in staat zouden zijn Hem met ons gebrek aan ijver te verrijken.
Hoofdstuk 101: Henoch spreekt met J ared over Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] De mensen maken onderscheid en vinden dat niet allen hun wijsheid waard zijn; God echter, de grote leermeester van alle zonnen, geesten, aarden en alle mensen, verafschuwt het niet en vindt het niet beneden Zijn waardigheid om voor wormen in het stof en voor bromvliegen alsmede voor al het andere gedierte, hoe klein en onaanzienlijk ook, de meest wijze leermeester te zijn! De mensen houden hun woningen voor heilig en laten hun eigen kinderen en broeders zich voor hen in het stof werpen, terwijl God zelfs het eenvoudigste dier op aarde vrij en zonder al dat plat op hun gezicht neervallen, laat rondwandelen.
Hoofdstuk 102: Tegenstellingen tussen God en de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Herken Hem, dan zul je voor eeuwig zonder vrees zijn, hier en eens voor eeuwig in de vrede van de eeuwige liefde! Amen."
Hoofdstuk 103: Asmahaëls uitnodiging om verder te reizen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] En Asmahaël riep hardop: "Abedam! Abedam! Abedam! Als je wilt mag je ons volgen en Mijn reisgezel zijn; want Ik heb jouw hart en je nieren onderzocht en Ik heb gevonden dat in jou geen valsheid schuilt. Daarom moet je met ons meegaan, maar wees zonder zorgen en Ik zal je dan helpen de schat te zoeken en je die ook zeker laten vinden - en luister, spoedig, echt spoedig, echt zeer spoedig!
Hoofdstuk 104: Asmahaël neemt Abedam als reisgezel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] O Gij, die daar op de sterke tijger zit, vergeef mij als ik U zeg hoe ik mij voel! Ik geloof dat de grote schat aan Uw zijde zonder moeite te vinden zal zijn!
Hoofdstuk 104: Asmahaël neemt Abedam als reisgezel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Maar Asmahaël betrekt dat, zonder dat hij het op God betrekt, direct alleen op zichzelf! Kan een mens ook zoiets doen, zonder te vrezen dat de aarde uit toorn en de grootste verachting en om zich te wreken, de misdadiger voor eeuwig in haar grote vuurbuik verslinden zou?!
Hoofdstuk 105: Jared vraagt naar het wezen van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Je zegt dat je zo'n wonderbaarlijk gevoel hebt nadat je de twee die voor ons lopen zonder het te horen en daardoor ook zonder het te begrijpen met elkaar - zeg maar - slechts hebt zien spreken; wat is het dan dat je zo buitengewoon wonderlijk voorkwam aan het slechts aanschouwde gesprek van onze voorgangers?
Hoofdstuk 106: Over wat zich afspeelde tussen Kenan en Mahalaleël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Maar begin ik als eerste te vragen, dan moet hij immers antwoorden, waarbij ik dan enige tijd rustig en zonder zorgen al de beslist niet onbelangrijke vermoedens van mijn zoon kan aanhoren en het zal dan zeker niet bij hem opkomen om mij daarover met nog een vraag lastig te vallen, - en op deze zeer onschuldige en meest eenvoudige manier van de wereld heb ik mij ontdaan van iedere kans om mezelf te verraden; zo zal ik het dus doen. Amen."
Hoofdstuk 107: Over de listigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180  ...