Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 167 van 1490

...  155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180  ...
[2] 's Nachts bedriegt ieder licht het gezichtsvermogen van mensen die geen ervaring hebben in het 's nachts kijken. Hoe sterker, groter en helderder de lichtbron wordt, des te meer schijnt deze de toeschouwer te naderen terwijl zij toch op gelijke afstand blijft. Het bewijs hiervoor leveren de kleine, onmondige kinderen, die heel vaak hun handen uitstrekken naar de volle maan omdat hij voor hen door zijn helderheid vlak bij lijkt en dat is vaak voor honden dezelfde reden om ertegen te blaffen.
Hoofdstuk 117: Berisping van het leedvermaak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Toen zei IK: "Wees toch niet zo kinderachtig! Het naderen van de vlam is een heel gewoon gezichtsbedrog. De vlam is zo helder geworden omdat het vuur de ruime voorraadkamer van het grote woonpaleis van de Joodse overste der Farizeeën is binnengedrongen. Daar lag ongeveer 10.000 liter zuivere, beste olie in houten vaten opgeslagen en ook een aantal vaten met zuivere nafta voor de verlichting van zijn paleis, en daar vlakbij lag ook nog een grote voorraad boter, melk en honing. Die zaken hebben vlam gevat en branden nu zo prachtig en helder. Oude Marcus, bij deze gelegenheid worden, zoals jij daarnet heimelijk hebt gewenst, ook je tiendenvissen voortreffelijk gebraden, want in de grote voorraadkamer lagen er al een heleboel klaargemaakt voor morgen te wachten. -Wat zeg jij daar nu van, Marcus?"
Hoofdstuk 117: Berisping van het leedvermaak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] MARCUS zegt: "Heer, U die net zo zuiver en goed in mijn hart kunt kijken als in de grote voorraadkamer van de overste der Farizeeën, U weet, dat ik nu en nooit behagen schep in het leed van anderen. Als soldaat was ik in dienst wel erg streng, maar ik heb nooit gewild dat iemand schade berokkend werd, behalve degene, die door de wet eerst was veroordeeld, -en daar kon ik niets aan veranderen. Toch gaf het mij nooit enig plezier als de strengheid van de wet iemand had vernietigd. Daarom heb ik ook hier niet zo zeer plezier over het ongeluk zelf en dat mijn mooie, lekkere vissen daar nu alleen voor de luchtgeesten gebraden worden, maar omdat deze oude mensenkwellers nu eindelijk weer eens een zeer royale, veelzijdige les krijgen!
Hoofdstuk 117: Berisping van het leedvermaak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] IK zeg: "O, helemaal niet. Want als voor Mij niet dezelfde reden gegolden had om dit, waarover jij je in wezen verheugt, te laten gebeuren, dan zou je de schijnzon niet hebben gezien en deze vuurscène zou achterwege zijn gebleven. Maar eerst had je in je hart toch wel een zeker leedvermaak, omdat je je kwaad maakte over de Farizeeën vanwege hun gevoel en gewetenloze tiende. En kijk, daar had Ik eerst wat op aan te merken en daarom moet je morgen een aantal door de brand verjaagde priesters voedsel geven, maar ook dat zal je geen nadeel berokkenen!
Hoofdstuk 117: Berisping van het leedvermaak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Eindelijk ziet het recht kans de brutale misdadiger met vaste hand te grijpen en hem te veroordelen tot de lang verdiende strenge en pijnlijke straf en verantwoording! Groot en klein heeft nu leedvermaak omdat de booswicht eindelijk toch de lang verdiende straf krijgt, ja, er zullen zelfs heel rechtschapen mensen zijn, die het jammer vinden dat zij bij dit strafproces niet de wettelijke bevoegdheid hebben bij deze algemeen gehate misdadiger zelf scherprechter te kunnen zijn, om dit misdadige uitschot zelf met alle mogelijke plezier te kunnen pijnigen!
Hoofdstuk 117: Berisping van het leedvermaak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Vraag je nu eens met een zuiver hart en een net zo zuiver verstand af of dat plezier past voor een volmaakt mens! Een zuiver hart en een zuiver verstand zal dan zeker antwoorden: 'Ik kan mij wel verheugen over het feit dat de mensheid, die door deze booswicht jaren achtereen werd geplaagd, eindelijk van deze onverlaat wordt verlost en nu weer rustig kan leven. Maar het zou mij nog meer plezier doen als de onverlaat zijn slechtheid zou inzien, er berouw over had, zich zo verbeterd en in een nuttig mens veranderd zou hebben en zoveel mogelijk had getracht de eventueel aangebrachte schade weer goed te maken!'
Hoofdstuk 117: Berisping van het leedvermaak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Dan stapt CYRENIUS naar voren en zegt: "En ik, als Romeins opperstadhouder over geheel Azië en een deel van Afrika, voorzien van alle volmachten uit de hand van keizer caesar Augustus, die mijn broer was, en nu ook van zijn zoon, bevestig deze uitstekende keus! Ouran jij zou nergens ter wereld een betere hebben kunnen vinden! DIXI! (Ik heb gezegd) - Cyrenius."
Hoofdstuk 118: Mathaël wordt vicekoning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Want de vernietiging van de schatten door het vuur is het minste. Het daardoor geheel mee vernietigde geloof in hun leer is de eigenlijke, onvervangbare schade die zij daardoor lijden, wat tevens bijzonder nuttig is voor het bedrogen volk. Want dat zal nu voor het opnemen van de zuivere, goddelijke waarheid zeker een zeer gewillig oor en hart hebben en dat is het waarover ik mij nu eigenlijk verheug. Het kan misschien zelfs mogelijk zijn dat de door het ongeluk getroffen priesters, als zij in hoofd en hart niet te bekrompen zijn, nu méér open zullen staan voor de waarheid dan toen zij rijk waren. Ik geloof dat de dag van morgen ons nog menige gedenkwaardige gebeurtenis zal opleveren! -Heer, zeg mij of ik gelijk heb, of dat misschien ook deze vreugde van mij in Uw ogen verwerpelijk is!"
Hoofdstuk 117: Berisping van het leedvermaak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Het is vaak verbazingwekkend zo'n majesteitelijke mannengestalte of een meer dan paradijselijk mooie vrouw te zien die beiden meestal geen taal kennen, maar net als varkens slechts grommende geluiden laten horen, die noch zijzelf noch iemand anders verstaat. Ik zou deze Scythen onder mij willen hebben, niet uit veroveringszucht, maar wel om mensen van hen te maken. Zou zo iets, natuurlijk zonder geweld, niet mogelijk zijn?"
Hoofdstuk 118: Mathaël wordt vicekoning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] IK zeg: "Kijk eens, Raphaël is er al mee klaar. Hier neem deze oorkonde en lees haar na of zij voldoet aan wat je wilde!"
Hoofdstuk 118: Mathaël wordt vicekoning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Hierop overhandigde Cyrenius de. oorkonde aan .Ouran met de woorden: "Aanvaard deze ter bescherming van jou en je opvolgers en probeer de mensen te winnen voor het rijk van. God, voor het rijk van de Liefde, voor het rijk van de eeuwige Waarheld, dat in Jezus, de Heer uit Nazareth, zo heerlijk uit de hemelen is neergedaald naar ons stervelingen! Wij zijn in Hem en wij leven nu en eeuwig in Hem!"
Hoofdstuk 118: Mathaël wordt vicekoning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] MATHAËL zegt: "O Heer, hoogverhevene! U bent het grootst in mijn hart als U zo menselijk met ons mensen spreekt! Zou ik deze reine maagd, die met haar hele wezen U toegenegen is, zo intens kunnen liefhebben als ik U, o Heer, liefheb!? Zij is echter een verheven koningsdochter en ik een arme burgerzoon. Ik kom eigenlijk niet eens uit Jeruzalem, deze grote stad die honderd poorten heeft en meer dan tienmaal honderdduizend inwoners telt. Ik kom slechts uit de omgeving en men rekent mij en mijn familie nog niet eens tot de inwoners van de stad! - Daar, daar zit voor mij de moeilijkheid!"
Hoofdstuk 119: Helena wordt de vrouw van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] De macht en kracht van de ene ons hier ten dienste staande aanwezige engel Raphaël ken je, en ieder moment staan Mij duizend legioenen van zulke engelen ten dienste. Wie zal zich met hen durven meten?! Raphaël alleen is al voldoende om deze aarde in een moment in stof te veranderen, laat staan een keizer van Rome te onttronen en een ander welgemoed op de troon te zetten. Maar zoiets gebeurt nu niet, hoewel het Mij aan macht daartoe nooit zou ontbreken, want Ik weet waarom Ik ook de tegenwoordige keizer op de troon van Rome laat. Maar op gelijke wijze heb Ik ook de onbeperkte macht om jou te geven wat Ik wil en je te maken tot wat Ik wil; wie zal ons dat betwisten?!
Hoofdstuk 119: Helena wordt de vrouw van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] IK zeg: "Doe wat je wilt! Je moet je echter goed voorbereiden op de dag van morgen, want het zal een hete dag worden. - (Mij tot Cyrenius wendend:) Morgen zullen ook je broer Cornelius en hoofdman Faustus hierheen komen, om te zien wat hier wel gebeurd mag zijn. Zij vermoeden niet dat jij hier bent en nog minder dat Ik. Mij hier ophoud. Maar er moet toch voor gezorgd worden dat zij met hun gevolg hier een onderkomen vinden. In de stad zal dit keer geen woning te vinden zijn, want het vuur zal de stad erg beschadigen, omdat er bij deze tempel- en synagogenbrand behalve de tempels en synagogen ook enige andere gebouwen en burgerwoonhuizen behoorlijk beschadigd worden. Morgen moeten we daarom het hoofd koel houden en het is dus nodig dat men zich aan alle kanten daarop voorbereidt. Maar wie slaap heeft, laat die slapen; Ik moet echter waken en bidden!"
Hoofdstuk 120: Helena 's dank en goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Met deze woorden verliet Ik het gezelschap en ging verder de berg op, om alleen te zijn en om Mijn eeuwige Vadergeest inniger te verenigen met Mijn gehele wezen.
Hoofdstuk 120: Helena 's dank en goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180  ...